Jezus ontmoeten wij vandaag bij de tempel. Hij geeft les en zijn leerlingen bewonderen dit prachtige gebouw. Het heeft eeuwigheidswaarde en zal er altijd zijn. Dit lijkt misschien wel op de ervaring die velen op het Sint Pietersplein in Rome hebben. Je kan je niet voorstellen dat het ooit anders is geweest, of anders zal worden. Onder de indruk kijken de leerlingen de ogen uit en dan prikt Jezus de bubbel door: Alles gaat voorbij. Jezus schetst beelden die bijna als een doemscenario klinken en de leerlingen willen meteen doorbladeren om te weten wanneer dit allemaal zal gebeuren. Jezus geeft geen snelle antwoorden, maar laat zien dat de weg ernaartoe geen eenvoudige is. Ze zullen moeilijke momenten meemaken, maar dat is niet het slot van het verhaal. Door alles heen gloort de belofte dat Hij hen nabij zal zijn.
Zo verandert Jezus hun blik. Hij nodigt hen en ook ons, uit om ons niet vast te klampen aan wat tijdelijk is, hoe indrukwekkend het ook lijkt, maar het hart te richten op God. Hij biedt een zekerheid die niet voorbij gaat. Daar mogen we onze hoop in stellen.
In de bijbel komen we op meerdere plaatsen teksten tegen die over het einde spreken. Ze worden apocalyptisch genoemd. We horen ze bij Johannes in zijn visioen, vandaag bij Lucas en ook in het Oude Testament, zoals in de eerste lezing. Apocalyptiek is geen draaiboek voor een rampenfilm. Het betekent dat er iets wordt ontsluierd. Er wordt een sluier opgetild zodat je verder kunt kijken dan wat voor ogen is. Je krijgt een ander perspectief, een bredere horizon. Het betekent alleen niet dat we nu fijn moeten afwachten. Sommigen van de eerste christenen leefden met het eindtijdperspectief voor ogen. Waarom zou je nog iets opbouwen als Jezus ieder moment terug kan komen? Paulus spreekt daar in de tweede lezing over. Er zijn namelijk mensen die liever niets doen, maar dat is niet de bedoeling: zet je in. Ook vandaag duiken er mensen op die met schema’s en berekeningen menen te weten wanneer de Heer verschijnt. Dan mag de herinnering aan Hemelvaart opnieuw klinken. Jezus stijgt op en de leerlingen kijken Hem vol verbazing na. Ze blijven staren. Dan verschijnen er mensen in het wit gekleed die hen waarschuwen niet naar boven te blijven staren. Met andere woorden, maak er het beste van. Blijf niet hangen, maar draag je steentje bij.
Tegelijkertijd moeten we onze ogen niet sluiten voor de moeilijke momenten. Die horen bij het leven en komen ongevraagd op je pad. Op zulke momenten is het soms al veel als je simpelweg blijft staan. We mogen God vragen om ons staande te houden wanneer alles tegen lijkt te zitten, wanneer we op de proef worden gesteld.
Dan kan het stormen in de wereld om je heen. Dat beeld helpt ons. In het midden tref je het oog van de storm aan, een vreemde plek. Aan de randen giert de wind en vliegt alles door elkaar, maar precies in het midden is het stil. Je weet dat de storm er nog is, je voelt hem, maar er is een kleine ruimte van rust waar je kunt ademhalen. Daar zijn we bij Christus. Hij haalt de storm niet altijd weg, maar Hij is het middenpunt waar we rust vinden en op adem kunnen komen.
Ooit hoorde ik iemand een aangepaste variant op het Onzevader bidden. In plaats van: “en breng ons niet in beproeving…” bad zij: “en houd ons staande in de beproeving.” Die beproevingen komen namelijk wel. We hoeven het gebed dat Jezus ons geleerd heeft niet te veranderen, maar dat ene losse zinnetje is een prachtig gebed. Er komen momenten waarop het stormt in ons leven. Tempels kunnen omvallen, zekerheden kunnen we kwijt raken en soms zakt de moed je in de schoenen. Maar Christus belooft dat Hij naar ons omziet, dat geen haar op ons hoofd verloren zal gaan. Hij is het oog van de storm waar we stilte mogen vinden. Hij is de Ware Weg die naar het Leven leidt.
Heer, houd ons
staande in de beproeving. Amen.
Afbeelding:
_-_James_Tissot.jpg)
Reacties
Een reactie posten