Doorgaan naar hoofdcontent

Openbaring des Heren jaar C


Als ik naar de kerststal kijk, heb ik toch wel een beetje te doen met die herders en de Wijzen uit het Oosten. Ze moeten namelijk op kraamvisite. Als ik altijd ergens tegen opzie, is dat het wel. Het is natuurlijk prachtig als er een kleintje wordt geboren, van harte gefeliciteerd! Maar dan op bezoek gaan, met een beetje pech getrakteerd worden op bevallingsverhalen en beschuit met muisjes: Het zal nooit een hobby worden. Het ergste vind ik nog het vinden van een passend cadeautje. Ze zijn nog te jong voor een cadeaubon. Met kleertjes moet je opletten of het niet te klein is. Gelukkig is hulp nooit ver weg. In mijn vorige werkkring had ik eigenlijk alleen maar vrouwelijke collega’s, die gaven dan goede tips en ik kon weer goede sier maken.

Als ik nu weer naar de kerststal kijk en de koningen zie komen met hun goud, wierook en mirre, dan vraag ik mij af wie hen geadviseerd heeft? Erg praktisch is het allemaal niet, luiers zijn handiger. Deze geschenken hebben natuurlijk ook een prachtige symbolische waarde. Goud past natuurlijk goed bij de koning die Jezus is. Wierook verwijst naar  de goddelijkheid. Mirre heeft een betekenis die in de toekomst van baby Jezus gelegen is. Het verwijst naar Zijn dood. Met mirre werden overledenen gezalfd. Deze wijzen hebben nogal een avontuur achter de rug. Ze komen vanuit het Oosten, zien een ster en volgen deze. Ze durven aan de ene kant te vertrouwen op hun wetenschappelijke kennis, want ze kennen de betekenis van deze ster. Tegelijkertijd komen ze vol vertrouwen in beweging om die ster te volgen. Je zou ze misschien wel de eerste Pelgrims van Hoop kunnen noemen. In eerste instantie zoeken ze de pasgeboren Koning bij de wereldlijke vorst Herodes en dan komen ze erachter dat ze verder moeten reizen. Ze komen uit bij een stal, een Kindje, kwetsbaar en klein, geboren in armoede. Dit verwachten ze niet, tegelijkertijd stellen ze wel hun vertrouwen in wat zij zien en geleerd hebben. Een mooie combinatie van kennis en geloof. Dan mag de vreugde het overnemen.

De koningen tonen aan dat als we de Heer zoeken, vreugde ons ten deel zal vallen. Een prachtig vooruitzicht. Het roept wel de vraag op wat wij als geschenk aan die pasgeboren Koning kunnen bieden. Wat zou geschikt zijn? Het mooiste cadeau dat we aan de Heer kunnen geven is onszelf. Met onze mooie kanten en uitdagingen; het totale pakket.

Dit roept misschien de vraag op wat we van onszelf te geven hebben. Het klinkt namelijk leuk, maar waar kan de Heer iets mee? We kunnen allemaal in de spiegel kijken en zien wat er tekortschiet. Het gedoe dat we met ons meedragen; teleurstellingen, in onszelf, anderen, de kerk of misschien wel in God. Wellicht is ons geloof kwetsbaar en klein, slaat de twijfel soms toe en weten we het allemaal even niet meer. Daar dan iets van weggeven, voelt wellicht als het aanbieden van een kat in de zak. Terwijl het juist die gebrokenheid van het leven is die we mogen delen met de Heer. Onze pijnen, fouten en tekorten kunnen we aan de voeten van de Heer neerleggen. Die gebrokenheid mogen we namelijk omarmen, want vanuit die gebrokenheid kan weer iets groeien. Daar ligt de kiem voor iets nieuws. Zoals een graankorrel moet sterven om te groeien, zo kunnen onze moeilijkheden plaatsmaken voor hoop. We zien het terug in de natuur. Als we bollen in de tuin planten, breekt het nieuwe leven als het ware door de schil heen om tot bloei te komen. We zien het ook terug in ons geloof. Door het offer van Christus aan het kruis, Zijn Gebrokenheid, kunnen wij leven met God.

Als we in de spiegel kijken en zien waar wellicht groeiruimte is, zien we ook hoe we die weg van groeien in geloven kunnen gaan. Het voorbeeld vinden we bij de Wijzen. Door ons te richten op een oriëntatiepunt, in beweging te komen en iets aan te bieden. De eerste stap die we moeten nemen is ons richten op de ster. Waar oriënteren we ons op? In een tijd en wereld waar er genoeg afleiding te verzinnen is, is dat al een hele uitdaging. Om dit op het spoor te komen, mogen we onszelf de vraag stellen wat echt belangrijk is. Gaat het dan om hoe mensen naar je kijken? Of je het goed voor elkaar hebt in het leven en de juiste auto rijdt? Henri Nouwen, een bekende priester, zegt het treffend: Je bent niet wat je doet of wat andere mensen over je zeggen, maar je bent Gods geliefde kind. Als dat een waarheid is waaruit we leven, dan is dat ook een waarheid waar we ons steeds weer op kunnen richten. Hoe moeilijk het leven soms ook is. Als we weer teleurgesteld zijn, mag er iets zijn dat boven alle discussie verheven is: je bent Gods geliefde kind, want Hij heeft ons het eerste lief. Soms kunnen we daar misschien aan twijfelen, maar als je die gelovige zekerheid ooit ervaren hebt: hou je daar dan aan vast. Vervolgens mogen we, zoals die wijzen, in beweging komen om de Heer te ontmoeten. Plekken waar we de Heer kunnen ontmoeten zijn in de kerk, bij mensen die we tegenkomen, in ons gebed, als we uit de Bijbel lezen, vul maar in… In alles wat we doen, overal waar we gaan en bij ieder die we ontmoeten, kunnen we de Heer ervaren. We zullen er wel moeite voor moeten doen. Als we dan de Heer gevonden hebben, kunnen we natuurlijk niet met lege handen voor Hem verschijnen. We mogen Hem onszelf aanbieden, met het mooie en datgene waar we ons misschien wel voor schamen. Door het met de Heer te delen, geven we Hem de kans er iets moois van te maken. De Heer kan recht schrijven op kromme regels. Ooit hoorde ik de uitspraak: Heiligen zijn zondaars die nooit ophouden met proberen. Naar die heiligheid mogen we steeds streven.

Zoals de Wijzen kunnen we onze blik richten op het licht dat ons de weg wijst. Daarmee worden we uitgenodigd om in beweging te komen, zoals zij, zelfs als de weg onduidelijk lijkt. Daarbij mogen we onze eigen gebrokenheid en liefdevolle intenties als geschenk aanbieden aan de Heer. Hij vraagt geen perfectie, maar onze bereidheid om steeds meer te groeien in Zijn liefde. Zo mogen ook wij, als Pelgrims van Hoop, getuigen van Zijn liefdevolle Licht in de wereld. Amen.


Afbeelding: The Adoration of the Magi; Hiëronymus Bosch. Via Wikipedia

Reacties

Populaire posts van deze blog

21ste zondag door het jaar B

  Soms kunnen we in de Bijbel teksten tegenkomen die wat ongemakkelijk aanvoelen. Het is dan gemakkelijk om ze over te slaan en het er vooral niet over te hebben. Op die manier houden we het leuk en gezellig. Tegelijkertijd doen we die teksten daarmee tekort en sluiten we ons af voor de boodschap die ze ons te brengen hebben. Ooit kreeg ik een Bijbeltje, een klein boekje waar alle ingewikkelde teksten uit waren geknipt. Als je het doorbladerde, waren er soms woorden weg, maar ook hele zinnen en hoofdstukken. Je hield een gatenkaas over waar niets van te breien was. De kern ontbrak. Ook dat zal niet de bedoeling zijn. Moeilijke teksten, en hetzelfde geldt voor ingewikkelde situaties en nare omstandigheden, zullen we onder ogen moeten komen. Daarmee wordt het niet per se leuker, maar hopelijk zien we dan wel dat het dragelijker is dan we in eerste instantie dachten. Vaak ligt er namelijk onbegrip aan ten grondslag. Onbegrip is niet alleen iets van onze tijd; we zien het ook dui...

20ste zondag door het jaar B

  Proficiat! Zalige Communie! Het zijn woorden die ik waarschijnlijk aan het einde van elke Mis wel uitspreek. Zelf hoor ik het al het grootste gedeelte van mijn leven, sinds ik misdienaartje werd. Als kind vond ik het al een mooie opmerking, het klinkt een beetje als gefeliciteerd! In de Mis ontvangen we een prachtig geschenk en daar mogen we elkaar wel mee feliciteren… Alleen doe ik de groet daarmee tekort. Proficiat stamt af van het Latijnse woord: proficere, dat kan je vertalen als: ‘voortgang maken’, oftewel: Ga zo door! We ontvangen de Communie, prachtig! Daar houdt het niet bij op: het mag ook vrucht dragen in ons leven als we de wereld weer instappen: Proficiat! Doe er iets goeds mee en ga voort op de ingeslagen weg.  Dat klinkt prachtig, maar het is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Dat merken we in ieder geval in deze afgelopen weken. We lezen nu al voor de 5e week uit de Broodrede, zoals Johannes deze in zijn Evangelie heeft opgeschreven. Dit begon met de Br...

23ste zondag door het jaar B

  Alweer enige tijd geleden zag ik een straatinterview op tv waarin aan een voorbijganger werd gevraagd of we tegenwoordig nog wel alles mogen zeggen. Die bewuste persoon maakte van zijn hart geen moordkuil en zei dat het niet meer kan. Alles is gevoelig, zo zei hij, en je kunt inderdaad niets meer zeggen. De interviewer ging hierop door en vroeg wat er dan niet meer gezegd zou mogen worden. Hierop volgde een hele lijst met hete hangijzers; één voor één werden ze opgenoemd. De interviewer ging nog wat verder: “Dat mag je dus allemaal niet meer zeggen?” “Nee”, bevestigde de ander, waarop de geslepen interviewer zei: “Maar u heeft het net wel gezegd.” Het is een wat flauw voorbeeld, want we leven in een wereld waar men soms meer tegenover elkaar dan naast elkaar lijkt te staan, en de polarisatie overal aanwezig lijkt. De gevoeligheden liggen aan de oppervlakte en, hoe goed je ook je best doet, op tenen gaan staan is bijna niet te vermijden. Het is natuurlijk de vraag of het daadw...