Laatst was ik een weekje mee op zomerkamp. Op de laatste avond werd eindelijk het kampvuur ontstoken. Het blijft bijzonder om te zien hoe iedereen er anders op reageert. Sommige jongens geven hun interne pyromaan alle ruimte. Anderen staren dromerig in de vlammen, sommigen kruipen gezellig tegen elkaar aan en weer anderen maken zich uit de voeten omdat vuur toch wel spannend is. Vuur roept verschillende gevoelens op: warmte, gezelligheid, een licht in het donker en dus ook voorzichtigheid. Vuur heeft ook verschillende toepassingen. Als beeldspraak zeggen we dat we door enthousiasme in vuur en vlam staan. Het kan ook reinigend werken: onkruid wordt verbrand zodat nieuw leven ruimte krijgt. Als je metaal in het vuur legt, wordt het zo heet dat alles wat er niet in hoort, wegbrandt. Dan houd je alleen het sterke, goede metaal over. In het Evangelie zegt Jezus vandaag: “Vuur ben Ik komen brengen op aarde.” Dit is geen gezellig kampvuur om liedjes bij te gaan zitten. Het is wel een vuur dat kan verwarmen én zuiveren. Een vuur dat ook weerstand oproept.
Het
klinkt door in alle lezingen vandaag: Jezus spreekt ongemakkelijke woorden. Hij
zegt dat Hij niet is gekomen om vrede te brengen, maar verdeeldheid. Dat
schuurt, want het past niet bij het beeld dat we vaak van Hem hebben: de
Vredevorst, de Heer die liefde predikt. Toch sluit het juist bij die liefde
aan. Want Jezus’ boodschap is radicaal. Dit is niet in de negatieve zin of
extreem, maar juist in de oorspronkelijke betekenis van het Latijn. Het woord
radix betekent wortel. Het gaat om liefde die ons tot in de wortels raakt. Geen
oppervlakkig warm gevoel, maar een kracht die ons verandert tot in onze kern. Juist
dat maakt het confronterend. Het is dan een liefde die vragen stelt, je
uitdaagt en het in een ander licht zet. Dat is een liefde die kan verbinden,
maar ook kan botsten. Die liefde is een boodschap die niet iedereen kan
verstaan. Waar onbegrip de kop opsteekt, ontstaat weerstand.
Het vuur van Jezus is er niet om ons te vernietigen. Het wil ons louteren, zuiveren van alles wat ons tegenhoudt om volledig in Zijn Liefde te leven en ook weer te verspreiden. De Heer wil ons in vuur en vlam zetten om dat liefdevolle vuur te delen.
Juist in onze tijd is dat een hele uitdaging. De verdeeldheid waar Jezus over spreekt lijkt op de voorgrond te staan. We bevinden ons in een samenleving waarbij tegenstellingen snel ontstaan en grijstinten lijken te verdwijnen. Je bent vóór of tegen, links of rechts, conservatief of progressief. Natuurlijk is het overzichtelijk om de wereld zo in te delen. Je weet precies waar je staat, en vaak ook hoe de ander zou moeten zijn. Maar de wereld is niet zwart-wit. Als leerlingen van de Heer mogen we een ander geluid laten horen. We mogen zoeken naar verbinding en eensgezindheid. Dat kan soms botsen met de heersende cultuur, of met onze eigen ideeën over hoe de Kerk zou moeten denken. Hierbij moeten we niet vergeten dat eensgezindheid niet hetzelfde is als altijd hetzelfde denken. We mogen eensgezindheid onze blik richten op Christus. Hij is het middelpunt en daar mogen we ons door laten leiden.
De wereld en ook onze Kerk lijkt soms meer op een mozaïek waarvan de steentjes los liggen. Terwijl het een prachtig kunstwerk kan zijn. Alleen de heilige Geest kan ons zo verbinden dat er samenhang en schoonheid ontstaat. Zijn vuur geeft kleur en glans aan het geheel, zodat het mozaïek niet alleen stevig vastligt, maar ook straalt. Die Geest moeten we alleen niet in de weg lopen. Door eensgezind de blik te richten op Christus en ons door zijn vuur te laten leiden, kunnen we getuigen van Gods liefde in de wereld.
Dat vuur zullen we brandend moeten houden en dat vraagt iets van ons. Het betekent dat we bereid moeten zijn om te groeien in luisteren, zonder dat we ons oordeel al klaar hebben. Als we te snel oordelen, gooien we gelijk water op het vuur. Dit doen we wellicht onbewust, maar daarin mogen we het advies van Paulus volgen: “Onderzoekt alles en behoudt het goede” (1 Tess. 5,21). Luisteren betekent dat we ons daadwerkelijk openstellen. De heilige Benedictus heeft een regel geschreven voor het kloosterleven. Dit is een soort handleiding. Hij begint zijn hele Regel met het woord “Luister”: niet alleen met je oren, maar met het oor van je hart. In zijn kloosters laat hij iedereen, zelfs de jongsten, meedenken. Luisteren vraagt dus openheid voor wat onverwacht is, en bereidheid om samen op Gods stem te reageren. Als je luistert, stel dan je oordeel uit. Want zodra je oordeelt, gaan de oren dicht en hoor je niet meer wat er binnenkomt. Daartoe mogen we geduld hebben en echt de ander willen verstaan. Dan ontstaat er ruimte voor echte dialoog, een uitwisseling van woorden en gedachten die door het Woord zelf wordt gedragen. Zo kunnen we groeien in eensgezindheid, met onze blik gericht op de Heer als middelpunt. Alleen zo blijft zijn vuur in ons branden; een vuur dat verwarmt, zuivert en het Licht van Christus in de wereld laat zien. Amen.
Jesus is niet gekomen voor vrede maar verdeeldheid? Een vreemde uitspraak, hoe is dit uit te leggen? Geef je snel een mening dan blokkeer je al gauw het dialoog. Onderzoek alles en onthoud het goede! Dat spreekt mij wel aan. Ik lees regelmatig stukjes uit de Bijbel, interessant en zet je tot nadenken. Mijn geloof is niet zo groot, maar ik blijf nieuwsgierig! Bedankt Sander voor je verhaal.
BeantwoordenVerwijderen