Doorgaan naar hoofdcontent

27ste zondag door het jaar B


Aan het begin van de nieuwe week bekijk ik altijd het Evangelie voor de komende zondag. Soms ontstaat er al een eerste idee. Daarna lees ik Bijbelcommentaren om wat achtergrondgegevens te hebben. Zo gaat de week verder en richting vrijdag komt er vaak wel iets. Deze week liep dat anders, op mijn computer staan nu verschillende beginnetjes omdat ik er simpelweg niet uitkwam en dan begin je maar steeds weer opnieuw. Het Evangelie van vandaag ligt namelijk ook wat gevoelig. Zo’n zin: “Wat God derhalve heeft verbonden mag een mens niet scheiden”, is knap ingewikkeld als je in zo’n situatie zit of je het in jouw omgeving meemaakt. Met deze Bijbeltekst in de hand hebben ook veel mensen elkaar de maat genomen, of zijn in ondragelijke situaties tegen beter weten in bij elkaar gebleven. Elk woord kan dan gevoelig liggen en daar mogen we samen een weg in vinden.

Het is goed om te weten dat Jezus een ideaal schetst. Het ideaal dat twee mensen zich met elkaar verbonden weten, van hart tot hart, en samen één worden. Als je dat mag beleven; van harte gefeliciteerd. Tegelijkertijd is het leven ook vaak ingewikkeld. Relaties worden verbroken, sommige mensen ontmoeten wellicht geen passende partner of je kan niet aan het geschetste ideaal voldoen. Daar zit je dan. Zo’n tekst kan dan keihard binnenkomen en misschien wel de gedachte ontlokken: ‘bij mij zit het verkeerd’.

Op zo’n moment kunnen we ons verliezen in oordelen en negatieve gedachten en daar worden we geen betere mensen van. Volgens mij valt dat ook wat Jezus benoemt als Hij spreekt over de hardheid van het hart. Daar komen we niet verder mee. De liefde van God mag leidend zijn.

Laten we eerst even naar het Evangelie kijken. Hierin dagen de Farizeeën Jezus uit om een standpunt in te nemen over de vraag of mensen uit elkaar kunnen gaan. Jezus kan het goede antwoord bijna niet geven. Er luisteren namelijk twee kampen mee. Hij zou heel goed kunnen zeggen, dat klopt: scheiden is fout. 

De godsdienstige leiders zullen dat graag horen, maar de wereldlijke macht, in de persoon van Herodes, zeker niet. Hij heeft een paar hoofdstukken eerder Johannes de Doper laten onthoofden, omdat hij zich uitsprak over de relatie van Herodes met zijn schoonzus. Herodes en Herodias, de vrouw van zijn halfbroer, hebben namelijk hun beide partners verlaten om samen verder te gaan. Fijne familie. Johannes de Doper sprak zich er tegen uit en moest dat met de marteldood bekopen. Dus Jezus moet op zijn woorden letten, zou je denken.

Tegelijkertijd kan Jezus ook niet zeggen dat scheiden kan. Er zijn namelijk verschillende stromingen in het Jodendom die daar anders over denken. Het zorgt voor frictie. Men zou het Jezus kwalijk nemen en de gevolgen kunnen groot zijn. Jezus moet dus op zijn woorden letten, zou je denken…

Jezus laat zich gelukkig niet vangen door woorden en gaat naar de kern door te vragen wat Mozes zegt. De Farizeeën weten het antwoord al: een man mag zijn vrouw wegsturen met een scheidingsbrief. Maar Jezus voegt daaraan toe dat dit alleen is toegestaan vanwege de hardheid van het hart. Het is niet Gods oorspronkelijke bedoeling. Jezus gaat voorbij aan discussies over regels en legt de nadruk op Gods oorspronkelijke bedoeling: dat twee mensen elkaar aanvullen en compleet maken. Dit ideaal zien we al in het scheppingsverhaal, waarin God de mens niet alleen laat, maar hem een partner geeft, zoals we lezen in de eerste lezing. Want waar mensen in liefde samenzijn tonen ze een beeld van de liefde die God voor de mensen heeft. Christus is er om dat oorspronkelijke beeld te herstellen, opdat we Gods Liefde kunnen ontvangen en ervaren.

Die liefde zien we dus terugkomen in de schepping. God heeft de schepping niet nodig, maar Hij heeft ons geschapen om zijn liefde te delen. Dat komt tot uiting in de schepping van de mens. De mens is er, maar er ontbreekt iets. Alle dieren worden gecreëerd, maar dit is niet wat de mens nodig heeft. Vervolgens wordt uit de mens de vrouw gemaakt en deze man en vrouw maken elkaar compleet. Dat is natuurlijk een prachtig beeld, het ideaal wordt voor ons geschetst.

Tegelijkertijd is de realiteit een andere. Leven vanuit dit ideaal is een gave, soms een opgave en soms wellicht niet mogelijk. Ook is het voor sommigen niet de situatie die bij het leven past. Zoals ik al eerder noemde, we kunnen ons dan verliezen in oordelen over anderen en wellicht ook over onszelf. Dat is ook hardheid van het hart. Je bouwt er niets mee op en gaat misschien zelfs tussen Gods liefde en de ander instaan, of je sluit jezelf af van de liefde die God voor jou heeft.

De kern van de lezingen van vandaag is dat God een verbond met ons is aangegaan. Dat verbond zien we duidelijk bij Adam en Eva. Zij leven de ultieme liefde en maken elkaar compleet. Daarmee is het een beeld van de liefde die God voor ons heeft. Als we Zijn Liefde mogen ontvangen, zijn we compleet. Dan kunnen we daarin delen en groeien.

We moeten ons niet blindstaren op het ideaal en ons voor ons hoofd slaan als we dat niet kunnen bereiken. We mogen het ideaal zien als een beeld van hoeveel God van ons houdt en dat Hij ons niet loslaat, dat zijn liefde geen houdbaarheidsdatum heeft maar er juist altijd zal zijn. Dat is wat ware liefde is. Die liefde kan bergen verzetten.

Die liefde blijft ook bestaan als het leven anders loopt. We hoeven ons niet te verliezen in het streven naar het ideaal. We mogen het ideaal zien als de blik waarmee God altijd weer naar ons kijkt. Hoe het leven ook loopt, welke moeilijke keuzes we ook moeten maken; we mogen ons altijd weer richten op de Levende Heer, want Hij heeft ons lief. Amen.


De afbeelding is gegenereerd via AI

Reacties

Populaire posts van deze blog

21ste zondag door het jaar B

  Soms kunnen we in de Bijbel teksten tegenkomen die wat ongemakkelijk aanvoelen. Het is dan gemakkelijk om ze over te slaan en het er vooral niet over te hebben. Op die manier houden we het leuk en gezellig. Tegelijkertijd doen we die teksten daarmee tekort en sluiten we ons af voor de boodschap die ze ons te brengen hebben. Ooit kreeg ik een Bijbeltje, een klein boekje waar alle ingewikkelde teksten uit waren geknipt. Als je het doorbladerde, waren er soms woorden weg, maar ook hele zinnen en hoofdstukken. Je hield een gatenkaas over waar niets van te breien was. De kern ontbrak. Ook dat zal niet de bedoeling zijn. Moeilijke teksten, en hetzelfde geldt voor ingewikkelde situaties en nare omstandigheden, zullen we onder ogen moeten komen. Daarmee wordt het niet per se leuker, maar hopelijk zien we dan wel dat het dragelijker is dan we in eerste instantie dachten. Vaak ligt er namelijk onbegrip aan ten grondslag. Onbegrip is niet alleen iets van onze tijd; we zien het ook dui...

20ste zondag door het jaar B

  Proficiat! Zalige Communie! Het zijn woorden die ik waarschijnlijk aan het einde van elke Mis wel uitspreek. Zelf hoor ik het al het grootste gedeelte van mijn leven, sinds ik misdienaartje werd. Als kind vond ik het al een mooie opmerking, het klinkt een beetje als gefeliciteerd! In de Mis ontvangen we een prachtig geschenk en daar mogen we elkaar wel mee feliciteren… Alleen doe ik de groet daarmee tekort. Proficiat stamt af van het Latijnse woord: proficere, dat kan je vertalen als: ‘voortgang maken’, oftewel: Ga zo door! We ontvangen de Communie, prachtig! Daar houdt het niet bij op: het mag ook vrucht dragen in ons leven als we de wereld weer instappen: Proficiat! Doe er iets goeds mee en ga voort op de ingeslagen weg.  Dat klinkt prachtig, maar het is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Dat merken we in ieder geval in deze afgelopen weken. We lezen nu al voor de 5e week uit de Broodrede, zoals Johannes deze in zijn Evangelie heeft opgeschreven. Dit begon met de Br...

23ste zondag door het jaar B

  Alweer enige tijd geleden zag ik een straatinterview op tv waarin aan een voorbijganger werd gevraagd of we tegenwoordig nog wel alles mogen zeggen. Die bewuste persoon maakte van zijn hart geen moordkuil en zei dat het niet meer kan. Alles is gevoelig, zo zei hij, en je kunt inderdaad niets meer zeggen. De interviewer ging hierop door en vroeg wat er dan niet meer gezegd zou mogen worden. Hierop volgde een hele lijst met hete hangijzers; één voor één werden ze opgenoemd. De interviewer ging nog wat verder: “Dat mag je dus allemaal niet meer zeggen?” “Nee”, bevestigde de ander, waarop de geslepen interviewer zei: “Maar u heeft het net wel gezegd.” Het is een wat flauw voorbeeld, want we leven in een wereld waar men soms meer tegenover elkaar dan naast elkaar lijkt te staan, en de polarisatie overal aanwezig lijkt. De gevoeligheden liggen aan de oppervlakte en, hoe goed je ook je best doet, op tenen gaan staan is bijna niet te vermijden. Het is natuurlijk de vraag of het daadw...