Doorgaan naar hoofdcontent

15e zondag door het jaar C

 


Wetten en regels zijn er niet voor niets. Zonder structuur zou het snel een chaos worden, waarin ieder zijn eigen gang gaat. Regels geven duidelijkheid, orde en houvast. Tegelijk worden regels soms ook gebruikt om achter te schuilen, om verantwoordelijkheid te ontwijken. We hoeven alleen maar terug te denken aan de toeslagenaffaire. In die periode werd fraude hard aangepakt. Dat beleid kreeg brede steun van vrijwel alle partijen. Het beleid schoot door. Een klein foutje leidde al tot terugvordering van duizenden euro’s. Het systeem liet geen ruimte voor nuance, twijfel of kwetsbaarheid. En zo gingen mensen kapot; niet door hun eigen keuzes, maar omdat de menselijke maat ontbrak. Met pijnlijke gevolgen, waar velen vandaag de dag nog steeds de lasten van dragen.

Bij wetgeving zou het moeten draaien om toepasbaarheid en rechtvaardigheid. Regels moeten niet alleen kloppen op papier, maar ook in het leven van mensen. Dat spanningsveld zien we ook in het evangelie van vandaag. Hier ontmoeten we een wetgeleerde. Hij kent de joodse wetgeving van binnen en buiten en wil Jezus testen als hij vraagt: “Wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?” Jezus speelt de bal terug en vraagt wat de Wet zegt. De wetgeleerde antwoordt met het dubbelgebod van de liefde: God liefhebben en je naaste als jezelf. Het juiste antwoord, zo bevestigt Jezus. De wetgeleerde wil meer weten en vraagt door: “wie is mijn naaste?” Jezus antwoordt met het bekende verhaal van de barmhartige Samaritaan. Een man wordt overvallen, mishandeld en voor dood achtergelaten. Een priester en een Leviet, twee religieuze functionarissen, zien hem liggen, maar lopen in een grote boog om hem heen. Dan komt een Samaritaan, een buitenlander, met wie de joden niet op goede voet staan. Juist hij biedt zijn hulp aan. Vervolgens draait Jezus de vraag om; niet: “wie is mijn naaste?”, maar “voor wie ben jij een naaste?” We worden uitgedaagd om een open oog en hart voor de wereld om ons heen te hebben, en te spreken met daden van liefde.

Op de priester en de leviet wordt vaak neergekeken. Alsof ze niets van God hebben begrepen. Hun gedrag komt alleen niet uit de lucht vallen. Ze volgen simpelweg de Wet. Deze schrijft voor dat ze geen contact mogen hebben met bloed of een dode. Dat zou hen ritueel onrein maken.  Waarschijnlijk zijn ze op weg naar Jeruzalem om hun religieuze taken te verrichten. Als ze onrein zijn kunnen ze geen dienst meer doen in de tempel. Ook dat heeft gevolgen. Juist hier schuurt het. Want de joodse traditie kent ook het principe van “pikuach nefesh”. Dit betekent dat het redden van leven boven vrijwel alle andere geboden gaat. Zelfs reinheidswetten moeten wijken als er een mensenleven op het spel staat. Hun fout is niet dat ze de wet kennen, maar dat ze die boven de mens stellen. De menselijke maat raakt zoek.

Gelovig leven vraagt niet alleen dat we de regels kennen, maar vooral dat we ernaar leven. Dat we niet blijven hangen in de vraag: wie is mijn naaste, maar onszelf afvragen: voor wie ben ik een naaste? Dat we niet alleen denken, maar juist doen wat goed is.

De Kerk wil ons hier wegen in leren. Binnen onze traditie bestaat de katholieke sociale leer, ook wel het best bewaarde geheim van de Kerk genoemd. In de negentiende eeuw stonden veel waarden onder druk. De industrialisatie stond voor de deur. De techniek nam een vlucht. De menselijke waardigheid verdween naar de achtergrond. Paus Leo XIII sprak profetisch in de encycliek Rerum Novarum (1891). Hij stelt dat arbeid niet alleen bedoeld is voor economische groei, maar voor het welzijn van allen, voor culturele en morele ontwikkeling. De Kerk ging zich steeds meer uitspreken. De sociale leer ontwikkelde zich tot een visie op de brede samenhang van het menselijk leven: sociaal, economisch, cultureel en spiritueel.

De rode draad van de sociale leer wordt gevormd door de liefde. Liefde speelt een rol in de relatie tot God en tot de naaste, van het kleine: in vriendschap, gezin en geloofsgemeenschap, tot het grote: maatschappelijke structuren, politiek en economie. God houdt van ons. Die liefde ontvangen we en daarmee worden we ook opgeroepen om die liefde verder te verspreiden. Het is nooit af. De ontwikkelingen in de samenleving staan nooit stil, en daar zullen we ons steeds toe moeten verhouden. Niet door ons te verschuilen achter wetten of wat ons goed uitkomt. De liefde is het meetsnoer. We moeten leven en handelen vanuit respect voor de menselijke waardigheid, waarbij we mogen streven naar de goede samenleving, naar het bonum commune. Een opdracht voor ons allemaal. Daarom mogen, zelfs moeten, we onze stem laten horen. Er zijn kansen genoeg. Zoals laatst met het wetsvoorstel dat wellicht zelfs de hulp aan mensen zonder papieren strafbaar maakt. Dat gaat tegen de christelijke waarden in. Of als we zien hoe mensen lijden onder de wreedheid van oorlog en geweld. Dan zullen we ons uit moeten spreken en een andere boodschap laten klinken. Niet met gelijke munt terugslaan, maar liefde laten spreken. De zachte krachten ruimte geven. Steeds moeten we ons afvragen: waar staan wij? Volgen we de lijn van liefde die Christus ons steeds wijst?

Natuurlijk, christelijke liefde betekent niet dat alles mag. Er zijn grenzen, wetten en regels. Echte naastenliefde mag zich niet laten tegenhouden door bureaucratie. Dat zou nooit mogen gebeuren. We mogen kritisch zijn, waakzaam. Maar we mogen nooit koud of onverschillig worden. Jezus toont ons een andere, liefdevolle weg.

Ook in ons eigen leven mag de menselijke maat leidend zijn. De wet mag nooit boven de mens worden geplaatst. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. We kunnen naar onze regeringsleiders kijken en de bal bij hen neerleggen, maar dat ontslaat ons niet van onze eigen verantwoordelijkheid. Voor wie mogen wij, u en ik, een naaste zijn? Medelijden, echte innerlijke bewogenheid, raakt ons tot in de kern. Het laat ons niet stilstaan, maar zet ons in beweging. En het hoeft niet meteen groots en meeslepend te zijn. Begin gewoon. Misschien ontmoeten we deze week iemand die ons nodig heeft: voor een boterham, een luisterend oor, of simpelweg een beetje tijd. Wat doe je dan? Kunnen we dan ons hart laten spreken, of lopen we liever een blokje om? Jezus blijft het zeggen: wees een naaste voor de ander. Een opdracht waar we ons hele leven in mogen groeien. Amen.


Afbeelding: La parabola del Buon Samaritano Messina Chiesa della Medaglia Miracolosa Casa di Ospitalità Collereale via wikipedia.

Reacties

Populaire posts van deze blog

21ste zondag door het jaar B

  Soms kunnen we in de Bijbel teksten tegenkomen die wat ongemakkelijk aanvoelen. Het is dan gemakkelijk om ze over te slaan en het er vooral niet over te hebben. Op die manier houden we het leuk en gezellig. Tegelijkertijd doen we die teksten daarmee tekort en sluiten we ons af voor de boodschap die ze ons te brengen hebben. Ooit kreeg ik een Bijbeltje, een klein boekje waar alle ingewikkelde teksten uit waren geknipt. Als je het doorbladerde, waren er soms woorden weg, maar ook hele zinnen en hoofdstukken. Je hield een gatenkaas over waar niets van te breien was. De kern ontbrak. Ook dat zal niet de bedoeling zijn. Moeilijke teksten, en hetzelfde geldt voor ingewikkelde situaties en nare omstandigheden, zullen we onder ogen moeten komen. Daarmee wordt het niet per se leuker, maar hopelijk zien we dan wel dat het dragelijker is dan we in eerste instantie dachten. Vaak ligt er namelijk onbegrip aan ten grondslag. Onbegrip is niet alleen iets van onze tijd; we zien het ook dui...

20ste zondag door het jaar B

  Proficiat! Zalige Communie! Het zijn woorden die ik waarschijnlijk aan het einde van elke Mis wel uitspreek. Zelf hoor ik het al het grootste gedeelte van mijn leven, sinds ik misdienaartje werd. Als kind vond ik het al een mooie opmerking, het klinkt een beetje als gefeliciteerd! In de Mis ontvangen we een prachtig geschenk en daar mogen we elkaar wel mee feliciteren… Alleen doe ik de groet daarmee tekort. Proficiat stamt af van het Latijnse woord: proficere, dat kan je vertalen als: ‘voortgang maken’, oftewel: Ga zo door! We ontvangen de Communie, prachtig! Daar houdt het niet bij op: het mag ook vrucht dragen in ons leven als we de wereld weer instappen: Proficiat! Doe er iets goeds mee en ga voort op de ingeslagen weg.  Dat klinkt prachtig, maar het is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Dat merken we in ieder geval in deze afgelopen weken. We lezen nu al voor de 5e week uit de Broodrede, zoals Johannes deze in zijn Evangelie heeft opgeschreven. Dit begon met de Br...

23ste zondag door het jaar B

  Alweer enige tijd geleden zag ik een straatinterview op tv waarin aan een voorbijganger werd gevraagd of we tegenwoordig nog wel alles mogen zeggen. Die bewuste persoon maakte van zijn hart geen moordkuil en zei dat het niet meer kan. Alles is gevoelig, zo zei hij, en je kunt inderdaad niets meer zeggen. De interviewer ging hierop door en vroeg wat er dan niet meer gezegd zou mogen worden. Hierop volgde een hele lijst met hete hangijzers; één voor één werden ze opgenoemd. De interviewer ging nog wat verder: “Dat mag je dus allemaal niet meer zeggen?” “Nee”, bevestigde de ander, waarop de geslepen interviewer zei: “Maar u heeft het net wel gezegd.” Het is een wat flauw voorbeeld, want we leven in een wereld waar men soms meer tegenover elkaar dan naast elkaar lijkt te staan, en de polarisatie overal aanwezig lijkt. De gevoeligheden liggen aan de oppervlakte en, hoe goed je ook je best doet, op tenen gaan staan is bijna niet te vermijden. Het is natuurlijk de vraag of het daadw...