Gods Nieuwe Wereld
Bij het bekijken van het nieuws kan de moed je zomaar in de
schoenen zakken. Het regent slecht nieuws. Er zijn oorlogen dichtbij en verder
weg, er zijn zelfs brandhaarden die het nieuws niet meer halen. We hobbelen van
crisis naar crisis. Men neemt elkaar de maat. Het wordt er niet gezelliger op
en zelf het Oranjegevoel lijkt nog niet helemaal aanwezig te zijn.
Uiteraard kunnen we hierbij de struisvogeltactiek toepassen
en onze kop in het zand steken. Er gaat dan veel langs ons heen, misschien
wordt je er wel even een momentje vrolijker van, maar het lost geen problemen
op. Crisissen blijven bestaan, in alle vormen en maten.
Hierbij zou jij je bijna af kunnen vragen waar het
“allemaal” nog voor dient. Heeft God ons misschien opgegeven? Denkt Hij: ‘ze
zoeken het zelf maar uit’? Die ellende hebben we grotendeels zelf veroorzaakt
en wie zijn billen brandt…
Gelukkig vertellen de lezingen ons vandaag iets anders. Zij
tonen een ander verhaal en het zijn hoopvolle Bijbelteksten. Onze blik wordt eigenlijk afgewend van de
spanningen waar wij mee te maken hebben en ze richten op het opkomende nieuwe
leven. In het Evangelie (Mc. 4, 26-34) spreekt Jezus in beeldspraak over het
Rijk Gods. In de Bijbel in Gewone Taal wordt dit hertaald als: “Gods nieuwe
wereld”. We hebben iets om naar uit te kijken.
Om dit toe te lichten neemt Jezus beelden uit de omgeving
over. Waarschijnlijk stond Hij net bij het land van een tuinder en Hij gebruikt
deze wetenschap. Het zaad wordt gestrooid en komt gewoon op, zoals er staat:
“Uit eigen kracht brengt de aarde vruchten voort”. Het gebeurt en hoe het ligt
niet aan ons hoe dat gaat, het is een mysterie in zichzelf.
Jezus vertelt ook over een mosterdzaadje, een klein en
kwetsbaar iets dat uitgroeit tot een grote machtige boom. Dat geldt dus ook
voor Gods nieuwe wereld. Het kleine en kwetsbare moeten we dus niet overslaan.
Dat hoort erbij.
Als we uitzien naar Gods Rijk en alleen de grote
vuurwerkshows verwachten, is het een recept voor teleurstelling. Het is net als
de weg van het geloof gaan. Dat is soms kwetsbaar, zoeken en tasten. Het zal
uitgroeien en vrucht dragen, maar misschien niet op de manier die jij verwacht
of gehoopt hebt.
Die weg mogen we met vertrouwen gaan, want wij mogen uitzien
naar Gods nieuwe wereld en daarbij oog hebben voor de tekenen die we misschien
wel over het hoofd zien. Dat wordt ook wel aangeraakt in de eerste lezing (Ez.
17,22-24). De profeet Ezechiël lijkt zich voor te doen als een tuinman als hij
vertelt een nederig twijgje te verheffen. Er kan nieuw leven ontstaan en vrucht
dragen. Het is een prachtig beeld dat de profeet schetst. Al leidde dit bij
zijn tijdsgenoten misschien wel tot opgetrokken wenkbrauwen.
Ook zij zaten in de ellende en bewogen van crisis tot
crisis. Het joodse volk was gedeeltelijk weggevoerd, deze tijd noemen we de
ballingschap. Ze bevinden zich in een ver land. De moed zakt hen in de schoenen
en dan zegt die profeet dit. Hij plaatst een stip aan de horizon en noemt
eigenlijk dat God van hen houdt en hen niet loslaat. Er zal iets ontstaan,
nieuw leven en hij biedt een blik op Gods Rijk.
Dat gevoel van ballingschap is niet alleen iets van toen,
maar ook van hier en nu. We bevinden ons in een tijd waarin het ons soms aan de
woorden ontbreekt om over ons geloof te spreken. Het iets dat privé is, van
achter de voordeur en dat delen we liever toch niet. We lopen op die manier
toch een beetje zelf de ballingschap in.
Terwijl die sprakeloosheid eigenlijk niet nodig is. We mogen
delen wat er in ons leeft. In deze tijd lijkt er namelijk wel een nieuwe
nieuwsgierigheid te zijn naar zingeving. Van alles en nog wat springt er in dat
‘gat in de markt’. “Wij” lijken soms die
boot te missen. We hebben een prachtige boodschap: namelijk dat er een God is
die van je houdt. Hij gaat een relatie met ieder van ons aan. Die boodschap is
het delen waard en toch lukt het vaak niet. De sprakeloosheid neemt het dan
over.
Soms wordt dit uitgelegd als een vorm van onzekerheid. Geloven
wordt gezien als een kwestie van zeker weten. Als je er over wil gaan spreken
met anderen, dan moet die zekerheid in ieder geval aanwezig zijn. Momenten van
twijfel, zoeken en tasten horen daar in de beleving niet bij. Die boodschap zou
dan eerder gegeven moeten worden door “een christelijke krachtpatser” die het
allemaal wel zeker weet en leuk kan vertellen.
Dat is eeuwig zonde! Juist die twijfelde houding is goud
waard. Een bekende priester, Halik, schrijft dat twijfel en geloof twee zusjes
zijn. Ze horen bij elkaar. Die twijfel mag je omarmen, het zorgt er namelijk
voor dat je na blijft denken, verder en dieper kijkt dan wat er aan de
oppervlakte gebeurt en creativiteit aanboort.
Het is een uitnodiging om te delen wat er in jou leeft en om
jezelf en de mensen om je heen te wijzen op het groene spul dat langzaam
omhoogschiet. De tekenen van Gods nieuwe wereld die opkomen.
Het is een uitdaging om in alle onrust en herrie te kunnen
zien. Er is afleiding genoeg, zoals we steeds in het nieuws kunnen zien: waarin
we van crisis naar crisis bewegen. Dit kan ons verlammen. Tegelijkertijd zien
we in het nieuwsbericht vaak ook iets anders gebeuren. Hoe mensen opstaan en
het verschil willen maken. Jonge mensen die zich druk maken over het milieu en
daar hun vragen over stellen en hun mening laten horen. Patatbakkers die naar Oekraïense
gingen om daar verse friet te serveren en iets van vreugde uit te delen in een
donkere wereld.
Er gebeurt genoeg kleins en in het verborgene. Er zijn
genoeg tekenen van Gods liefde te zien in hoe mensen met elkaar omgaan. Het
Rijk Gods, Gods Nieuwe Wereld, bloeit steeds iets verder open, wat is het
prachtig om dat met elkaar te mogen zien en te delen. Amen.
Reacties
Een reactie posten