De leiding van het kinderkamp noemde van tevoren al dat ze dit niet deden; het paste natuurlijk niet bij de structuur die je aan kinderen aanbiedt. De leiding van de jongeren vonden het ook afgezaagd, want: “kinderachtig!” en hadden het afgeschaft. Gelukkig waren er nog wat eigenwijze leiding van de tieners die het bij de eerste maaltijd dapper inzette en de tieners en jongeren deden uiteraard vrolijk mee. Dit had verbaasde kinderblikken tot gevolg en enkele hoofdschuddende reacties van de leiding. Bij elke maaltijd ging dit natuurlijk door. De kinderen deden al snel enthousiast mee. Al begrepen zij het toch niet helemaal. Dit “lied” wordt namelijk ingezet na het bidden. De samenhang met de maaltijd was voor de jongsten niet duidelijk, zo bleek toen zij na een Onze Vader in het gebedsmoment ook vrolijk elkaars hand vastpakte en begonnen te zingen. Wederom met verbaasde blikken van de leiding tot gevolg, die uit moesten leggen dat dit bij de maaltijd hoorde en geen aanvulling is op het gebed des Heren.
Tegelijkertijd is het prachtig om te zien. Het gebed werd ook iets vrolijks. Met alle onze vragen, gevoelens en gedachten kunnen we ons richten op God. Dit werd heel duidelijk in de gebedsmomenten met de tieners en de jongeren. Het is indrukwekkend om te zien hoe spontaan zij bidden. Bij het ontsteken van een kaarsje bidden ze, hardop of in stilte, en ook hierin komt alles langs. Het is soms moeilijk om te zien waar jonge mensen in hun leven mee geconfronteerd worden; ziekte en overlijdens, onmogelijke thuissituaties, het leven dat ingewikkeld is. Het ontsteken van het kaarsje doet veel. Zoals men in Taize zingt: “Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft.” Als alle woorden tekort schieten, kunnen we gelukkig altijd nog bidden. Die biddende houding wordt daarna gelijk concreet als de jongeren contact zoeken bij anderen en elkaar zo tot zegen zijn. Ze bidden met open handen richting God en met uitgestoken handen naar elkaar.
Daarin hebben ze mij de afgelopen dagen weer veel geleerd. Het past ook bij ons als leerlingen van de Heer om steeds oog te hebben voor de lessen die Hij ons voorhoudt. Daarin volgen wij het voorbeeld van Jezus’ vrienden, die vandaag in het Evangelie aan Hem vragen om hen te leren bidden. Vervolgens geeft Hij hen het Onze Vader, een gebed waar alles in zit. De tekst is zo eenvoudig dat een kind het kan leren, en tegelijk zo diep dat je er je hele leven over kunt mediteren.
We mogen vrijmoedig spreken met God. Hij is namelijk onze Vader en wij zijn zijn geliefde kinderen. Dat betekent dat we met Hem mogen spreken zoals kinderen doen met een liefdevolle ouder: vol vertrouwen, zonder angst dat we iets verkeerd zeggen. Dan wordt gebed geen tekstje dat je opdreunt, maar een echt gesprek, een moment van relatie met de Levende Heer.
Dat zien we bij Abraham in de eerste lezing. Hij gaat in gesprek met God; al voelt het soms meer als onderhandelen. Abraham weet dat hij te maken heeft met een rechtvaardige en barmhartige Heer. Hij blijft aandringen, volhardend en vrijmoedig, want hij is begaan met de stad waar zijn neef Lot woont. Dat is krachtig gebed: alles durven voorleggen aan God. Onze vragen en teleurstellingen, onze vreugde en verdriet, zelfs onze boosheid. De psalmen laten dat ook zien: lofzangen en dankbaarheid, maar ook gevoelens van verlatenheid en wanhoop. Met alles wat in ons leeft mogen we ons richten op Hem die leven geeft.
Toch roept dat ook vragen op. Dat merkte ik afgelopen week bij de tieners. We mogen alles vragen aan God, maar een duidelijk antwoord blijft soms uit. Dat kan teleurstellen of zelfs pijn doen. Dan klinkt al snel de vraag naar het nut van bidden. Gebed wordt dan, met een beetje psychologie van de koude grond, weggezet als een mooie oefening om tot rust te komen. Het is zoveel meer. Gebed is geen techniek, maar een relatie: jezelf toevertrouwen aan Iemand die luistert en je ten diepste kent.
Daar kunnen we steeds in groeien en ons verder in
ontwikkelen. Maar dat vraagt wel iets van ons: namelijk ruimte maken. Een
biddende houding helpt ons om God te vinden in alles wat het leven ons brengt,
in vreugde en in pijn. Zo kunnen we leven vanuit de hoop die Hij ons toezegt. Een
eenvoudige manier kan zijn om onze dag te beginnen en te eindigen met gebed.
Tijdens het kamp eindigden we de dag met een korte, meditatieve terugblik: vijf
minuten stilte waarin de tieners terugkeken op hun dag. Wat ging goed? Waar
vragen ze om vergeving? Waar verlangen ze naar? In drie eenvoudige woorden:
dank U, sorry en alsjeblieft. Zo mogen ook wij ons steeds bewuster worden van
Gods aanwezigheid in ons leven. Dan is gebed meer dan een mooi ritueel: het
wordt ademhalen met God. Daarbij hoeft de vrolijkheid niet te ontbreken. Amen.
Foto: de gebeden van tieners en jongeren op het Zomerkamp 2025.
Reacties
Een reactie posten