Stormen
Op de kermis kroop ik altijd graag in de
botsautootjes. Het heeft wel iets; je scheurt over een baan, er klinkt
opzwepende muziek en je mag ongestraft tegen andere auto’s aanrijden. Het voelt
heerlijk en bevrijdend om zo de controle te hebben en anderen toch een beetje
dwars te kunnen zitten. Het gevoel van controle is natuurlijk maar een
suggestie. Op een gegeven moment ben je ook gewoon de pineut en word je van
alle kanten zelf ook aangereden. Je wordt dan meer door elkaar geschud dan je
misschien eigenlijk zou willen.
In onze levens gebeurt dit ook. Juist op momenten
dat je het leuk op orde denkt te hebben en de controle in eigen handen hebt,
gebeurt het. In je omgeving hoor je dat iemand ziek is of misschien krijg je
zelf wel een nare boodschap. Relaties worden verbroken, een baan verdwijnt. Er
hoeft maar iets te gebeuren en het zorgvuldig opgebouwde leven staat toch wat
op z’n kop en je wordt flink door elkaar geschud.
Het kan dan een hele uitdaging zijn om te blijven
staan en de moed niet te verliezen. Het helpt dan als je een vangnet hebt:
vrienden en familie die tot steun zijn, een fijne kerkgemeenschap, en dat je
steun uit je geloof kan putten.
Al klinkt dat soms mooier dan het is. Tijdens
moeilijke momenten kan je teleurgesteld raken in vriendschappen; dan leer je
namelijk je echte vrienden kennen. Hetzelfde geldt voor het geloof. Soms kan
het voelen als een zekerheid waar je op kan bouwen en op andere momenten lijkt
alles wankel te staan. Teleurstelling, misschien zelfs wel boosheid richting
God liggen dan op de loer. De vraag komt op: “Hoe kan Hij dit nu toestaan,
terwijl…” vul maar in.
Het voelt misschien een beetje zoals de
leerlingen het ervaren hebben op die boot (Mc. 4, 35-41). Ze zijn de hele dag
met Jezus onderweg geweest en Hij heeft hen van alles verteld en dan varen ze
naar de overkant. Plots begint het te stormen. Deze mannen zijn vissers, die
zijn wel iets gewend. Toch neemt ook bij hen de angst het over. Ze worden flink
door elkaar geschud en wat doe je dan? Je richt je blik op Jezus om steun te
ervaren, maar Jezus ligt lekker te slapen en draait zich waarschijnlijk nog een
keertje om.
Ook bij de vrienden van Jezus zien we
teleurstelling, misschien ook wel boosheid verschijnen als zij vragen of het
Jezus niet raakt dat zij vergaan. Ze maken Jezus niet wakker om hun zorg te
delen, ze vragen zelfs geen hulp. Ze spreken Hem erop aan dat Hij schijnbaar
niets doet: “Kan het U dan niet schelen?” Eigenlijk hebben zij hun mening al
klaar: Jezus doet niets, het interesseert Hem dus niet.
Vervolgens legt Jezus de storm het zwijgen op en
vraagt aan zijn vrienden waarom ze bang zijn en het aan vertrouwen ontbreekt.
Dit raakt aan een van de moeilijkste vragen die
er is, namelijk: ‘Waar is God in het lijden?’ Door ons geloof kunnen we
hopelijk staande blijven in de stormen van het leven, maar alle makkelijke
antwoorden op die ingewikkelde vraag schieten tekort.
Een voorbeeld hiervan treffen we aan bij Job in
het Oude Testament. In de eerste lezing (Job, 38, 1. 8-11) bevinden we ons
bijna aan het einde van het boek. Het is een prachtig verhaal over juist die
vraag: waar God is als het leven ingewikkeld wordt?
Job wordt in het Bijbelboek voorgesteld als een
voorbeeld voor gelovige mensen. Hij heeft het goed voor elkaar, met een mooi
gezin en hij heeft zijn schaapjes op het droge. In een bijzondere scène spreken
de duivel en God over hem. De duivel snapt wel dat Job zo’n goede gelovige is,
hij heeft namelijk een prachtig leven. Dat is makkelijk bidden. Wacht maar tot
het leven hem op de proef stelt, dan piept hij wel anders. De duivel wil dit
wel gaan testen en God gaat de uitdaging aan, op één voorwaarde: de duivel mag
Job niet doden.
De duivel neemt geen halve maatregelen en Job
verliest alles. Zijn kinderen overlijden, zijn rijkdom glipt door zijn vingers
heen en hij wordt ziek. De mensen om Job heen gaan ervan uit dat hij gestraft
wordt door God, want hij moet wel een groot zondaar zijn als dit hem allemaal
overkomt. Dit ontkent Job, hij heeft namelijk niets verkeerd gedaan. Het
overkomt hem simpelweg. Tegelijkertijd blijft hij trouw aan zijn geloof en hij
vervloekt God niet.
Vervolgens spreekt God tot Job en Hij prijst Job
om zijn trouw. Dan legt God in een prachtig gedicht uit dat we Hem eigenlijk
niet kunnen begrijpen. We hebben maar een beperkt begrip. God verklaart niet
direct de oorzaak van Jobs lijden, maar Hij toont het mysterie aan dat Hij is.
Ergens is dat natuurlijk ongelooflijk irritant.
Het liefste zou ik een helder antwoord hebben op die moeilijke vraag.
Tegelijkertijd doet ieder antwoord die vraag tekort. Soms hoor je weleens
mensen zeggen: “je krijgt nooit meer ellende dan je aankan”. Het klinkt bijna
als een verkapt compliment. Een Joodse rabbijn fileerde deze uitspraak na het
overlijden van zijn zoon toen hij zei: ‘dan had ik toch liever iets minder
aangekund’.
Makkelijke antwoorden schieten dus tekort,
eigenlijk geldt dat voor ieder antwoord. Tegelijkertijd kunnen we wel iets met
dat beeld van die slapende Jezus. Het beeld roept misschien wel verwarring of
zelfs irritatie op: Het water loopt de boot in en Jezus draait zich nog een
keertje lekker om.
Er spreekt ook vertrouwen uit. Het vertrouwen dat
alles goed komt. Dat God ons leven draagt en ons niet loslaat.
Juist in de stormen van het leven zijn er vaak verrassingen. Mensen van wie je het niet verwacht, staan opeens op en bieden net de steun die je nodig hebt. Een bepaalde Bijbeltekst komt net op een andere manier binnen en biedt woorden van troost. Het zit vaak juist in kleine momentjes, in dat wat je makkelijk over het hoofd ziet, of voor lief neemt. Misschien zijn dat juist wel de plekken waar God aan het werk is en ons draagt in de stormen van het leven. Amen.
“Christus en de apostelen op het meer van Galilea”, Jan Brueghel de Oude (1596) via wikicommons.
Reacties
Een reactie posten