Doorgaan naar hoofdcontent

Heilige Drie-eenheid

 

Heilige Drie-eenheid

 



Nu we richting de zomer bewegen en het weer een beetje meewerkt heb ik iets meer oog voor het schone van de natuur. Ooit hoorde ik een verhaal over zonnebloemen. Deze zouden richting de zon groeien en als dat niet mogelijk is, dan draaien ze naar elkaar toe. Uiteraard zou dat laatste heel goed een broodje aap verhaal kunnen zijn, maar de gedachte is natuurlijk mooi dat zij zo op elkaar gericht zijn.

Ook wij als mensen zijn gericht op elkaar. We zijn sociale wezens en hebben sociale contacten nodig. Dat lijkt in onze tijd steeds makkelijker te worden. Velen van ons hebben vaak een scherm voor zich en daarmee lijkt de hele wereld binnen handbereik. Relaties worden vorm gegeven via een beweging naar links of rechts en continue kan je zien waar jouw vrienden mee bezig zijn. Het klinkt ideaal, maar het is niet.

Laatst meldde Eenvandaag [1] dat de eenzaamheid onder jongeren juist toeneemt door het gebruik van social media. Het klinkt tegenstrijdig, maar iemand zei het treffend: "Eenzaamheid is voor mij als kijken naar een film: je bent er wel bij, maar niet bij betrokken. Er is geen interactie."

Terwijl die interactie juist zo belangrijk is. We groeien door relaties, we hebben het nodig om ons te ontwikkelen. Dit zit in ons gebakken, vanaf de start. Een klein kind is gericht op de ouders, het zoekt contact en kopieert. Dit wordt later overgenomen door de leeftijdsgenoten, dan ben je als ouder misschien minder blij als ze elkaars gedrag kopiëren, maar ook dat hoort erbij om je als persoon te ontwikkelen.

Zo ontwikkelt zich er hopelijk een netwerk van liefde waarin we onszelf mogen zijn. We zijn dus geschapen als relationele wezens. Daarin klinkt het scheppingsverhaal in door als God zegt dat Hij de mens gaat maken, als zijn beeld, op Hem gelijkend.

God is namelijk relationeel. We hebben één God, die zich geopenbaard als de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Het is een geloofsmysterie dat moeilijk te bevatten is.

Over de belangrijkste kerkvader van het westen, de heilige Augustinus, gaat een legende [2]. Dit zou spelen in de tijd dat hij een boek aan het schrijven was over de Drie-Eenheid. Na dag nadenken en schrijven wandelde hij langs het strand. Daar zag hij een kind druk spelen. Hij had een kuiltje in het zand gegraven en liep met een bakje op en neer naar de zee om water in die kuil te gooien.

Augustinus keek het glimlachend aan en vroeg vervolgens waar het kereltje mee bezig was. Het kind vertelde dat hij de zee in het kuiltje over wilde scheppen. De glimlach op het gezicht van Augustinus werd groter en hij zei dat dat toch helemaal niet zou kunnen. Het hardwerkende kindje reageerde gevat door te zeggen: “Ook wij kunnen het grote mysterie van de Heilige Drie-eenheid niet begrijpen”.

Of dit echt zo gebeurt is, is bij een legende als deze natuurlijk niet terug te halen. Tegelijkertijd is het ook niet belangrijk. Vandaag gaat het er niet om dat we God helemaal begrijpen, maar juist dat we inzien dat onze God een prachtig mysterie is, waarin de liefde de boventoon voert.

Die Blijde Boodschap moeten we niet voor onszelf houden, maar mogen we verspreiden.

Dat klinkt ook door in de zendingsopdracht in het Evangelie (Mt., 28, 16-20). De Heer is verrezen en gaat met zijn leerlingen de berg op. Eigenlijk geeft Hij ze een korte les over de Drie-eenheid als Hij zijn leerlingen de opdracht geeft te gaan dopen in de naam van de drie-ene-God, Vader, Zoon en Geest.

Hij noemt het namelijk in één adem. Er zit geen hiërarchie of een ingewikkelde verdeling in. We hebben één God die een relatie in zichzelf is en de Vader, Zoon en heilige Geest zijn allemaal volledig God.

Dat is nog steeds ingewikkeld genoeg, maar daar heeft het spelende kind op het strand, die de zee in het kuiltje over wilde scheppen, Augustinus en ons voor gewaarschuwd. Laten we dan in ieder geval van het feest van de Drievuldigheid meenemen dat we het relationele aspect liefdevol in mogen vullen, om zo het voorbeeld van onze God te volgen.

Dat relationele aspect geldt niet alleen voor de mensen dichtbij ons, de mensen die we leuk en gezellig vinden. Die blik mag breder getrokken worden.

Een manier om ons hierin te helpen is het kruisteken. We slaan hem meermaals per dag en waarschijnlijk niet altijd even aandachtig.

In de Orthodoxe kerk hebben ze een bijzondere manier van een kruisteken slaan, het geeft gelijk een stukje catechese. Het begint er al mee dat de duim, wijs- en middelvinger bij elkaar gehouden worden. Een beeld voor de Drie-Eenheid. Dan heb je nog de ringvinger en de pink over. Deze worden naar binnen gevouwen, dit is een teken dat Jezus volledig God en Mens is. 

Vervolgens wordt het kruis geslagen. Dit begint met de hand omhoog te heffen, richting de hemel. Dit staat ervoor dat God ons lief heeft en wil dat wij Hem leren kennen. Dat moeten we ons in het hoofd prenten.

Daarna gaat de hand naar beneden. God is niet in de Hemel gebleven maar is door de Menswording naar ons toe gekomen. Hij woont in ons hart.

Tot slot gaan we van de linker- naar de rechterschouder. De heilige Geest stort zich namelijk uit over het hele leven en verbindt alles met elkaar.

In die liefdesrelatie mogen ook wij gaan staan, iedere dag weer opnieuw. Soms gaat het makkelijk en soms lijkt het wel een beetje alsof we de zee naar een kuil willen verplaatsen. We hoeven gelukkig niet alles volledig te begrijpen, als we het belangrijkste maar weten: God heeft ons lief. Die liefde mogen we verspreiden, steeds weer opnieuw. Amen.

 

[1] https://eenvandaag.avrotros.nl/panels/opiniepanel/alle-uitslagen/item/4-op-de-10-jongeren-vaak-eenzaam-social-media-belangrijke-reden-alsof-er-een-muur-om-je-heen-staat/

[2] https://www.augustijnen.nl/C150-Augustinus-en-het-kindje-aan--het-strand.html

Afbeelding: Drie-eenheid, Maria van Jessekerk in Delft, via: https://nl.wikipedia.org/wiki/Drie-eenheid#/media/Bestand:TrinityDelft.jpg

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

21ste zondag door het jaar B

  Soms kunnen we in de Bijbel teksten tegenkomen die wat ongemakkelijk aanvoelen. Het is dan gemakkelijk om ze over te slaan en het er vooral niet over te hebben. Op die manier houden we het leuk en gezellig. Tegelijkertijd doen we die teksten daarmee tekort en sluiten we ons af voor de boodschap die ze ons te brengen hebben. Ooit kreeg ik een Bijbeltje, een klein boekje waar alle ingewikkelde teksten uit waren geknipt. Als je het doorbladerde, waren er soms woorden weg, maar ook hele zinnen en hoofdstukken. Je hield een gatenkaas over waar niets van te breien was. De kern ontbrak. Ook dat zal niet de bedoeling zijn. Moeilijke teksten, en hetzelfde geldt voor ingewikkelde situaties en nare omstandigheden, zullen we onder ogen moeten komen. Daarmee wordt het niet per se leuker, maar hopelijk zien we dan wel dat het dragelijker is dan we in eerste instantie dachten. Vaak ligt er namelijk onbegrip aan ten grondslag. Onbegrip is niet alleen iets van onze tijd; we zien het ook dui...

20ste zondag door het jaar B

  Proficiat! Zalige Communie! Het zijn woorden die ik waarschijnlijk aan het einde van elke Mis wel uitspreek. Zelf hoor ik het al het grootste gedeelte van mijn leven, sinds ik misdienaartje werd. Als kind vond ik het al een mooie opmerking, het klinkt een beetje als gefeliciteerd! In de Mis ontvangen we een prachtig geschenk en daar mogen we elkaar wel mee feliciteren… Alleen doe ik de groet daarmee tekort. Proficiat stamt af van het Latijnse woord: proficere, dat kan je vertalen als: ‘voortgang maken’, oftewel: Ga zo door! We ontvangen de Communie, prachtig! Daar houdt het niet bij op: het mag ook vrucht dragen in ons leven als we de wereld weer instappen: Proficiat! Doe er iets goeds mee en ga voort op de ingeslagen weg.  Dat klinkt prachtig, maar het is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Dat merken we in ieder geval in deze afgelopen weken. We lezen nu al voor de 5e week uit de Broodrede, zoals Johannes deze in zijn Evangelie heeft opgeschreven. Dit begon met de Br...

23ste zondag door het jaar B

  Alweer enige tijd geleden zag ik een straatinterview op tv waarin aan een voorbijganger werd gevraagd of we tegenwoordig nog wel alles mogen zeggen. Die bewuste persoon maakte van zijn hart geen moordkuil en zei dat het niet meer kan. Alles is gevoelig, zo zei hij, en je kunt inderdaad niets meer zeggen. De interviewer ging hierop door en vroeg wat er dan niet meer gezegd zou mogen worden. Hierop volgde een hele lijst met hete hangijzers; één voor één werden ze opgenoemd. De interviewer ging nog wat verder: “Dat mag je dus allemaal niet meer zeggen?” “Nee”, bevestigde de ander, waarop de geslepen interviewer zei: “Maar u heeft het net wel gezegd.” Het is een wat flauw voorbeeld, want we leven in een wereld waar men soms meer tegenover elkaar dan naast elkaar lijkt te staan, en de polarisatie overal aanwezig lijkt. De gevoeligheden liggen aan de oppervlakte en, hoe goed je ook je best doet, op tenen gaan staan is bijna niet te vermijden. Het is natuurlijk de vraag of het daadw...