Doorgaan naar hoofdcontent

AI Preek

 


In enkele dagbladen zijn laatst ingezonden brieven geplaatst, welke geschreven zijn door AI. De redacties hadden dit niet door en plaatsten ze ter goede trouw. AI kunnen we steeds meer tegenkomen. Er worden afbeeldingen gemaakt, teksten geredigeerd en foto’s gemanipuleerd. Zelf maak ik er graag gebruik van om een tekst even na te laten kijken op spelling. Ik vraag dan ook inzicht in de typefouten die ik gemaakt heb en daar leer ik dan van.

Nu ik met mijn zondagse preek bezig was, vroeg ik mij af wat er zou gebeuren als ik AI wat sturende opdrachten zou geven om hem af te ronden. Ik gaf de computer enkele ingrediënten waar ik zelf mee aan het stoeien ben.

Binnen een minuut schotelde AI mij de volgende tekst voor en ik schrok mij rot. Hij heeft met losse gedachten en zinnetjes een geheel gemaakt, wat er best wel goed uitziet. Het is een wat oppervlakkige preek, maar het is een basis en in alle eerlijkheid, als ik dit zondag voor zou lezen zou het niemand opvallen.

Gelukkig is dat niet het doel van de preek. Daarin mogen we het goede nieuws laten klinken. Die boodschap mogen wij eerst zelf horen om vervolgens onder woorden te brengen richting geloofsgenoten. Daar is tijd en worstelen voor nodig, iets dat AI niet kan vervangen.

Groots zijn door je klein te maken      Mc. 9, 30-37

Stel je voor: je staat voor de Geboortekerk in Bethlehem, de plaats waar volgens de traditie Jezus is geboren. De ingang van deze kerk is niet zomaar een deur, het is een bijzonder kleine opening, zo laag dat iedereen, zelfs de kleinsten onder ons, moeten buigen om binnen te komen. Je moet jezelf letterlijk klein maken om de kerk binnen te gaan. Wat een krachtig beeld voor ons geloof! We mogen onszelf klein maken, niet om ons weg te cijferen, maar om ruimte te maken voor iets groters. Het is een daad van dienstbaarheid, een daad van je eigen ambities even opzij zetten om te dienen. 

In het evangelie van vandaag zien we Jezus en zijn leerlingen onderweg. Jezus is niet zomaar op pad, Hij is hen aan het voorbereiden op wat gaat komen. Hij vertelt hen over zijn lijden, dood en verrijzenis. Dit zijn geen lichte woorden; het is het hart van het evangelie. Je zou denken dat de leerlingen vol ontzag en verwarring zouden zijn, maar wat doen ze? Ze beginnen te ruziën over wie van hen de belangrijkste is.

Het is bijna een komische situatie: terwijl Jezus spreekt over zelfopoffering en lijden, maken de leerlingen zich druk om wie de leiding zal nemen wanneer Hij er niet meer is. Misschien denken ze dat ze klaar moeten staan om zijn plaats in te nemen, maar ze hebben nog niet door wat echt belangrijk is.

Wat doet Jezus? Hij toont hen een heel nieuwe manier van leidinggeven: niet door macht of positie, maar door dienstbaarheid. Hij zegt: “Als iemand de eerste wil zijn, moet hij de laatste van allen zijn en de dienaar van allen.” Dat is de omgekeerde wereld van het koninkrijk van God. Grootheid wordt niet gemeten in macht of status, maar in je bereidheid om te dienen. Dit is het leiderschap dat Jezus zijn leerlingen leert.

Een van de meest indrukwekkende momenten waarop Jezus dit principe zelf in de praktijk brengt, is tijdens de voetwassing op Witte Donderdag. Terwijl zijn uur van lijden nabij is, neemt Hij de tijd om de voeten van zijn discipelen te wassen. Een taak die normaal voorbehouden is aan de laagste bedienden, wordt door Jezus uitgevoerd om te laten zien wat ware dienstbaarheid betekent.

Dit is de kern van Jezus’ boodschap: hij dient, zelfs tot het einde. Hij laat ons zien dat ware grootheid niet ligt in heersen over anderen, maar in dienen, in het klein maken van jezelf om de ander te verheffen.

Niets menselijks is ons vreemd. Net als de leerlingen vragen wij ons vaak af wie de belangrijkste is. Of het nu op het werk is, in de politiek, of zelfs in onze sociale kringen, we zijn vaak bezig met wie het meeste voor het zeggen heeft. Politiek kan soms aanvoelen als een populariteitswedstrijd, en zelfs in ons dagelijks leven maken we dingen belangrijk die eigenlijk onbelangrijk zijn.

Maar is dat waar het echt om gaat? Als we kijken naar kinderen, zien we hoe zij in staat zijn om hun ego even opzij te zetten. Ze zijn nieuwsgierig naar het leven, niet bezig met wie de meeste macht heeft. Dit is een les die wij als volwassenen soms vergeten. Jezus nodigt ons uit om weer te worden als kinderen: om niet altijd ons eigen belang op de eerste plaats te zetten, maar ruimte te maken voor de ander.

Hoe kunnen wij dit in ons leven toepassen? Moeder Teresa zei ooit: "Mensen zoeken vrede, maar wat ze allereerst nodig hebben, is stilte. Want de vrucht van stilte is gebed, de vrucht van gebed is geloof, de vrucht van geloof is liefde, de vrucht van liefde is dienstbaarheid, en de vrucht van dienstbaarheid is vrede."

Als we stil kunnen worden, kunnen we luisteren naar de stem van God in ons leven. Die stilte leidt ons naar gebed, en gebed leidt tot geloof. Geloof wordt liefde, en liefde wordt dienstbaarheid. Dat is de weg naar vrede – een vrede die begint in ons hart en zich verspreidt naar de wereld om ons heen.

Laten we deze week nadenken over waar wij ruimte kunnen maken voor dienstbaarheid. Misschien is het in kleine daden: een vriendelijk woord tegen een collega, tijd vrijmaken voor een ander, of simpelweg luisteren zonder te oordelen. Het is in deze kleine daden van dienstbaarheid dat we werkelijk groot zijn in het Koninkrijk van God. Amen.

 

Oja, de afbeelding is ook via AI… en nu ga ik snel de echte preek afschrijven…

Reacties

Populaire posts van deze blog

21ste zondag door het jaar B

  Soms kunnen we in de Bijbel teksten tegenkomen die wat ongemakkelijk aanvoelen. Het is dan gemakkelijk om ze over te slaan en het er vooral niet over te hebben. Op die manier houden we het leuk en gezellig. Tegelijkertijd doen we die teksten daarmee tekort en sluiten we ons af voor de boodschap die ze ons te brengen hebben. Ooit kreeg ik een Bijbeltje, een klein boekje waar alle ingewikkelde teksten uit waren geknipt. Als je het doorbladerde, waren er soms woorden weg, maar ook hele zinnen en hoofdstukken. Je hield een gatenkaas over waar niets van te breien was. De kern ontbrak. Ook dat zal niet de bedoeling zijn. Moeilijke teksten, en hetzelfde geldt voor ingewikkelde situaties en nare omstandigheden, zullen we onder ogen moeten komen. Daarmee wordt het niet per se leuker, maar hopelijk zien we dan wel dat het dragelijker is dan we in eerste instantie dachten. Vaak ligt er namelijk onbegrip aan ten grondslag. Onbegrip is niet alleen iets van onze tijd; we zien het ook dui...

20ste zondag door het jaar B

  Proficiat! Zalige Communie! Het zijn woorden die ik waarschijnlijk aan het einde van elke Mis wel uitspreek. Zelf hoor ik het al het grootste gedeelte van mijn leven, sinds ik misdienaartje werd. Als kind vond ik het al een mooie opmerking, het klinkt een beetje als gefeliciteerd! In de Mis ontvangen we een prachtig geschenk en daar mogen we elkaar wel mee feliciteren… Alleen doe ik de groet daarmee tekort. Proficiat stamt af van het Latijnse woord: proficere, dat kan je vertalen als: ‘voortgang maken’, oftewel: Ga zo door! We ontvangen de Communie, prachtig! Daar houdt het niet bij op: het mag ook vrucht dragen in ons leven als we de wereld weer instappen: Proficiat! Doe er iets goeds mee en ga voort op de ingeslagen weg.  Dat klinkt prachtig, maar het is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Dat merken we in ieder geval in deze afgelopen weken. We lezen nu al voor de 5e week uit de Broodrede, zoals Johannes deze in zijn Evangelie heeft opgeschreven. Dit begon met de Br...

23ste zondag door het jaar B

  Alweer enige tijd geleden zag ik een straatinterview op tv waarin aan een voorbijganger werd gevraagd of we tegenwoordig nog wel alles mogen zeggen. Die bewuste persoon maakte van zijn hart geen moordkuil en zei dat het niet meer kan. Alles is gevoelig, zo zei hij, en je kunt inderdaad niets meer zeggen. De interviewer ging hierop door en vroeg wat er dan niet meer gezegd zou mogen worden. Hierop volgde een hele lijst met hete hangijzers; één voor één werden ze opgenoemd. De interviewer ging nog wat verder: “Dat mag je dus allemaal niet meer zeggen?” “Nee”, bevestigde de ander, waarop de geslepen interviewer zei: “Maar u heeft het net wel gezegd.” Het is een wat flauw voorbeeld, want we leven in een wereld waar men soms meer tegenover elkaar dan naast elkaar lijkt te staan, en de polarisatie overal aanwezig lijkt. De gevoeligheden liggen aan de oppervlakte en, hoe goed je ook je best doet, op tenen gaan staan is bijna niet te vermijden. Het is natuurlijk de vraag of het daadw...