Doorgaan naar hoofdcontent

Zesde zondag van Pasen

 


De afgelopen dagen waren enkele parochianen op bedevaart naar Lourdes. Een prachtige reis waarin je samen op weg bent. Sommige groepsgenoten zijn bekend, al is het maar van gezicht, en anderen zijn nieuw. Zo begin je met elkaar op het kerkplein, stap je de trein in en ga je met duizend Nederlandse pelgrims naar Lourdes. Daar kom je met nog zoveel anderen samen, bid je bij de grot, loop je mee in de kaarsenprocessie of trek je langs de vele winkeltjes.

Tijdens een bedevaart heeft iedereen zijn eigen vertrekpunt. Je gaat op weg met eigen vragen en intenties. Ook neem je verzoeken van anderen mee, die dit aan je hebben toevertrouwd. Zo komt iedereen in Lourdes aan met een rugzakje vol en mag je dat daar voor een deel achterlaten en gesterkt weer naar huis gaan.

Lourdes, zo heb ik mogen ervaren, is een liefdevolle plek. Men heeft oog en aandacht voor elkaar. Er is altijd wel een uitgestoken hand en een luisterend oor te vinden. Zo zijn geloofsgenoten elkaar tot steun.

Het geloof lijkt in Lourdes vanzelfsprekend te zijn. Je struikelt er over de vele Mariabeeldjes, bidt de rozenkrans, viert dagelijks de Mis en spreekt gemakkelijk over wat er in je leeft. Het geloof hoort erbij en er is ruimte voor.

Na enkele dagen ondergedompeld te zijn in die rijke katholieke cultuur, ga je weer op huis aan en zit je slaperig en wat gaar in de trein. Het vlammetje van hoop, dat daar zo makkelijk ontvlamt, kan dan snel uitdoven. Gelukkig hoeven we dat niet op eigen kracht te doen en kunnen we vertrouwen op de Helper.

Jezus stelt ons namelijk die Heilige Geest in het vooruitzicht, zo horen we in het evangelie. Rond het Laatste Avondmaal houdt Hij een uitgebreide afscheidsrede (vgl. Joh. 13–17). Hierin noemt de Heer dat de Geest helpt om al zijn lessen te herinneren – als het ware om het vlammetje brandend te houden.

Dat is niet alleen een passieve houding van iets dat je overkomt, maar je moet er ook actief aan meewerken. Zorgen dat er voldoende zuurstof bij blijft komen.

Daarin kunnen we de Heilige Geest zien als een spiekbriefje. Ooit gaf een leerkracht het advies om spiekbriefjes te maken. Tot onze verrassing vond hij het zelfs een goed idee. Hiermee maakten we namelijk gelijk een samenvatting, noteerden de zaken die we moeilijk vonden en leerden op die manier meteen de lesstof. We werden dus aangemoedigd spiekbriefjes te maken, maar mochten ze jammer genoeg niet gebruiken.

De Heilige Geest is een “spiekbriefje” dat we ontvangen en juist wél moeten gebruiken – en daarmee ruimte moeten geven.

Daarvoor mogen we die Geest in ons leven verstaan. Paus Franciscus heeft ooit over de Heilige Geest gezegd dat er in de Bijbel staat dat de Geest getuigt over Jezus. De paus legt dit uit als: de Geest spreekt in ons hart en wijst Jezus aan in ons leven. “Daar heb ik Hem ervaren,” “op dit moment voelde ik Zijn steun.”

Concreet kun je dit maken door bewust op “bedevaart” te gaan. Daarvoor hoef je niet meteen in de eerste bus te springen of direct naar Santiago te gaan wandelen. Wel kun je de stappen gebruiken:

Zoek je bagage bij elkaar, ga op reis en deel je ervaringen.

Door “je tas in te pakken”, realiseer je je wat je met je meedraagt – aan mooie en fijne zaken, maar ook aan bagage die in de weg zit. Je kijkt als het ware in de spiegel en ziet jezelf onder ogen. Niet om jezelf te beoordelen, maar om God te danken voor het goede en steun te vragen bij de momenten dat je het nodig hebt.

Vervolgens ga je op weg. Dat kun je letterlijk nemen door te gaan wandelen en te bidden in de natuur, of door naar de kerk te gaan. Je kunt het ook invullen door meer ruimte te maken om te bidden in de stilte van je eigen huis. Ook kun je de Bijbel induiken. Neem eens de tijd om met Gods Woord onderweg te zijn door bijvoorbeeld een evangelie te lezen.

Als jouw reis dan achter de rug is en de ervaringen een plek vinden, is het waardevol om dit te delen. Zo maak je anderen getuige van de vreugde die in jou leeft. Je maakt daarmee een ‘spiekbriefje’ van kernmomenten uit jouw gelovig leven – even een houvast als het geloof naar de achtergrond dreigt te verdwijnen.

Op die manier kunnen we altijd en overal met God onderweg zijn. Daarbij kunnen we onszelf aan het einde van de dag de vraag stellen: “Waar heb ik vandaag God ontmoet?”

Dat zit hem niet in grootse en meeslepende momenten, maar juist in het kleine: in het briesje wind dat verkoeling geeft, de vriendelijke glimlach die je ontvangt, in hoe je met medegelovigen onderweg bent.

Zo wordt het hele leven een bedevaart: biddend op weg. We mogen in beweging komen op de weg van de Heer. Hij zendt de Helper om ons te begeleiden. Amen.

Reacties

  1. Prachtig verwoord! Zelf ervaar ik ook altijd dat het in landen als Italië, Portugal waar men actief katholiek is het als “makkelijker” ervaar hier hoort het gewoon bij de dagelijkse gang van leven.. eenmaal terug in Nederland blijkt het dan toch weer vrij lastig de draad op te pakken.. zonde

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

21ste zondag door het jaar B

  Soms kunnen we in de Bijbel teksten tegenkomen die wat ongemakkelijk aanvoelen. Het is dan gemakkelijk om ze over te slaan en het er vooral niet over te hebben. Op die manier houden we het leuk en gezellig. Tegelijkertijd doen we die teksten daarmee tekort en sluiten we ons af voor de boodschap die ze ons te brengen hebben. Ooit kreeg ik een Bijbeltje, een klein boekje waar alle ingewikkelde teksten uit waren geknipt. Als je het doorbladerde, waren er soms woorden weg, maar ook hele zinnen en hoofdstukken. Je hield een gatenkaas over waar niets van te breien was. De kern ontbrak. Ook dat zal niet de bedoeling zijn. Moeilijke teksten, en hetzelfde geldt voor ingewikkelde situaties en nare omstandigheden, zullen we onder ogen moeten komen. Daarmee wordt het niet per se leuker, maar hopelijk zien we dan wel dat het dragelijker is dan we in eerste instantie dachten. Vaak ligt er namelijk onbegrip aan ten grondslag. Onbegrip is niet alleen iets van onze tijd; we zien het ook dui...

20ste zondag door het jaar B

  Proficiat! Zalige Communie! Het zijn woorden die ik waarschijnlijk aan het einde van elke Mis wel uitspreek. Zelf hoor ik het al het grootste gedeelte van mijn leven, sinds ik misdienaartje werd. Als kind vond ik het al een mooie opmerking, het klinkt een beetje als gefeliciteerd! In de Mis ontvangen we een prachtig geschenk en daar mogen we elkaar wel mee feliciteren… Alleen doe ik de groet daarmee tekort. Proficiat stamt af van het Latijnse woord: proficere, dat kan je vertalen als: ‘voortgang maken’, oftewel: Ga zo door! We ontvangen de Communie, prachtig! Daar houdt het niet bij op: het mag ook vrucht dragen in ons leven als we de wereld weer instappen: Proficiat! Doe er iets goeds mee en ga voort op de ingeslagen weg.  Dat klinkt prachtig, maar het is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Dat merken we in ieder geval in deze afgelopen weken. We lezen nu al voor de 5e week uit de Broodrede, zoals Johannes deze in zijn Evangelie heeft opgeschreven. Dit begon met de Br...

23ste zondag door het jaar B

  Alweer enige tijd geleden zag ik een straatinterview op tv waarin aan een voorbijganger werd gevraagd of we tegenwoordig nog wel alles mogen zeggen. Die bewuste persoon maakte van zijn hart geen moordkuil en zei dat het niet meer kan. Alles is gevoelig, zo zei hij, en je kunt inderdaad niets meer zeggen. De interviewer ging hierop door en vroeg wat er dan niet meer gezegd zou mogen worden. Hierop volgde een hele lijst met hete hangijzers; één voor één werden ze opgenoemd. De interviewer ging nog wat verder: “Dat mag je dus allemaal niet meer zeggen?” “Nee”, bevestigde de ander, waarop de geslepen interviewer zei: “Maar u heeft het net wel gezegd.” Het is een wat flauw voorbeeld, want we leven in een wereld waar men soms meer tegenover elkaar dan naast elkaar lijkt te staan, en de polarisatie overal aanwezig lijkt. De gevoeligheden liggen aan de oppervlakte en, hoe goed je ook je best doet, op tenen gaan staan is bijna niet te vermijden. Het is natuurlijk de vraag of het daadw...