Doorgaan naar hoofdcontent

Vierde zondag van de advent jaar C


De afgelopen Advent heb ik steeds gesproken over de hoop, dit in het licht van het komende Heilig Jaar, waarin de hoop centraal staat. Hoop is een bijzonder iets. Het laat mensen in moeilijke situaties boven zichzelf uit stijgen. Soms bevinden we ons wellicht tussen hoop en vrees, maar ondanks onrustige momenten in ons leven mogen we er altijd weer het beste van hopen. We mogen er naar uitzien dat een situatie ten goede zal keren. Soms wordt hoop zwaar beproefd. De moed zakt je in de schoenen en hoop lijkt te verdwijnen. Zonder hoop voelt het leven leeg en mist er iets essentieels. Daartoe mogen wij ons dan verhouden en andere wegen moeten vinden. Verwachtingen en dromen moeten worden bijgesteld en dan mag je ervaren dat je opnieuw ergens naar mag uitzien en daar hoop uit mag putten. Hoop is meer dan optimisme. Het is een geschenk van God, als een van de goddelijke deugden. Hij staat in het rijtje: Geloof, hoop en liefde. Het is een vertrouwensrelatie met onze God en het reikt verder dan het hier en nu, want we mogen uitzien naar de Heer. Daar mogen we ons juist in deze tijd van Advent bewust van zijn.

Vandaag gaan we op weg met Maria. Ze heeft van de engel gehoord dat ze zwanger zal worden en haar nicht Elisabeth, ondanks haar hoge leeftijd, ook in blijde verwachting is. Met spoed, zo lazen we, gaan Maria op reis en we zijn getuige van een vreugdevolle ontmoeting dus deze twee vrouwen in zo’n bijzondere situatie. Zelfs de nog ongeboren Johannes de Doper springt in de buik van zijn moeder op van vreugde. Het moet iets voor deze vrouwen geweest zijn. In een moment staat het hele leven op z’n kop. Elisabeth kon geen kinderen krijgen en nu is er nu biologisch te oud voor. Plotseling verschijnt er een engel bij haar man Zacharias en hij kondigt deze bijzondere zwangerschap aan. Zacharias gelooft er niets van, waardoor hij zijn spraak verloren is. Zwijgzaam komt hij thuis en nu is zij in verwachting van Johannes. Voor Maria was het ook een wonderlijke ontwikkeling. Ze is nog jong, wel al verloofd, maar dan krijgt zij ook bezoek van een engel die de geboorte van Jezus aankondigt. Deze dames hadden dus wel het een en ander te bespreken. Maria ging op weg vol met vragen, onder de indruk van de boodschap die zij ontvangen heeft. Dit moet overweldigend zijn geweest. Toch vinden ze in elkaar een bron van vreugde en hoop.

We zijn getuige van een hoopvolle ontmoeting. Als we met elkaar het leven delen en elkaar dragen, kunnen wij daar hoop uit putten. Zoals gezegd mogen we daar het komende jaar misschien nog wel meer bewust van zijn. Op 24 december vieren we niet alleen Kerstavond, maar opent de paus ook de Heilige Deur van de st. Pieter en gaat dit bijzondere jaar, een Jubeljaar, van start. Het thema is dat we Pelgrims van de Hoop zijn. Als pelgrims mogen we dit jaar op tocht gaan. Sommigen van ons komen letterlijk in beweging en anderen vullen het misschien als een geestelijke pelgrimstocht in. Een pelgrimage is een bijzondere reis waarbij het einddoel niet het belangrijkste is. Je zet een stip op de horizon om ergens heen te gaan, bijvoorbeeld Santiago de Compostella of Rome en je gaat van start. Onderweg gebeurt het, volgens mij. In de ontmoeting met jezelf, de anderen die je tegenkomt en in de ontmoeting met Onze Lieve Heer. De plaats waar naar toe je onderweg bent is een middel, de weg waarlangs is het daadwerkelijke doel. Het leven kunnen we op die manier ook als een pelgrimstocht zien. Onderweg kom je reisgenoten tegen; met sommigen ben je jaren verbonden en anderen ontmoet je even, maar toch kan zo’n contact je in een bijzondere richting helpen. De eerste christenen werden ‘mensen van de Weg’ genoemd, naar de opmerking van Jezus dat Hij de Weg, de Waarheid en het Leven is. Op die manier mogen wij ook tochtgenoten van elkaar zijn.

In zijn aankondiging noemt de Paus dat het Jubeljaar een uitnodiging om hoop te herontdekken. Hij citeert Paulus als de apostel erkent dat het leven vol vreugde en verdriet is, en dat hoop juist in beproevingen wordt versterkt. We kennen namelijk allemaal situaties waarin we de hoop bijna zouden verliezen. Het is dan makkelijk gezegd om geduld te hebben en te volharden, daar moet je ook nog de kracht en energie voor hebben.

Op die momenten mogen we als reisgenoten om ons heen kijken en zien met wie we onderweg zijn. De weg van het geloof gaan we namelijk als gemeenschap, in de mooie momenten, maar ook als het moeilijk wordt. Zelfs op die momenten dat je wellicht teleurgesteld bent in de Kerk of het allemaal niet meer zo zeker weet. Daarin kunnen we het voorbeeld van Maria en Elisabeth volgen. Met alle vragen, onzekerheden en ook vreugde, zoeken ze elkaar op. Delen ze wat er in hen leeft en groeien ze in de hoop. In onze levens gun ik ons allemaal een Maria of Elisabeth waarbij we op verhaal mogen komen en het leven mogen delen. Om daarin te groeien zullen we soms een Elisabeth moeten zijn die haar deur opent voor Maria en haar vreugdevol ontvangt. Op andere momenten zijn we zoals Maria, trekken we de schoenen aan en gaan op reis gaan om de ander te ontmoeten. In deze laatste dagen van de advent hoeven we de hoop niet voor onszelf te houden. Als Pelgrims van Hoop zijn we samen op weg en mogen we delen wat er in ons leeft en elkaar zo tot steun zijn. Daarvoor kunnen we steeds opnieuw in beweging komen. Amen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

21ste zondag door het jaar B

  Soms kunnen we in de Bijbel teksten tegenkomen die wat ongemakkelijk aanvoelen. Het is dan gemakkelijk om ze over te slaan en het er vooral niet over te hebben. Op die manier houden we het leuk en gezellig. Tegelijkertijd doen we die teksten daarmee tekort en sluiten we ons af voor de boodschap die ze ons te brengen hebben. Ooit kreeg ik een Bijbeltje, een klein boekje waar alle ingewikkelde teksten uit waren geknipt. Als je het doorbladerde, waren er soms woorden weg, maar ook hele zinnen en hoofdstukken. Je hield een gatenkaas over waar niets van te breien was. De kern ontbrak. Ook dat zal niet de bedoeling zijn. Moeilijke teksten, en hetzelfde geldt voor ingewikkelde situaties en nare omstandigheden, zullen we onder ogen moeten komen. Daarmee wordt het niet per se leuker, maar hopelijk zien we dan wel dat het dragelijker is dan we in eerste instantie dachten. Vaak ligt er namelijk onbegrip aan ten grondslag. Onbegrip is niet alleen iets van onze tijd; we zien het ook dui...

20ste zondag door het jaar B

  Proficiat! Zalige Communie! Het zijn woorden die ik waarschijnlijk aan het einde van elke Mis wel uitspreek. Zelf hoor ik het al het grootste gedeelte van mijn leven, sinds ik misdienaartje werd. Als kind vond ik het al een mooie opmerking, het klinkt een beetje als gefeliciteerd! In de Mis ontvangen we een prachtig geschenk en daar mogen we elkaar wel mee feliciteren… Alleen doe ik de groet daarmee tekort. Proficiat stamt af van het Latijnse woord: proficere, dat kan je vertalen als: ‘voortgang maken’, oftewel: Ga zo door! We ontvangen de Communie, prachtig! Daar houdt het niet bij op: het mag ook vrucht dragen in ons leven als we de wereld weer instappen: Proficiat! Doe er iets goeds mee en ga voort op de ingeslagen weg.  Dat klinkt prachtig, maar het is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Dat merken we in ieder geval in deze afgelopen weken. We lezen nu al voor de 5e week uit de Broodrede, zoals Johannes deze in zijn Evangelie heeft opgeschreven. Dit begon met de Br...

23ste zondag door het jaar B

  Alweer enige tijd geleden zag ik een straatinterview op tv waarin aan een voorbijganger werd gevraagd of we tegenwoordig nog wel alles mogen zeggen. Die bewuste persoon maakte van zijn hart geen moordkuil en zei dat het niet meer kan. Alles is gevoelig, zo zei hij, en je kunt inderdaad niets meer zeggen. De interviewer ging hierop door en vroeg wat er dan niet meer gezegd zou mogen worden. Hierop volgde een hele lijst met hete hangijzers; één voor één werden ze opgenoemd. De interviewer ging nog wat verder: “Dat mag je dus allemaal niet meer zeggen?” “Nee”, bevestigde de ander, waarop de geslepen interviewer zei: “Maar u heeft het net wel gezegd.” Het is een wat flauw voorbeeld, want we leven in een wereld waar men soms meer tegenover elkaar dan naast elkaar lijkt te staan, en de polarisatie overal aanwezig lijkt. De gevoeligheden liggen aan de oppervlakte en, hoe goed je ook je best doet, op tenen gaan staan is bijna niet te vermijden. Het is natuurlijk de vraag of het daadw...