Doorgaan naar hoofdcontent

Achtste zondag door het jaar C

Het Evangelie van vandaag (Lc. 6, 39-45) staat vol met wijsheden die op een tegeltje niet zouden misstaan. Het zijn prachtige zinnen die we allemaal wel kennen. Dat is ergens ook het gevaar van zo’n tekst. We halen die zinnen dan uit hun verband en verliezen daarmee de samenhang uit het oog. Bij een oordeel wordt vaak geantwoord: ‘Kijk eerst naar je eigen balk.’ Wanneer er enthousiasme klinkt, horen we: “waar het hart van vol is…”. Het is bijzonder dat deze zinnen zo in ons taalgebruik hun weg hebben gevonden, maar we hoeven ze niet alles losse kreten te zien.

Deze weken lezen we uit de Veldrede. In het Bijbelboek Matteüs komen we een vergelijkbaar verhaal tegen. Hier houdt Jezus een toespraak op een berg; de Bergrede. In Lucas daalt Jezus de berg af en houdt zijn toespraak op een vlakte, een veld. Het eerste gedeelte is gericht op de leerlingen. Zij horen wie zalig, oftewel gelukkig zullen zijn. De armen, treurenden, die mogen uitzien naar een ommekeer. Dit is meer dan een doekje voor het bloeden. Het is een toetssteen: Waar richten we ons op? Waar stellen we ons vertrouwen in? Vorige week ging het verder met aansporingen. Concreet: betaal de ander niet terug in gelijke munt, maar reageer volgens Gods barmhartigheid. Vandaag klinken dus de gelijkenissen. Ze komen wellicht als losse wijsheden over, maar ze zijn met elkaar verbonden. Het zijn namelijk de voorwaarden om de lessen van Jezus handen en voeten te geven. Het begint ermee dat we onze ogen open moeten houden, goed moeten kunnen kijken. Als twee blinden elkaar leiden loopt het mis. De balk en splinter haken daarbij aan. Het is makkelijk om iets bij een ander te vinden, maar dan moet je eigen zicht wel goed zijn. Daarna maakt Jezus de stap naar de onze daden. We moeten goede dingen met Zijn boodschap doen, aan de vruchten herkent met de boom. Jezus geeft ons een basishouding mee. We moeten ons vertrouwen stellen in de Heer, Gods barmhartigheid centraal zetten en niet hypocriet zijn. Een levensregel om ons aan vast te houden. We krijgen de kans om nieuwe mensen te worden, als we de boodschap van de Levende Heer volgen.

Tegelijkertijd is het ook een hele uitdaging waar we ons hele leven stappen in mogen zetten. We mogen ons steeds weer opnieuw bekeren om verder te groeien in Gods liefde en dit liefdevol uit te dragen. Dat zijn de goede vruchten waaraan de boom herkent zal worden. Voorbeelden hiervan vinden we bij de heiligen. Bijvoorbeeld bij de heilige Don Bosco (1815 – 1888). Hij plaatste zijn vertrouwen in God en schonk dat vertrouwen ook aan anderen. Hij leerde jongens in de gevangenis kennen en wilde hen op een uitje meenemen. De directeur vertrouwde dit plan natuurlijk niet, want zij zouden gelijk vluchten bij de eerste de beste mogelijkheid. Don Bosco liet zich daar niet door tegenhouden en kreeg uiteindelijk toestemming. Hij investeerde in de relatie. Hij zag niet het slechte in die jongeren, niet hun splinters en gebrokenheid. Hij zag hen als geliefde kinderen van de Vader en toonde barmhartigheid. Dat merkten zij en ze keerden allemaal weer terug. Don Bosco schonk vertrouwen en kreeg het dubbel terug.

Natuurlijk worden we in ons vertrouwen ook weleens teleurgesteld. Maar juist in een tijd waarin meer de economie van ‘voor wat – hoort wat’ leidend lijkt te zijn, mag deze christelijke houding wel meer voor het voetlicht komen. Als dit de houding is past het niet om bij vredesonderhandelingen gelijk economische punten te scoren. Het is dan ook  ondenkbaar om alleen ontwikkelingssamenwerking te bieden als we er zelf iets mee op schieten. We mogen onze blik gericht houden op de Heer en Zijn lijn volgen. We staan aan de vooravond van de Veertigdagentijd – een tijd van bezinning, omkeer en groei. Jezus nodigt ons vandaag uit om eerlijk naar onszelf te kijken. Hierbij mogen we onszelf de vraag stellen wat er tussen jou en God instaat? Welke balk belemmert jouw zicht? Misschien is het trots, angst, drukte of twijfel. Dit is het moment om ruimte te maken, niet door alles radicaal overboord te gooien, maar door bewust stil te staan bij wat werkelijk belangrijk is. Als we onze ogen openen en zien wat ons afleidt van God, kunnen we ook bewust kiezen voor vruchtbare grond. Welke vruchten breng jij voort? Hoe wordt Gods aanwezigheid in jouw leven zichtbaar voor anderen? Geloof is geen privézaak. Als het goede vruchten draagt, straalt het vanzelf uit naar de mensen om je heen.

Daarom een uitnodiging voor de komende dagen tot Aswoensdag: 

  • Kijk eens eerlijk in de spiegel. Wat heeft aandacht nodig in jouw relatie met God? 
  • Bid om inzicht. Vraag God om je te laten zien wat je mag loslaten of veranderen.
  • Zet een eerste stap. Kleine keuzes kunnen grote vruchten voortbrengen.

De Veertigdagentijd is niet bedoeld als een last, maar als een kans – een tijd om te groeien, los te laten en Gods liefde opnieuw centraal te zetten. Een prachtige uitnodiging om deze bijzondere tijd aan te gaan. Succes! Amen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

21ste zondag door het jaar B

  Soms kunnen we in de Bijbel teksten tegenkomen die wat ongemakkelijk aanvoelen. Het is dan gemakkelijk om ze over te slaan en het er vooral niet over te hebben. Op die manier houden we het leuk en gezellig. Tegelijkertijd doen we die teksten daarmee tekort en sluiten we ons af voor de boodschap die ze ons te brengen hebben. Ooit kreeg ik een Bijbeltje, een klein boekje waar alle ingewikkelde teksten uit waren geknipt. Als je het doorbladerde, waren er soms woorden weg, maar ook hele zinnen en hoofdstukken. Je hield een gatenkaas over waar niets van te breien was. De kern ontbrak. Ook dat zal niet de bedoeling zijn. Moeilijke teksten, en hetzelfde geldt voor ingewikkelde situaties en nare omstandigheden, zullen we onder ogen moeten komen. Daarmee wordt het niet per se leuker, maar hopelijk zien we dan wel dat het dragelijker is dan we in eerste instantie dachten. Vaak ligt er namelijk onbegrip aan ten grondslag. Onbegrip is niet alleen iets van onze tijd; we zien het ook dui...

20ste zondag door het jaar B

  Proficiat! Zalige Communie! Het zijn woorden die ik waarschijnlijk aan het einde van elke Mis wel uitspreek. Zelf hoor ik het al het grootste gedeelte van mijn leven, sinds ik misdienaartje werd. Als kind vond ik het al een mooie opmerking, het klinkt een beetje als gefeliciteerd! In de Mis ontvangen we een prachtig geschenk en daar mogen we elkaar wel mee feliciteren… Alleen doe ik de groet daarmee tekort. Proficiat stamt af van het Latijnse woord: proficere, dat kan je vertalen als: ‘voortgang maken’, oftewel: Ga zo door! We ontvangen de Communie, prachtig! Daar houdt het niet bij op: het mag ook vrucht dragen in ons leven als we de wereld weer instappen: Proficiat! Doe er iets goeds mee en ga voort op de ingeslagen weg.  Dat klinkt prachtig, maar het is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Dat merken we in ieder geval in deze afgelopen weken. We lezen nu al voor de 5e week uit de Broodrede, zoals Johannes deze in zijn Evangelie heeft opgeschreven. Dit begon met de Br...

23ste zondag door het jaar B

  Alweer enige tijd geleden zag ik een straatinterview op tv waarin aan een voorbijganger werd gevraagd of we tegenwoordig nog wel alles mogen zeggen. Die bewuste persoon maakte van zijn hart geen moordkuil en zei dat het niet meer kan. Alles is gevoelig, zo zei hij, en je kunt inderdaad niets meer zeggen. De interviewer ging hierop door en vroeg wat er dan niet meer gezegd zou mogen worden. Hierop volgde een hele lijst met hete hangijzers; één voor één werden ze opgenoemd. De interviewer ging nog wat verder: “Dat mag je dus allemaal niet meer zeggen?” “Nee”, bevestigde de ander, waarop de geslepen interviewer zei: “Maar u heeft het net wel gezegd.” Het is een wat flauw voorbeeld, want we leven in een wereld waar men soms meer tegenover elkaar dan naast elkaar lijkt te staan, en de polarisatie overal aanwezig lijkt. De gevoeligheden liggen aan de oppervlakte en, hoe goed je ook je best doet, op tenen gaan staan is bijna niet te vermijden. Het is natuurlijk de vraag of het daadw...