Doorgaan naar hoofdcontent

22ste zondag door het jaar C


Als kind vond ik het geweldig als er een stoelendans werd gespeeld. Het is natuurlijk een grappig gegeven; je loopt rond de stoel, de muziek klinkt en de spanning neemt toe. Plots zwijgt de muziek en moet je proberen een plek te bemachtigen. Dit gaat er niet altijd even lief aan toe en men duwt elkaar dan zelf van de stoel af. Het is een grappig beeld maar jammer genoeg ook te vertalen naar onze levens. Hoe vaak worden mensen niet weggeduwd, weggezet opdat een ander kan stralen.

Precies dat ziet Jezus gebeuren in het evangelie van vandaag. Tijdens een maaltijd merkt Hij hoe mensen druk bezig zijn om de beste plaatsen aan tafel te krijgen. Je moet wel een beetje goede sier maken, zodat iedereen ziet hoe belangrijk je bent. Jezus draait die gewoonte om. Het is niet het belangrijkste dat jij gezien wordt, maar dat jij de ander ziet. Wie zichzelf kleiner durft te maken, die groeit juist. Nederigheid is niet iets negatiefs, maar een weg naar dankbaarheid.

Als we zo leren kijken, verandert er iets. Dan zien we de ander niet meer vanuit status of nut, maar eenvoudig als medemens, als iemand die kostbaar is in Gods ogen. Misschien kunnen we dan juist wel zeggen dat we met Gods ogen kijken.

Dat zien met Gods ogen is niet alleen iets persoonlijks, het houdt ook een sociale opdracht in. Als Kerk hebben we dat altijd geprobeerd handen en voeten te geven. Dit noemen we de Sociale Leer van de Kerk, ook wel ons best bewaarde geheim genoemd. Dit is geen “linkse hobby” of een nieuwe uitvinding uit Rome. Hier doen we eigenlijk wat Jezus ons al voorhoudt in Matteüs 25: oog en aandacht hebben voor wie dat nodig heeft. Vanaf het eerste begin hebben christenen zo geleefd. Door zorg te dragen voor elkaar en voor mensen die dat nodig hebben. Velen scholen, ziekenhuizen en sociale organisaties zijn door de eeuwen ook opgezet vanuit de christelijke spiritualiteit.

In de 19e eeuw kwam daar een nieuwe stap bij. De vraag werd niet alleen: wát moeten we doen, maar ook: waarom raken mensen eigenlijk in de verdrukking? De wereld veranderde snel door de industrialisatie. Techniek nam een vlucht, arbeiders raakten hun zekerheden kwijt. De Kerk nam vervolgens een standpunt in: de menselijke waardigheid mag nooit worden aangetast. Paus Leo XIII schreef erover in de encycliek Rerum Novarum: arbeid is er niet alleen voor economische winst, maar ook voor de ontwikkeling van de mens, cultureel en moreel. Vanaf dat moment zijn pausen steeds vaker gaan spreken. Zo ontstond het begin van de Sociale Leer van de Kerk, een bouwwerk dat nooit af is.

De Sociale Leer klinkt misschien groot en ingewikkeld, maar het is eigenlijk heel logisch. Het begint bij de waardigheid van ieder mens: van het begin tot het einde van het leven is ieder kostbaar in Gods ogen. Wij zijn gemaakt om samen te leven. Het gezin en de gemeenschap zijn de basis, en iedereen hoort erbij. Daaruit volgen rechten, maar ook plichten. De economie is er voor de mens, niet de mens voor de economie. Daarom hebben arbeiders recht op veilig en eerlijk werk. Altijd klinkt daar die stem van Jezus in mee: let vooral op de kwetsbaren. De sociale leer houdt ons voor dat het algemeen welzijn boven privébelang moet staan. Dat vraagt om solidariteit: wij zijn één menselijke familie, voorbij eigen grenzen die we kunnen trekken. Daar ligt ook verantwoordelijkheid. Het subsidiariteitsbeginsel: begin klein, bij de mensen zelf. We hoeven niet meteen van bovenaf alles te regelen, maar kijk wat men zelf lokaal kan dragen. Tot slot moeten we de schepping niet vergeten. De aarde, ons gezamenlijke huis, mogen we beheren en verzorgen, met respect voor de Schepper. 

Dat is niet iets van vroeger. Het speelt nog steeds. Iedere tijd vraagt opnieuw om een vertaling in denken en doen. De rode draad is daarin steeds de liefde. Omdat ieder mens geschapen is naar Gods beeld, heeft ieder waardigheid die beschermd moet worden. Dat klinkt logisch, misschien zelfs eenvoudig, maar de praktijk is vaak weerbarstig. Menswaardigheid staat nog steeds onder druk. Denk aan de plekken waar onze goedkope kleding vandaan komt, aan huizen die voor velen onbetaalbaar zijn, aan mensen met flex-contracten die geen zekerheid kennen, of aan ouderen die eenzaam zijn. De Sociale Leer herinnert ons eraan dat het ons allemaal aangaat. We dragen allemaal, hoe klein ook, verantwoordelijkheid. We kunnen verschil maken in onze eigen omgeving, op de eigen postzegel waar wij leven. Het hoeft niet groots en meeslepend te zijn, als we maar oog en aandacht hebben voor de mensen om ons heen.

Daartoe mogen we de weg van nederigheid gaan. We hoeven niet allemaal te vechten voor de beste stoel. Er is ruimte genoeg, als we maar samen willen delen. We zullen het samen moeten doen. Dit kunnen we doen door liefde centraal te zetten, niet gelijk te oordelen en de ander ruimte geven. Concreet kunnen we hierin groeien door de straatkrantverkoper bij de supermarkt niet voorbij te lopen, maar te groeten. Door bij de koffie eens bij iemand te gaan zitten die je niet kent en echt geïnteresseerd te zijn. Door na te denken wat jij zelf kan doen voor ons gemeenschappelijke huis, de aarde waar wij wonen. Door de mens echt als medemens te zien, groeit er dankbaarheid en verbondenheid. Aan Gods tafel is er namelijk plaats voor iedereen. Amen.


Afbeelding: “Stoelendans in Lettele”, Judith van Westreenen, via Wikipedia..

Reacties

Populaire posts van deze blog

14e zondag door het jaar C

Een tijd je terug ging in de avond de deurbel bij de pastorie. Ik verwachtte niemand en besloot de bel gewoon te negeren. Er werd nogmaals gebeld, stiekem keek ik even uit het raam en ik zag iemand met een rugzak staan. Het gebeurt vaker dat er aangebeld wordt en men om hulp vraagt, vaak in de vorm van geld voor een treinkaartje, eten of een plek om te slapen. In alle eerlijkheid, ik had er geen zin in. Mooier maken kan ik het niet en ik negeerde de bel. Toen kreeg ik een smsje, doorgestuurd vanaf de Noodtelefoon. De deurbeller had het nummer gevonden en zijn vraag verzonden. Hij bleek een missionaris te zijn die een slaapplek zocht. Mijn motivatie en zeker de gastvrijheid en naastenliefde was nog steeds niet erg hoog, maar ik besloot dat ik hem minstens aan kon spreken; alvorens af te poeieren. De missionaris vertelde dat hij, indachtig het Evangelie van vandaag, zonder spullen door Nederland trok om het Evangelie te leven en te verkondigen. Hij noemde bij een nieuwe orde te horen e...

19e zondag door het jaar C

  In mijn jonge jaren verzamelde ik van alles en nog wat. Een periode waren het steentjes. Als ik dan ging wandelen en een mooi exemplaar vond, sjouwde ik deze met mij mee. Het was dan een bijzondere schat die later in mijn kamertje een plek vond. De kleine verzameling is op een gegeven moment verdwenen. Het was dan ook geen echte schat voor mij, maar gewoon iets dat tijdelijk leuk was. Allemaal hebben we iets wat voor ons belangrijk is. Iets dat je als een schat, als rijkdom beschouwt. Dit kan een object zijn, maar misschien ook wel familie, gezondheid, mooie reizen maken. Iets waar je niet zonder zou kunnen, wat blijvende vreugde schenkt.   Jezus vraagt ons er ook naar: wat is jouw schat? Waar gaat je hart het meest naar uit? Hij zegt: “Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.” En dan gaat Hij nog een stap verder: Hij nodigt ons uit om onze schat niet hier op aarde te verzamelen, maar in de hemel. Want zo leiden we een leven met God. Zo’n leven vraagt ook iets van ons. O...

Pinksteren

Van harte gefeliciteerd! Vandaag vieren we de verjaardag van de Kerk. Hiermee bedoel ik dit niet gebouw of de parochie die wij samen vormen, maar de Kerk met een hoofdletter. Na Pasen belooft Jezus aan zijn leerlingen een Helper, de H. Geest en vandaag vieren we dat Hij daadwerkelijk aan ons gegeven is. Het brengt de leerlingen letterlijk in beweging en zij trekken de wereld over om dat Goede Nieuws verder te verspreiden. De Kerk is geboren. Proficiat! De heilige Geest is in het beeld toch vaak de wat grote onbekende als we naar God kijken. Bij God de Vader hebben we wel een beeld, God de Zoon voelt benaderbaar, maar die God de Heilige Geest blijft wat ingewikkeld. Terwijl Hij er al vanaf het begin bij is. In het scheppingsverhaal komen we de Geest al tegen: “In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren” [cf. Gen. 1, 1.2] Door heel de Bijbel ontmoeten we de Geest. In de oorspronke...