Tijdens deze week volgen we een thema, dit jaar was het de oproep: Ga mee op weg! Dagelijks waren er gebedsmomenten waarin deze gedachte naar voren kwam. We ontdekten dat dit door de Bijbel steeds opnieuw klinkt. Vanaf het allereerste begin, tot aan de laatste bladzijde is de Bijbel een prachtige verzameling verhalen waarin Gods liefde voor zijn mensen naar voren komt. Hoe Hij met mensen onderweg is en ze ook de kansen biedt om zelf in beweging te komen.
We
lazen over Abraham, die van God de roeping ontvangt om huis en haard te
verlaten en op weg te gaan. (cf. Gen. 12, 1-9). We hoorden hoe het joodse volk
bevrijdt wordt uit de slavernij in Egypte en hoe de Roze Zee voor hen
opensplijt (cf. Ex. 14, 21-15, 1). Vervolgens maakten wij de overstap naar het
Nieuwe Testament en hoorden hoe de heilige Familie op de vlucht moet slaan.
Jezus is net geboren, de drie wijzen hebben hun spullen ingepakt en Jozef wordt
in een droom gewaarschuwd dat koning Herodes zijn concurrentie uit de weg wil
ruimen. Ze vluchten naar Egypte om daar in veiligheid te leven. (cf. Mt. 2,
13-15.19-23).
Daarna namen we weer een reuzensprong. Vanaf de pasgeboren Jezus sprongen we door naar Pasen. Jezus is rondgetrokken om de Blijde Boodschap te verkondigen. Men zag in Hem de nieuwe koning die alles goed zou maken en dan wordt Hij gearresteerd en vermoord. Alle oppervlakkige dromen, wensen en verlangens van de mensen om Hem heen, sterven met Hem aan het kruis. Twee van zijn leerlingen keren vervolgens teleurgesteld naar huis terug en onderweg naar het dorpje Emmaus komen ze Iemand tegen die naar hun verhaal luistert en aangeeft dat dit allemaal moest gebeuren. Thuis aangekomen herkennen ze Hem als Hij het brood breekt. Jezus leeft! (Lc. 24, 13-51) Later zend Hij zijn leerlingen er dan ook op uit om zelf in beweging te komen, het Goede Nieuws te delen en anderen te dopen in de Naam van de Vader, Zoon en heilige Geest. (Mt. 28,16-20). Dit doen de leerlingen en tot slotte lazen we over Fillipus die een man uit Ethiopië ontmoet die uit de joodse Bijbel leest en waarbij de apostel uitlegt dat wat daar staat over Jezus gaat, de Levende Heer. Op deze manier ontdekten we dat de Bijbel eigenlijk een groot liefdesverhaal is van hoe God met mensen onderweg is en wij geroepen worden om zelf ook in beweging te komen. Dit hoeven we gelukkig niet op eigen kracht te doen en daarvoor mogen we vertrouwen op Gods zegen. Zo sloten we gisteren dan ook af met de zegen die toegeschreven wordt aan de heilige Patrick, waarin hij stelt dat God overal is, voor, naast en achter ons om juiste wegen te wijzen.
Dit thema past ook erg goed bij het Evangelie van deze zondagen. Vorige week lazen wij hoe Jezus zijn leerlingen eropuit stuurt (cf. Mc 6, 7-13) en vandaag komen ze vol verhalen en ervaringen terug. (cf. Mc 6, 30-34) Jezus laat ze eerst op adem komen. Je kan namelijk pas voor anderen zorgen, als je dit ook voor jezelf doet.
Wanneer Jezus vervolgens ziet hoe vele mensen Hem achterna komen. Hij wordt tot in zijn diepste kern geraakt, want Hij ervaart dat zij als schapen zonder herder zijn. Ze hebben een Iemand nodig die hen de Weg wijst.
In alles wat wij doen mogen we ons richten op de Levende Heer, want Hij is natuurlijk bij uitstek de juiste Wegwijzer. Er zijn natuurlijk afleidingen genoeg te verzinnen. Ook kunnen we ons vertrouwen in het verkeerde leggen. Hiervoor waarschuwt de profeet Jeremia ons al in de eerste lezing (Jer. 23, 1-6), waarin hij profeteert dat God zelf de bal oppakt en alle verdreven schapen zal verzamelen. Vanuit onze bril herkennen wij daar natuurlijk Christus in.
Vanuit dat gegeven mogen wij steeds vertrouwen putten. Het is de Heer zelf die steeds met ons onderweg is en ons niet loslaat, ook al nemen we soms misschien een verkeerde afslag in en gaan we niet de juiste wegen.
Aan
ons biedt het de mogelijkheid om Gods liefde steeds op het spoor te komen, in
alles wat wij doen en laten. Op het Tienerkamp werd dit concreet door elke
avond de dag biddend af te sluiten. Dit kreeg vorm door eerst in stilte terug
te kijken op de dag die achter ons lag. Met oog voor de mooie momenten, waarbij
dankbaarheid kan klinken. Daarbij hoeven we onze ogen ook niet te sluiten voor dat
wat we anders hadden moeten doen, daarvoor kunnen we ons altijd verontschuldigen.
Als je weet waar je dankbaar voor ben en voor wat je alles had kunnen doen,
weet je ook wat je nodig hebt voor de dag van morgen en daar kan je dan steun
bij vragen. Aan de tieners bood dit een rustmoment van reflectie, een voorbeeld
dat het navolgen waard is. De Heer zal ons daarin de weg wijzen. Amen.
Foto bovenkant: Aan het einde van de kampweek was er een afsluiting waarbij gebeden met een kaarsje op de kampvlag werden geplaatst.
mooie overweging
BeantwoordenVerwijderen