Doorgaan naar hoofdcontent

Allerzielen (2025)



Vandaag, op Allerzielen, staan wij in het bijzonder stil bij hen die wij zo missen. Onze overleden geliefden, familie, vrienden, medegelovigen. Zij die ons in de dood zijn voorgegaan. Het overlijden kan pas geleden gebeurd zijn, of misschien al langer geleden, maar dat zegt niets over het gemis. Dit kan nog net zo aangrijpend zijn als op de dag zelf. Als gemeenschap mogen we dat verdriet en gemis samen dragen. Daarin klinkt gelovig vertrouwen door, maar soms ook vragen, verdriet en twijfel. In die mengeling van gevoelens mogen wij opzien naar Christus, Hij is het Licht van de wereld. Door zijn dood en verrijzenis mogen wij uitzien naar het eeuwig leven in zijn Liefde.

Met verlies kunnen we op verschillende manieren omgaan, dat zien we in het Evangelie. Jozef van Arimatea staat in de regelstand en gaat organiseren. Hij zorgt dat Jezus van het kruis wordt afgenomen en begraven wordt. Zijn verdriet krijgt praktisch vorm, hij gaat aan de slag.  De vrouwen rondom Jezus laten hun verdriet anders spreken. Zij willen nog één keer voor Jezus zorgen en hun hart laten spreken met daden van liefde. Van de leerlingen weten wij hoe zij bevangen worden door angst en verdriet. (cf. Joh. 20,19) Ze trekken zich terug, sluiten ramen en deuren en sluiten zich ook innerlijk af. Hun verdriet beklemt en houdt hen gevangen. Omgaan met verlies is voor iedereen persoonlijk. Daarin gaan we eigen wegen. Het gemis blijft. In elke levensfase komt het weer anders naar voren. Het is een teken van blijvende liefde. Die liefde raakt ons. Het brengt beweging, stilstand of emoties en die kunnen elkaar op de meest bijzondere momenten afwisselen, juist als je het niet verwacht. Verlies laat niemand onberoerd. Toch mogen wij, als pelgrims van hoop, ons vasthouden aan de Verrezen Heer. De dood heeft niet het laatste woord. Door de pijn en het verdriet heen mogen wij blijven uitzien naar Hem die leven geeft.

Gemis is volhardende liefde. Het houdt niet op wanneer we iemand verliezen. Het is geen knop die je omzet. Liefde verdwijnt niet. Ze  verbindt ons, door de dood heen, met elkaar en met onze goede God.

Het is die liefde die God in ons hart heeft gelegd. De profeet Jesaja deelt met ons in de eerste lezing een prachtig visioen. God zelf zal de sluier van de dood wegnemen en onze tranen uitwissen. Hij is de bron van hoop en vertrouwen. We mogen feestvieren omdat Hij ons redt. Hij heeft de liefde in ons geplant, daar mogen we ons steeds op richten. Johannes houdt ons hetzelfde voor in zijn Openbaring. We mogen uitzien naar dat nieuwe Jeruzalem, waar God-met-ons is. We mogen durven hopen dat zij die ons in de dood zijn voorgegaan daar al zijn en leven in zijn onuitputtelijke liefde.

Dat betekent niet dat we ons verdriet maar opzij moeten schuiven. Al te vaak klinkt: “Zij of hij is nu op een betere plek.” Het is natuurlijk lief bedoeld. Toch is het ook pijnlijk. als de sluier van de dood je scheidt van iemand die je liefhebt, dan is dat rauw en hard. Woorden schieten dan tekort. Als leerlingen van Jezus mogen we hoopvol zijn, maar dat wil niet zeggen dat het verdriet er niet mag zijn. Jezus geeft ons in de Bijbel het goede voorbeeld als Hij huilt om zijn overleden vriend Lazarus. (cf. Joh. 11, 35) Door die tranen heen komen herinneringen op. Momenten van vreugde, liefde en verdriet vinden een weg.  Die herinneringen mag je ruimte geven; ze werken louterend en scheppen nieuwe ruimte.

Door het gebed zijn we als geloofsgenoten verbonden. Met hen die ons in de dood zijn voorgegaan en met hen die na ons zullen komen. Het gebed mag ons dragen en wij mogen ons gedragen weten. Het is een blijvende band van liefde (cf. CKK 1475). Juist op deze dag mogen wij dat heel concreet beleven. In verbondenheid met de Kerk die wij samen vormen, bidden wij met en voor elkaar. De gemeenschap van de Kerk gaat immers verder dan de grens van de dood. De heiligen, zij die al bij God zijn, bidden voor ons. Wij bidden voor de overledenen, dat zij vol vreugde mogen leven in Gods nabijheid. De volhardende liefde mag ons in beweging brengen en gaande houden. Het is een bron van hoop, opdat we biddend met elkaar verbonden zijn. Als pelgrims zijn wij altijd op weg naar dat nieuwe Jeruzalem, de plaats van God-met-ons, in het gelovige vertrouwen dat de liefde sterker is dan de dood en we elkaar mogen ontmoeten in het huis van de Vader, waar plaats is voor velen. (cf. Joh. 14,2)

Heer, geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen. Dat ze mogen rusten in vrede. Amen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

14e zondag door het jaar C

Een tijd je terug ging in de avond de deurbel bij de pastorie. Ik verwachtte niemand en besloot de bel gewoon te negeren. Er werd nogmaals gebeld, stiekem keek ik even uit het raam en ik zag iemand met een rugzak staan. Het gebeurt vaker dat er aangebeld wordt en men om hulp vraagt, vaak in de vorm van geld voor een treinkaartje, eten of een plek om te slapen. In alle eerlijkheid, ik had er geen zin in. Mooier maken kan ik het niet en ik negeerde de bel. Toen kreeg ik een smsje, doorgestuurd vanaf de Noodtelefoon. De deurbeller had het nummer gevonden en zijn vraag verzonden. Hij bleek een missionaris te zijn die een slaapplek zocht. Mijn motivatie en zeker de gastvrijheid en naastenliefde was nog steeds niet erg hoog, maar ik besloot dat ik hem minstens aan kon spreken; alvorens af te poeieren. De missionaris vertelde dat hij, indachtig het Evangelie van vandaag, zonder spullen door Nederland trok om het Evangelie te leven en te verkondigen. Hij noemde bij een nieuwe orde te horen e...

19e zondag door het jaar C

  In mijn jonge jaren verzamelde ik van alles en nog wat. Een periode waren het steentjes. Als ik dan ging wandelen en een mooi exemplaar vond, sjouwde ik deze met mij mee. Het was dan een bijzondere schat die later in mijn kamertje een plek vond. De kleine verzameling is op een gegeven moment verdwenen. Het was dan ook geen echte schat voor mij, maar gewoon iets dat tijdelijk leuk was. Allemaal hebben we iets wat voor ons belangrijk is. Iets dat je als een schat, als rijkdom beschouwt. Dit kan een object zijn, maar misschien ook wel familie, gezondheid, mooie reizen maken. Iets waar je niet zonder zou kunnen, wat blijvende vreugde schenkt.   Jezus vraagt ons er ook naar: wat is jouw schat? Waar gaat je hart het meest naar uit? Hij zegt: “Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.” En dan gaat Hij nog een stap verder: Hij nodigt ons uit om onze schat niet hier op aarde te verzamelen, maar in de hemel. Want zo leiden we een leven met God. Zo’n leven vraagt ook iets van ons. O...

Pinksteren

Van harte gefeliciteerd! Vandaag vieren we de verjaardag van de Kerk. Hiermee bedoel ik dit niet gebouw of de parochie die wij samen vormen, maar de Kerk met een hoofdletter. Na Pasen belooft Jezus aan zijn leerlingen een Helper, de H. Geest en vandaag vieren we dat Hij daadwerkelijk aan ons gegeven is. Het brengt de leerlingen letterlijk in beweging en zij trekken de wereld over om dat Goede Nieuws verder te verspreiden. De Kerk is geboren. Proficiat! De heilige Geest is in het beeld toch vaak de wat grote onbekende als we naar God kijken. Bij God de Vader hebben we wel een beeld, God de Zoon voelt benaderbaar, maar die God de Heilige Geest blijft wat ingewikkeld. Terwijl Hij er al vanaf het begin bij is. In het scheppingsverhaal komen we de Geest al tegen: “In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren” [cf. Gen. 1, 1.2] Door heel de Bijbel ontmoeten we de Geest. In de oorspronke...