Doorgaan naar hoofdcontent

17e zondag door het jaar C


De afgelopen dagen was ik op het Zomerkamp van het bisdom Rotterdam. Het was weer een geweldige ervaring. Het bisdom kent drie zomerkampen: voor kinderen, tieners en jongeren. Dit jaar werden deze kampen voor het eerst op één locatie georganiseerd. Dit was een hele uitdaging omdat ze toch een eigen kleur en gebruiken hebben. Dit kwam goed naar voren bij de maaltijd. De tieners en jongeren hebben namelijk de traditie om na het bidden elkaar “smakelijk eten” te wensen. Dit doen ze door elkaars handen vast te houden en te zingen: “Hap, hap, happerdehap, happerdehap hap hap. Bik, bik, bikkerdebik, bikkerdebik bik bik: eet smakelijk!!" Hierbij wordt vervolgens op de tafel getrommeld, waarbij de volle waterglazen soms over de tafel gaan.

De leiding van het kinderkamp noemde van tevoren al dat ze dit niet deden; het paste natuurlijk niet bij de structuur die je aan kinderen aanbiedt. De leiding van de jongeren vonden het ook afgezaagd, want: “kinderachtig!” en hadden het afgeschaft. Gelukkig waren er nog wat eigenwijze leiding van de tieners die het bij de eerste maaltijd dapper inzette en de tieners en jongeren  deden uiteraard vrolijk mee. Dit had verbaasde kinderblikken tot gevolg en enkele hoofdschuddende reacties van de leiding. Bij elke maaltijd ging dit natuurlijk door. De kinderen deden al snel enthousiast mee. Al begrepen zij het toch niet helemaal. Dit “lied” wordt namelijk ingezet na het bidden. De samenhang met de maaltijd was voor de jongsten niet duidelijk, zo bleek toen zij na een Onze Vader in het gebedsmoment ook vrolijk elkaars hand vastpakte en begonnen te zingen. Wederom met verbaasde blikken van de leiding tot gevolg, die uit moesten leggen dat dit bij de maaltijd hoorde en geen aanvulling is op het gebed des Heren.

Tegelijkertijd is het prachtig om te zien. Het gebed werd ook iets vrolijks. Met alle onze vragen, gevoelens en gedachten kunnen we ons richten op God. Dit werd heel duidelijk in de gebedsmomenten met de tieners en de jongeren. Het is indrukwekkend om te zien hoe spontaan zij bidden. Bij het ontsteken van een kaarsje bidden ze, hardop of in stilte, en ook hierin komt alles langs. Het is soms moeilijk om te zien waar jonge mensen in hun leven mee geconfronteerd worden; ziekte en overlijdens, onmogelijke thuissituaties, het leven dat ingewikkeld is. Het ontsteken van het kaarsje doet veel. Zoals men in Taize zingt: “Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft.” Als alle woorden tekort schieten, kunnen we gelukkig altijd nog bidden. Die biddende houding wordt daarna gelijk concreet als de jongeren contact zoeken bij anderen en elkaar zo tot zegen zijn. Ze bidden met open handen richting God en met uitgestoken handen naar elkaar.

Daarin hebben ze mij de afgelopen dagen weer veel geleerd. Het past ook bij ons als leerlingen van de Heer om steeds oog te hebben voor de lessen die Hij ons voorhoudt. Daarin volgen wij het voorbeeld van Jezus’ vrienden, die vandaag in het Evangelie aan Hem vragen om hen te leren bidden. Vervolgens geeft Hij hen het Onze Vader, een gebed waar alles in zit. De tekst is zo eenvoudig dat een kind het kan leren, en tegelijk zo diep dat je er je hele leven over kunt mediteren.

We mogen vrijmoedig spreken met God. Hij is namelijk onze Vader en wij zijn zijn geliefde kinderen. Dat betekent dat we met Hem mogen spreken zoals kinderen doen met een liefdevolle ouder: vol vertrouwen, zonder angst dat we iets verkeerd zeggen. Dan wordt gebed geen tekstje dat je opdreunt, maar een echt gesprek, een moment van relatie met de Levende Heer.

Dat zien we bij Abraham in de eerste lezing. Hij gaat in gesprek met God; al voelt het soms meer als onderhandelen. Abraham weet dat hij te maken heeft met een rechtvaardige en barmhartige Heer. Hij blijft aandringen, volhardend en vrijmoedig, want hij is begaan met de stad waar zijn neef Lot woont. Dat is krachtig gebed: alles durven voorleggen aan God. Onze vragen en teleurstellingen, onze vreugde en verdriet, zelfs onze boosheid. De psalmen laten dat ook zien: lofzangen en dankbaarheid, maar ook gevoelens van verlatenheid en wanhoop. Met alles wat in ons leeft mogen we ons richten op Hem die leven geeft.

Toch roept dat ook vragen op. Dat merkte ik afgelopen week bij de tieners. We mogen alles vragen aan God, maar een duidelijk antwoord blijft soms uit. Dat kan teleurstellen of zelfs pijn doen. Dan klinkt al snel de vraag naar het nut van bidden.  Gebed wordt dan, met een beetje psychologie van de koude grond, weggezet als een mooie oefening om tot rust te komen. Het is zoveel meer. Gebed is geen techniek, maar een relatie: jezelf toevertrouwen aan Iemand die luistert en je ten diepste kent.

Daar kunnen we steeds in groeien en ons verder in ontwikkelen. Maar dat vraagt wel iets van ons: namelijk ruimte maken. Een biddende houding helpt ons om God te vinden in alles wat het leven ons brengt, in vreugde en in pijn. Zo kunnen we leven vanuit de hoop die Hij ons toezegt. Een eenvoudige manier kan zijn om onze dag te beginnen en te eindigen met gebed. Tijdens het kamp eindigden we de dag met een korte, meditatieve terugblik: vijf minuten stilte waarin de tieners terugkeken op hun dag. Wat ging goed? Waar vragen ze om vergeving? Waar verlangen ze naar? In drie eenvoudige woorden: dank U, sorry en alsjeblieft. Zo mogen ook wij ons steeds bewuster worden van Gods aanwezigheid in ons leven. Dan is gebed meer dan een mooi ritueel: het wordt ademhalen met God. Daarbij hoeft de vrolijkheid niet te ontbreken. Amen.


Foto: de gebeden van tieners en jongeren op het Zomerkamp 2025.

Reacties

Populaire posts van deze blog

23ste zondag door het jaar B

  Alweer enige tijd geleden zag ik een straatinterview op tv waarin aan een voorbijganger werd gevraagd of we tegenwoordig nog wel alles mogen zeggen. Die bewuste persoon maakte van zijn hart geen moordkuil en zei dat het niet meer kan. Alles is gevoelig, zo zei hij, en je kunt inderdaad niets meer zeggen. De interviewer ging hierop door en vroeg wat er dan niet meer gezegd zou mogen worden. Hierop volgde een hele lijst met hete hangijzers; één voor één werden ze opgenoemd. De interviewer ging nog wat verder: “Dat mag je dus allemaal niet meer zeggen?” “Nee”, bevestigde de ander, waarop de geslepen interviewer zei: “Maar u heeft het net wel gezegd.” Het is een wat flauw voorbeeld, want we leven in een wereld waar men soms meer tegenover elkaar dan naast elkaar lijkt te staan, en de polarisatie overal aanwezig lijkt. De gevoeligheden liggen aan de oppervlakte en, hoe goed je ook je best doet, op tenen gaan staan is bijna niet te vermijden. Het is natuurlijk de vraag of het daadw...

14e zondag door het jaar C

Een tijd je terug ging in de avond de deurbel bij de pastorie. Ik verwachtte niemand en besloot de bel gewoon te negeren. Er werd nogmaals gebeld, stiekem keek ik even uit het raam en ik zag iemand met een rugzak staan. Het gebeurt vaker dat er aangebeld wordt en men om hulp vraagt, vaak in de vorm van geld voor een treinkaartje, eten of een plek om te slapen. In alle eerlijkheid, ik had er geen zin in. Mooier maken kan ik het niet en ik negeerde de bel. Toen kreeg ik een smsje, doorgestuurd vanaf de Noodtelefoon. De deurbeller had het nummer gevonden en zijn vraag verzonden. Hij bleek een missionaris te zijn die een slaapplek zocht. Mijn motivatie en zeker de gastvrijheid en naastenliefde was nog steeds niet erg hoog, maar ik besloot dat ik hem minstens aan kon spreken; alvorens af te poeieren. De missionaris vertelde dat hij, indachtig het Evangelie van vandaag, zonder spullen door Nederland trok om het Evangelie te leven en te verkondigen. Hij noemde bij een nieuwe orde te horen e...

Pinksteren

Van harte gefeliciteerd! Vandaag vieren we de verjaardag van de Kerk. Hiermee bedoel ik dit niet gebouw of de parochie die wij samen vormen, maar de Kerk met een hoofdletter. Na Pasen belooft Jezus aan zijn leerlingen een Helper, de H. Geest en vandaag vieren we dat Hij daadwerkelijk aan ons gegeven is. Het brengt de leerlingen letterlijk in beweging en zij trekken de wereld over om dat Goede Nieuws verder te verspreiden. De Kerk is geboren. Proficiat! De heilige Geest is in het beeld toch vaak de wat grote onbekende als we naar God kijken. Bij God de Vader hebben we wel een beeld, God de Zoon voelt benaderbaar, maar die God de Heilige Geest blijft wat ingewikkeld. Terwijl Hij er al vanaf het begin bij is. In het scheppingsverhaal komen we de Geest al tegen: “In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren” [cf. Gen. 1, 1.2] Door heel de Bijbel ontmoeten we de Geest. In de oorspronke...