Doorgaan naar hoofdcontent

17e zondag door het jaar B




Je kan het bijna niet gemist hebben. We hebben weer een mooie sportzomer met het EK Voetbal, de Tour en nu de Olympische Spelen die gestart zijn. Zelf mag ik graag kijken hoe anderen sporten. Het is inspirerend om te zien hoe iemand zich volledig richt op zijn talenten om er het beste van te maken. Vaak zetten ze jarenlang van alles opzij en richten zij zich volledig op hun sportieve prestatie. Winnen of verliezen liggen dan vlakbij elkaar, dat levert dan dramatische beelden op.

De voorgaande jaren deed judoka Henk Grol nog mee. Ik mocht altijd graag naar hem kijken. In interviews was hij net zo gedreven als op de mat en hij had een echte winnaarsmentaliteit. Als hij dan verloor, maakte ik mij altijd wel wat zorgen. Het leek wel alsof de wereld dan voor hem vergaan was. Misschien is dat wel nodig om topsport te kunnen bedrijven, een soort maniakaal gericht zijn op winst, maar tegelijkertijd mis je ook iets van het normale leven. Van dat wat het leven kleur geeft. 

Intussen is Grol gestopt en in interviews sprak hij daar ook wel open over. Alles in zijn leven stond in het teken van de sport. Drie keer per dag trainde hij en judo was het allerbelangrijkste in het leven, al het andere was daaraan ondergeschikt. Bijzaak zelfs. Hij zette alles opzij voor die gouden plak. Op wereldkampioenschappen en Olympische Spelen zou hem dat uiteindelijk nooit lukken en dan was hij zelfs zijn grootste criticus. Hij oordeelde dan keihard over zichzelf, pijnlijk om te zien. Het was mooi om zijn gedrevenheid te zien. Met zo’n mentaliteit kan je kampioen worden, of in ieder geval erg in de buurt komen, maar tegelijkertijd ben je zo gericht op één onderdeel van het leven dat je het belangrijkste misschien wel over het hoofd ziet: daadwerkelijk leven.

In het Evangelie (Joh. 6, 1-15) volgen we vandaag Jezus en zijn we getuige van het broodwonder, waarbij Hij vijfduizend man te eten geeft vanuit vijf broden en twee vissen. De Joden kennen de joodse Bijbel, ons Oude Testament, van kaft tot kaft. Zo ook het gedeelte uit de Eerste lezing, waarbij de profeet Elisa met twintig broden honderd man weet te voeden. Jezus doet daar in het Evangelie een schepje bovenop. Hiermee laat Hij zien dat Hij meer is dan de profeten uit het Oude Verbond, Hij is de Heer zelf. De menigte die daar aanwezig was verstaan die tekenen natuurlijk ook. Althans, tot op zekere hoogte. Zij zijn ook gericht op één ding: Ze willen de messias tot koning kronen, de Romeinse overheersing verslaan en in vrijheid kunnen leven. Ze verstaan verkeerd wat voor een messias Jezus is. Hij is geen wereldlijke vorst, geen legeraanvoerder of leider van de opstand. Hij is de Heer die Voedsel ten Leven geeft. Jezus voelt het misverstand aan, weet dat zij Hem tot een verkeerde variant van een messias uit willen roepen en trekt zich terug de stilte in.

Wonderverhalen als deze hebben als het ware een diepere laag. Bij de broodvermenigvuldiging kan je makkelijk aan de oppervlakte blijven hangen: Jezus doet wonderen, Hij laat zijn macht zien en kent een mooi trucje voor feesten en partijen. Hij is een goed mens die mooie dingen doet. Als je iets dieper graaft zou je kunnen stellen dat Jezus ons het voorbeeld geeft om te delen van wat wij hebben. Dat zorgt voor overvloed. Wanneer we dan nog verder kijken kunnen we ook een voorbode zien van de Eucharistie. Deze weken lezen we uit dit zesde hoofdstuk van Johannes. Dit wordt ook wel de Broodrede genoemd en Jezus toont zich daarin als ‘Brood des Levens’. Hij geeft ons voedsel dat nieuw leven brengt.

Door heel de Schrift heen klinkt de uitnodiging om ons te laten voeden door de Heer. Laatst was ik een weekje op zomerkamp met tieners tussen 11 en 14 jaar. Iedere dag was er een korte dagsluiting en die begonnen we, om het met een zwaar woord te zeggen: een gewetensonderzoek. In een begeleide meditatie keken we terug op momenten van dankbaarheid, wat we anders hadden willen doen en wat wij wensen voor de dag van morgen. Een moment van misschien net 5 minuten stilte, door tieners. Je zou het bijna een godswonder noemen. Het is makkelijk om te zien wat je verkeerd hebt gedaan. Dat heb je wel gemerkt, of is je gezegd. Door eerst stil te staan bij die dankbaarheid kom je misschien ook wel iets van Gods aanwezigheid op het spoor. Daarmee geef je Hem ook de kans om je te voeden en je daar bewust van te zijn. 

Het roept door alles heen waar we ons in het leven op richten. Op gouden medailles, kortstondig succes of mag het de Heer zijn die ons Leven geeft?

Jezus geeft ons in het Evangelie het goede voorbeeld om daar stappen in te zetten. Hij trekt zich terug en zoekt de stilte op. Hij laat zich niet afleiden, maar zoekt de verbinding met God. Juist in deze vakantietijd kan dat kansen bieden. Het leven verloopt toch een stukje trager over het algemeen.

Het biedt wellicht meer ruimte voor gebed. Door de dag heen even stil staan bij datgene dat jou vreugde brengt. Misschien kan je een stukje uit de Bijbel lezen of uit een gelovig boek. In plaats van een zomerse actiefilm toch een film met een andere inhoud opzetten om te bezien hoe je daarin God op het spoor kan komen.

We hoeven steeds maar kleine stapjes te zetten. De Heer zoekt ons steeds op en vult het aan. Het enige wat wij nodig hebben is gelovig vertrouwen, een paar broden en wat visjes en God maakt er iets prachtigs van. 

Amen.

Afbeelding: Uit de Codex Egberti, rond 990 via wikicommons.

Reacties

Populaire posts van deze blog

21ste zondag door het jaar B

  Soms kunnen we in de Bijbel teksten tegenkomen die wat ongemakkelijk aanvoelen. Het is dan gemakkelijk om ze over te slaan en het er vooral niet over te hebben. Op die manier houden we het leuk en gezellig. Tegelijkertijd doen we die teksten daarmee tekort en sluiten we ons af voor de boodschap die ze ons te brengen hebben. Ooit kreeg ik een Bijbeltje, een klein boekje waar alle ingewikkelde teksten uit waren geknipt. Als je het doorbladerde, waren er soms woorden weg, maar ook hele zinnen en hoofdstukken. Je hield een gatenkaas over waar niets van te breien was. De kern ontbrak. Ook dat zal niet de bedoeling zijn. Moeilijke teksten, en hetzelfde geldt voor ingewikkelde situaties en nare omstandigheden, zullen we onder ogen moeten komen. Daarmee wordt het niet per se leuker, maar hopelijk zien we dan wel dat het dragelijker is dan we in eerste instantie dachten. Vaak ligt er namelijk onbegrip aan ten grondslag. Onbegrip is niet alleen iets van onze tijd; we zien het ook dui...

20ste zondag door het jaar B

  Proficiat! Zalige Communie! Het zijn woorden die ik waarschijnlijk aan het einde van elke Mis wel uitspreek. Zelf hoor ik het al het grootste gedeelte van mijn leven, sinds ik misdienaartje werd. Als kind vond ik het al een mooie opmerking, het klinkt een beetje als gefeliciteerd! In de Mis ontvangen we een prachtig geschenk en daar mogen we elkaar wel mee feliciteren… Alleen doe ik de groet daarmee tekort. Proficiat stamt af van het Latijnse woord: proficere, dat kan je vertalen als: ‘voortgang maken’, oftewel: Ga zo door! We ontvangen de Communie, prachtig! Daar houdt het niet bij op: het mag ook vrucht dragen in ons leven als we de wereld weer instappen: Proficiat! Doe er iets goeds mee en ga voort op de ingeslagen weg.  Dat klinkt prachtig, maar het is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Dat merken we in ieder geval in deze afgelopen weken. We lezen nu al voor de 5e week uit de Broodrede, zoals Johannes deze in zijn Evangelie heeft opgeschreven. Dit begon met de Br...

23ste zondag door het jaar B

  Alweer enige tijd geleden zag ik een straatinterview op tv waarin aan een voorbijganger werd gevraagd of we tegenwoordig nog wel alles mogen zeggen. Die bewuste persoon maakte van zijn hart geen moordkuil en zei dat het niet meer kan. Alles is gevoelig, zo zei hij, en je kunt inderdaad niets meer zeggen. De interviewer ging hierop door en vroeg wat er dan niet meer gezegd zou mogen worden. Hierop volgde een hele lijst met hete hangijzers; één voor één werden ze opgenoemd. De interviewer ging nog wat verder: “Dat mag je dus allemaal niet meer zeggen?” “Nee”, bevestigde de ander, waarop de geslepen interviewer zei: “Maar u heeft het net wel gezegd.” Het is een wat flauw voorbeeld, want we leven in een wereld waar men soms meer tegenover elkaar dan naast elkaar lijkt te staan, en de polarisatie overal aanwezig lijkt. De gevoeligheden liggen aan de oppervlakte en, hoe goed je ook je best doet, op tenen gaan staan is bijna niet te vermijden. Het is natuurlijk de vraag of het daadw...