Doorgaan naar hoofdcontent

Tweede zondag van de advent jaar C

 


Vlakbij mijn woning wordt er nu al tijden aan een straat gewerkt, wat voor mij een sluipweg de wijk uit is. Kinderen staan vaak met grote ogen naar de machines te kijken en aanschouwen het werken aan de weg als een wereldwonder. Als ik er langs kom en weer om moet rijden, kijk ik er simpelweg iets geïrriteerder naar. Ik wil door kunnen rijden, ben vaak al aan de late kant en dit kost gewoon twee minuten extra. In die zin kan ik veel leren van die kleintjes die zich laten verbazen en voor wie een zandwagen een avontuur betekent. Voor hen kan dit niet lang genoeg duren. Langzaam zien zij hoe een straat ontstaat; er wordt van alles onder de grond geplaatst, er wordt zand gestort en geasfalteerd. Iedere fase brengt weer iets mee. Voor mij is het gewoonweg een goede oefening in het geduld. Dat kan geen kwaad en ik zou natuurlijk ook gewoon enkele minuten eerder kunnen vertrekken.

In het evangelie ontmoeten we vandaag Johannes de Doper. Het begin klinkt een beetje als het begin van een sprookje, een soort: “er was eens…”.  Het evangelie opent met een verwijzing naar het verleden: een moment in de geschiedenis met namen en functies. Zo wordt Johannes geplaatst in een herkenbare tijd, om te laten zien dat God werkt in de concrete realiteit. Johannes ontmoeten we in de woestijn. Hij heeft zich teruggetrokken in de stilte en in die omstandigheden ontvangt hij zijn roeping van God en roept zijn volksgenoten op om zich te bekeren. Opnieuw te beginnen, met een schone lei. Daarbij wordt verwezen naar een andere tekst uit de profeet Jesaja. De weg mag worden voorbereidt voor de komst van de Heer. Deze belangrijke taak mag Johannes op zich nemen. Hij is de wegbereider voor Christus. Voor belangrijke mensen werd vroeger de weg opgeknapt zodat ze ongehinderd door konden reizen. Eigenlijk gebeurt dit vandaag de dag nog steeds. Tijdens de nucleaire top in Den Haag een paar jaar geleden werd de snelweg gedeeltelijk afgesloten om de hoogwaardigheidsbekleders een soepele doortocht te geven.

Johannes mag deze taak op zich nemen om ons voor te bereiden op de komst van de Heer. Een goede voorbereiding vraagt namelijk om inzet vanuit ons. We worden steeds weer opgeroepen om ons om te keren tot God. Daar mogen we steeds naar uitzien en geduld voor hebben.

Ook bereiden we ons voor op het komende heilig jaar, een Jubeljaar, zoals dat eens in de 25 jaar gevierd wordt. Zo’n Heilig Jaar legt de nadruk op de verzoening tussen God en de mensen en de mensen onderling en dit jaar staat de Hoop centraal, wij mogen pelgrims van de Hoop zijn. In het begeleidend schrijven noemt de paus dat het Jubeljaar een uitnodiging is om hoop te herontdekken. Die is namelijk stevig geworteld in Gods liefde en stelt daarom niet teleur. Het mag ons dragen, door alle beproevingen heen want juist die beproevingen versterken de hoop. De paus beschrijft dat we in een wereld leven waar alles onmiddellijk te realiseren is. Hij ziet dat mensen niet de tijd maken om elkaar te ontmoeten, zelfs in families. Geduld is verdreven door haast. Dit leidt tot een gevoel van ontevredenheid. Franciscus stelt dat als wij nog in staat zouden zijn met verwondering naar de schepping te kijken, zouden wij kunnen begrijpen hoe het geduld doorslaggevend is. In de wisseling van seizoenen, hoe de natuur zich ontwikkeld. Het geduld mogen we opnieuw ontdekken. Geduld is een vrucht van de Geest en houdt de hoop levend. We mogen onze hoop stellen in de Heer en in de advent bereiden we ons voor op de drievoudige komst. We kijken terug naar de Geboorte en vooruit naar de Wederkomst, maar ook iedere dag weer opnieuw wil Christus in ons leven en mogen we Hem ontvangen.

Daartoe mogen we ons steeds weer openstellen. Al is dat een hele uitdaging in onze levens, waar het soms lijkt of de waarde van het leven wordt afgemeten van hoe druk we het hebben. Hoe vaak krijgen we niet als antwoord op de vraag hoe het gaat: “Druk!” We hebben wellicht geen tijd voor geduld. Juist in deze advent mogen we hoopvol uitzien naar Gods belofte. Deze bijzondere tijd nodigt ons steeds weer uit om onszelf open te stellen voor Hem en te werken aan onze innerlijke voorbereiding. Dat vraagt om te groeien in geduld.

Dat in een periode waarin snel nog kerstkaarten geschreven moeten worden; de boom opgetuigd en kerstmenu’s moeten worden bedacht is een hele uitdaging. Er zijn twee dingen die ons hierbij kunnen helpen; het gebed en dankbaar zijn.

In drukke tijden kan het gebed het onderspit delven. Soms merk ik het zelf, dan zie ik de mailbox en mijn gebedshoek en dan kies ik soms toch voor het doorspitten van die mailtjes. Terwijl het gebed voor ons een manier van ademhalen mag zijn. In deze advent kan het een manier zijn om te groeien in het verlangend uitzien door op een vast moment tijd te maken voor het gebed. Het gaat hierbij niet om hoelang je bidt, maar wel dat we bidden. Contact maken en op adem komen bij de Heer. Er zijn hulpmiddelen genoeg. De Jezuïeten bieden bijvoorbeeld een digitale retraite aan, waarbij ze dagelijks het evangelie bemediteren en daar vragen bij stellen. Er zijn podcasts genoeg die een helpende hand uitsteken, maar het belangrijkste is dat we er tijd voor maken en ruimte geven aan de Heer die Hij in mag vullen. Zo groeien we ook in geduld met God. 

Een ander belangrijk iets is de dankbaarheid. Vaak weten we wel wat verbeterpunten zijn, wat we anders moeten doen; maar kunnen we ook dankjewel zeggen. Door aan het einde van de dag terug te zien met een glimlach en te realiseren dat je enkele mooie ervaringen hebt opgedaan groeien we in geduld met onszelf. We hoeven dan niet alleen stil te staan bij wat beter kan, maar we mogen ook zien dat we Gods geliefde kinderen zijn.

Als we als biddende en dankbare mensen als pelgrims van de Hoop door het leven gaan; bereiden we ons continue voor op de Komst van de Heer, toen, straks en iedere dag opnieuw. Amen.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

14e zondag door het jaar C

Een tijd je terug ging in de avond de deurbel bij de pastorie. Ik verwachtte niemand en besloot de bel gewoon te negeren. Er werd nogmaals gebeld, stiekem keek ik even uit het raam en ik zag iemand met een rugzak staan. Het gebeurt vaker dat er aangebeld wordt en men om hulp vraagt, vaak in de vorm van geld voor een treinkaartje, eten of een plek om te slapen. In alle eerlijkheid, ik had er geen zin in. Mooier maken kan ik het niet en ik negeerde de bel. Toen kreeg ik een smsje, doorgestuurd vanaf de Noodtelefoon. De deurbeller had het nummer gevonden en zijn vraag verzonden. Hij bleek een missionaris te zijn die een slaapplek zocht. Mijn motivatie en zeker de gastvrijheid en naastenliefde was nog steeds niet erg hoog, maar ik besloot dat ik hem minstens aan kon spreken; alvorens af te poeieren. De missionaris vertelde dat hij, indachtig het Evangelie van vandaag, zonder spullen door Nederland trok om het Evangelie te leven en te verkondigen. Hij noemde bij een nieuwe orde te horen e...

19e zondag door het jaar C

  In mijn jonge jaren verzamelde ik van alles en nog wat. Een periode waren het steentjes. Als ik dan ging wandelen en een mooi exemplaar vond, sjouwde ik deze met mij mee. Het was dan een bijzondere schat die later in mijn kamertje een plek vond. De kleine verzameling is op een gegeven moment verdwenen. Het was dan ook geen echte schat voor mij, maar gewoon iets dat tijdelijk leuk was. Allemaal hebben we iets wat voor ons belangrijk is. Iets dat je als een schat, als rijkdom beschouwt. Dit kan een object zijn, maar misschien ook wel familie, gezondheid, mooie reizen maken. Iets waar je niet zonder zou kunnen, wat blijvende vreugde schenkt.   Jezus vraagt ons er ook naar: wat is jouw schat? Waar gaat je hart het meest naar uit? Hij zegt: “Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.” En dan gaat Hij nog een stap verder: Hij nodigt ons uit om onze schat niet hier op aarde te verzamelen, maar in de hemel. Want zo leiden we een leven met God. Zo’n leven vraagt ook iets van ons. O...

Pinksteren

Van harte gefeliciteerd! Vandaag vieren we de verjaardag van de Kerk. Hiermee bedoel ik dit niet gebouw of de parochie die wij samen vormen, maar de Kerk met een hoofdletter. Na Pasen belooft Jezus aan zijn leerlingen een Helper, de H. Geest en vandaag vieren we dat Hij daadwerkelijk aan ons gegeven is. Het brengt de leerlingen letterlijk in beweging en zij trekken de wereld over om dat Goede Nieuws verder te verspreiden. De Kerk is geboren. Proficiat! De heilige Geest is in het beeld toch vaak de wat grote onbekende als we naar God kijken. Bij God de Vader hebben we wel een beeld, God de Zoon voelt benaderbaar, maar die God de Heilige Geest blijft wat ingewikkeld. Terwijl Hij er al vanaf het begin bij is. In het scheppingsverhaal komen we de Geest al tegen: “In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren” [cf. Gen. 1, 1.2] Door heel de Bijbel ontmoeten we de Geest. In de oorspronke...