Doorgaan naar hoofdcontent

33ste zondag door het jaar C



Als kind had ik de vreemde gewoonte om tijdens het lezen alvast naar het einde van een boek te bladeren. Ik wilde dan zo graag weten hoe het verhaal af zou lopen, dat ik mijn geduld verloor. Het leverde eigenlijk niets op. Want ik begreep weinig van die losse zinnen. De context van het hele verhaal ontbrak. Je weet dan misschien wel iets, maar de weg die personages gegaan zijn is nog in nevelen gehuld en die is wel nodig. In het leven is dit net zo. Sommige mensen beweren iets van de toekomst te kunnen zien. Het lijkt mij ontzettend irritant. Je ziet dan een klein stukje, maar je mist wat echt telt: de route waarlangs een leven zich ontvouwt. Dat is vaak waardevoller dan welke voorspelling ook. Je leest het leven niet als een laatste bladzijde, je loopt het als een weg. Voor gelovige mensen zit dit iets anders. We zijn niet alleen nieuwsgierige lezers, maar vooral pelgrims van hoop. We zijn onderweg en wij weten Wie onze stip op de horizon is. Jezus is de Ware Weg die naar het Leven leidt. (cf. Joh. 14,6). Daar mogen we ons vertrouwen in stellen.

Jezus ontmoeten wij vandaag bij de tempel. Hij geeft les en zijn leerlingen bewonderen dit prachtige gebouw. Het heeft eeuwigheidswaarde en zal er altijd zijn. Dit lijkt misschien wel op de ervaring die velen op het Sint Pietersplein in Rome hebben. Je kan je niet voorstellen dat het ooit anders is geweest, of anders zal worden. Onder de indruk kijken de leerlingen de ogen uit en dan prikt Jezus de bubbel door: Alles gaat voorbij. Jezus schetst beelden die bijna als een doemscenario klinken en de leerlingen willen meteen doorbladeren om te weten wanneer dit allemaal zal gebeuren. Jezus geeft geen snelle antwoorden, maar laat zien dat de weg ernaartoe geen eenvoudige is. Ze zullen moeilijke momenten meemaken, maar dat is niet het slot van het verhaal. Door alles heen gloort de belofte dat Hij hen nabij zal zijn. 

Zo verandert Jezus hun blik. Hij nodigt hen en ook ons, uit om ons niet vast te klampen aan wat tijdelijk is, hoe indrukwekkend het ook lijkt, maar het hart te richten op God. Hij biedt een zekerheid die niet voorbij gaat. Daar mogen we onze hoop in stellen.

In de bijbel komen we op meerdere plaatsen teksten tegen die over het einde spreken. Ze worden apocalyptisch genoemd. We horen ze bij Johannes in zijn visioen, vandaag bij Lucas en ook in het Oude Testament, zoals in de eerste lezing. Apocalyptiek is geen draaiboek voor een rampenfilm. Het betekent dat er iets wordt ontsluierd. Er wordt een sluier opgetild zodat je verder kunt kijken dan wat voor ogen is. Je krijgt een ander perspectief, een bredere horizon. Het betekent alleen niet dat we nu fijn moeten afwachten. Sommigen van de eerste christenen leefden met het eindtijdperspectief voor ogen. Waarom zou je nog iets opbouwen als Jezus ieder moment terug kan komen? Paulus spreekt daar in de tweede lezing over. Er zijn namelijk mensen die liever niets doen, maar dat is niet de bedoeling: zet je in. Ook vandaag duiken er mensen op die met schema’s en berekeningen menen te weten wanneer de Heer verschijnt. Dan mag de herinnering aan Hemelvaart opnieuw klinken. Jezus stijgt op en de leerlingen kijken Hem vol verbazing na. Ze blijven staren. Dan verschijnen er mensen in het wit gekleed die hen waarschuwen niet naar boven te blijven staren. Met andere woorden, maak er het beste van. Blijf niet hangen, maar draag je steentje bij.

Tegelijkertijd moeten we onze ogen niet sluiten voor de moeilijke momenten. Die horen bij het leven en komen ongevraagd op je pad. Op zulke momenten is het soms al veel als je simpelweg blijft staan. We mogen God vragen om ons staande te houden wanneer alles tegen lijkt te zitten, wanneer we op de proef worden gesteld.

Dan kan het stormen in de wereld om je heen. Dat beeld helpt ons. In het midden tref je het oog van de storm aan, een vreemde plek. Aan de randen giert de wind en vliegt alles door elkaar, maar precies in het midden is het stil. Je weet dat de storm er nog is, je voelt hem, maar er is een kleine ruimte van rust waar je kunt ademhalen. Daar zijn we bij Christus. Hij haalt de storm niet altijd weg, maar Hij is het middenpunt waar we rust vinden en op adem kunnen komen.

Ooit hoorde ik iemand een aangepaste variant op het Onzevader bidden. In plaats van: “en breng ons niet in beproeving…” bad zij: “en houd ons staande in de beproeving.” Die beproevingen komen namelijk wel. We hoeven het gebed dat Jezus ons geleerd heeft niet te veranderen, maar dat ene losse zinnetje is een prachtig gebed. Er komen momenten waarop het stormt in ons leven. Tempels kunnen omvallen, zekerheden kunnen we kwijt raken en soms zakt de moed je in de schoenen. Maar Christus belooft dat Hij naar ons omziet, dat geen haar op ons hoofd verloren zal gaan. Hij is het oog van de storm waar we stilte mogen vinden. Hij is de Ware Weg die naar het Leven leidt.

Heer, houd ons staande in de beproeving. Amen.


Afbeelding: James Tissot: The Prophecy of the Destruction of the Temple, via wikicommons.

Reacties

Populaire posts van deze blog

14e zondag door het jaar C

Een tijd je terug ging in de avond de deurbel bij de pastorie. Ik verwachtte niemand en besloot de bel gewoon te negeren. Er werd nogmaals gebeld, stiekem keek ik even uit het raam en ik zag iemand met een rugzak staan. Het gebeurt vaker dat er aangebeld wordt en men om hulp vraagt, vaak in de vorm van geld voor een treinkaartje, eten of een plek om te slapen. In alle eerlijkheid, ik had er geen zin in. Mooier maken kan ik het niet en ik negeerde de bel. Toen kreeg ik een smsje, doorgestuurd vanaf de Noodtelefoon. De deurbeller had het nummer gevonden en zijn vraag verzonden. Hij bleek een missionaris te zijn die een slaapplek zocht. Mijn motivatie en zeker de gastvrijheid en naastenliefde was nog steeds niet erg hoog, maar ik besloot dat ik hem minstens aan kon spreken; alvorens af te poeieren. De missionaris vertelde dat hij, indachtig het Evangelie van vandaag, zonder spullen door Nederland trok om het Evangelie te leven en te verkondigen. Hij noemde bij een nieuwe orde te horen e...

19e zondag door het jaar C

  In mijn jonge jaren verzamelde ik van alles en nog wat. Een periode waren het steentjes. Als ik dan ging wandelen en een mooi exemplaar vond, sjouwde ik deze met mij mee. Het was dan een bijzondere schat die later in mijn kamertje een plek vond. De kleine verzameling is op een gegeven moment verdwenen. Het was dan ook geen echte schat voor mij, maar gewoon iets dat tijdelijk leuk was. Allemaal hebben we iets wat voor ons belangrijk is. Iets dat je als een schat, als rijkdom beschouwt. Dit kan een object zijn, maar misschien ook wel familie, gezondheid, mooie reizen maken. Iets waar je niet zonder zou kunnen, wat blijvende vreugde schenkt.   Jezus vraagt ons er ook naar: wat is jouw schat? Waar gaat je hart het meest naar uit? Hij zegt: “Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.” En dan gaat Hij nog een stap verder: Hij nodigt ons uit om onze schat niet hier op aarde te verzamelen, maar in de hemel. Want zo leiden we een leven met God. Zo’n leven vraagt ook iets van ons. O...

Pinksteren

Van harte gefeliciteerd! Vandaag vieren we de verjaardag van de Kerk. Hiermee bedoel ik dit niet gebouw of de parochie die wij samen vormen, maar de Kerk met een hoofdletter. Na Pasen belooft Jezus aan zijn leerlingen een Helper, de H. Geest en vandaag vieren we dat Hij daadwerkelijk aan ons gegeven is. Het brengt de leerlingen letterlijk in beweging en zij trekken de wereld over om dat Goede Nieuws verder te verspreiden. De Kerk is geboren. Proficiat! De heilige Geest is in het beeld toch vaak de wat grote onbekende als we naar God kijken. Bij God de Vader hebben we wel een beeld, God de Zoon voelt benaderbaar, maar die God de Heilige Geest blijft wat ingewikkeld. Terwijl Hij er al vanaf het begin bij is. In het scheppingsverhaal komen we de Geest al tegen: “In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren” [cf. Gen. 1, 1.2] Door heel de Bijbel ontmoeten we de Geest. In de oorspronke...