Doorgaan naar hoofdcontent

26e zondag door het jaar C

Een tijdje terug ging om 6 uur ‘s ochtends mijn deurbel. Er werd indringend aangebeld. Nadat ik de slaap uit mijn ogen had gewreven liep ik naar de intercom om te horen wat er aan de hand was. Er schoot van alles door mijn hoofd: een ziekenzalving of de kerk staat in brand… Toch wat gespannen nam ik de intercom aan en er klonk een benevelde stem die zei: “Goedemorgen! Heeft u nog wat cola?”

Sinds enige tijd heeft de pastorie ook een voedelkastje en dit loopt goed. Hij wordt leuk gevuld en goed gevonden, maar schijnbaar niet naar ieders tevredenheid, want deze persoon had na andere drankjes wel behoefte aan een colaatje. Ik wimpelde hem af, want cola heb ik niet en ik noemde dat het ook wel erg vroeg was. Hij vroeg of ik naar buiten wilde komen voor een gesprek. Spreken wilde ik hem best, maar of nu via de intercom of later op de dag. Dat vond hij niks, want: “Jij bent van de kerk en moet mij helpen”. Ik ben er  niet trots op, maar toen verbrak ik de verbinding.

Het bleef wel knagen, want ja: we moeten omzien naar elkaar. Maar is een colaatje vroeg in de ochtend omzien?  Een paar dagen later ging om 1 uur ’s nachts de deurbel. Ik was nog op en stak mijn hoofd uit het raam. Het was dezelfde meneer en nu vroeg hij om wat water. Ik wierp hem een flesje toe en wederom vroeg hij of ik naar beneden wilde komen voor een gesprekje. Dat wilde ik niet; niet midden in de nacht. Ik zei hem overdag terug te komen; met wat gemopper als reactie. Als leerlingen van de Heer worden we opgeroepen om lief te hebben. Om de ander te zien en daarnaar te handelen. Dat is schijnbaar makkelijker gezegd dan gedaan. Enkele dagen later belde hij weer aan; nu in de middag en een van de collega-pastores deed open en stond hem te woord. Onze caritas heeft hem toen kunnen bijstaan, met daarbij wel de opmerking dat de priester liever niet in de nacht gestoord wordt. 

Ergens voelt het voor mij als afschuiven. Nu regelde de Caritas het. Dat is ontzettend waardevol, maar het ontslaat niet van de eigen verantwoordelijkheid en inzet. Jezus nodigt ons steeds uit om iets te doen. Vandaag spreekt de Heer in het evangelie over twee personen, Lazarus en een anonieme rijke man. Die rijke man leeft alsof het z’n laatste dag is en gaat van feestje naar feestje. De arme Lazarus ligt daar ziek en hongerig. Beiden sterven en hen wacht een ander lot. Lazarus wordt in de schoot van Abraham gedragen en de rijke man, die eerst een grootste uitvaart krijgt, bevindt zich in de onderwereld. In de verte ziet hij Abraham en hij vraagt om Lazarus zijn kant op te sturen en wat water te geven. Toen dat niet mogelijk bleek vraagt hij dan, wederom aan Abraham, of Lazarus even naar zijn familie kan gaan om hen te waarschuwen. Ook geen optie. Zoals Abraham zegt: ze hebben de Wet en de profeten; het Oude Testament. Dat zou waarschuwing genoeg moeten zijn.

Het is wel een bijzondere gebeurtenis tussen die rijke en Lazarus. Uit de tekst komt niet naar voren dat die rijke man een grote zondaar is, of dat hij lachend over Lazarus heen stapt. Zijn zonde is dat hij niets doet. Hij laat zich niet raken door de pijn van een ander.

Het is juist de uitdaging om verder te kijken dan je eigen situatie. De profeet Amos waarschuwt daar al voor in de eerste lezing. Amos is geen profeet van beroep, maar een schapenfokker en vijgenteler die door de Heer vanachter zijn beesten vandaan geroepen wordt en als profeet op weg te gaan naar Israël. Er is sprake van welvaart, het gaat hen voor de wind. We weten allemaal dat als het goed gaat, God soms meer naar de achtergrond verdwijnt. Men geniet van het leven, maar er is ook een schaduwzijde. Men ziet niet om naar elkaar. De rijken worden rijker en de armen armer. 

De profeet Amos spreekt zich er tegen uit. Niet omdat het slecht is als het goed met je gaat. Het ontslaat ons er alleen niet van om oog te hebben voor de wereld waarin wij leven en voor de mensen die wij tegenkomen.

We hoeven niet het onmogelijke te doen. We kunnen niet de hele wereld redden, maar kunnen wel iets doen. Moeder Teresa zei ooit: “Wat wij doen, is slechts een druppel in de oceaan. Maar als we het niet deden, zou de oceaan kleiner zijn vanwege deze ontbrekende druppel.” Vandaag sluiten we ook de Vredesweek af, met als thema: Niets doen is geen optie. We worden opgeroepen om ons hart te openen voor mensen die ons nodig hebben. Laat je raken. Daartoe moeten we in beweging komen. Dit kunnen we doen door ons steentje bij te dragen aan vrede en welvaart, in de wereld waarin wij leven, in onze omgeving en in ons eigen hart. Jezus verwijst in zijn parabel dat we de Wet en Profeten hebben om ons de weg te wijzen. De hele Bijbel dus. Het belangrijkste gebod heeft Jezus ons zelf voorgehouden: het dubbelgebod van de liefde. God beminnen met heel je hart en de naaste als jezelf. Die liefde mag spreken en moet ons in beweging brengen, met daden van liefde. Iets om iedere dag weer vorm te geven. Amen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

14e zondag door het jaar C

Een tijd je terug ging in de avond de deurbel bij de pastorie. Ik verwachtte niemand en besloot de bel gewoon te negeren. Er werd nogmaals gebeld, stiekem keek ik even uit het raam en ik zag iemand met een rugzak staan. Het gebeurt vaker dat er aangebeld wordt en men om hulp vraagt, vaak in de vorm van geld voor een treinkaartje, eten of een plek om te slapen. In alle eerlijkheid, ik had er geen zin in. Mooier maken kan ik het niet en ik negeerde de bel. Toen kreeg ik een smsje, doorgestuurd vanaf de Noodtelefoon. De deurbeller had het nummer gevonden en zijn vraag verzonden. Hij bleek een missionaris te zijn die een slaapplek zocht. Mijn motivatie en zeker de gastvrijheid en naastenliefde was nog steeds niet erg hoog, maar ik besloot dat ik hem minstens aan kon spreken; alvorens af te poeieren. De missionaris vertelde dat hij, indachtig het Evangelie van vandaag, zonder spullen door Nederland trok om het Evangelie te leven en te verkondigen. Hij noemde bij een nieuwe orde te horen e...

19e zondag door het jaar C

  In mijn jonge jaren verzamelde ik van alles en nog wat. Een periode waren het steentjes. Als ik dan ging wandelen en een mooi exemplaar vond, sjouwde ik deze met mij mee. Het was dan een bijzondere schat die later in mijn kamertje een plek vond. De kleine verzameling is op een gegeven moment verdwenen. Het was dan ook geen echte schat voor mij, maar gewoon iets dat tijdelijk leuk was. Allemaal hebben we iets wat voor ons belangrijk is. Iets dat je als een schat, als rijkdom beschouwt. Dit kan een object zijn, maar misschien ook wel familie, gezondheid, mooie reizen maken. Iets waar je niet zonder zou kunnen, wat blijvende vreugde schenkt.   Jezus vraagt ons er ook naar: wat is jouw schat? Waar gaat je hart het meest naar uit? Hij zegt: “Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.” En dan gaat Hij nog een stap verder: Hij nodigt ons uit om onze schat niet hier op aarde te verzamelen, maar in de hemel. Want zo leiden we een leven met God. Zo’n leven vraagt ook iets van ons. O...

Pinksteren

Van harte gefeliciteerd! Vandaag vieren we de verjaardag van de Kerk. Hiermee bedoel ik dit niet gebouw of de parochie die wij samen vormen, maar de Kerk met een hoofdletter. Na Pasen belooft Jezus aan zijn leerlingen een Helper, de H. Geest en vandaag vieren we dat Hij daadwerkelijk aan ons gegeven is. Het brengt de leerlingen letterlijk in beweging en zij trekken de wereld over om dat Goede Nieuws verder te verspreiden. De Kerk is geboren. Proficiat! De heilige Geest is in het beeld toch vaak de wat grote onbekende als we naar God kijken. Bij God de Vader hebben we wel een beeld, God de Zoon voelt benaderbaar, maar die God de Heilige Geest blijft wat ingewikkeld. Terwijl Hij er al vanaf het begin bij is. In het scheppingsverhaal komen we de Geest al tegen: “In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren” [cf. Gen. 1, 1.2] Door heel de Bijbel ontmoeten we de Geest. In de oorspronke...