Doorgaan naar hoofdcontent

Tweede zondag van de Advent (A)

 


Er was ooit een jongetje dat voortdurend met treinen bezig was. Hij stond uren bij het station, gewoon om te kijken naar treintjes. Hij speelde ermee, tekende ze en als iemand hem moest omschrijven kwam altijd dat ene beeld naar voren: “Die knul is gek op treinen…” Het hoorde echt bij hem. Die jongen werd volwassen. Hij was rusteloos, zoekend en ging van baan naar baan. Vervolgens begon hij te tekenen. Eerst weer die treinen, later kwamen er nieuwe figuren bij. Toen tekende hij een figuurtje op een stoomboot: Steamboat Willie. Mickey Mouse was geboren. Die knul was Walt Disney. Hij zou een wereld vol figuren creëren en die leven nog steeds voort in stripboeken, tekenfilms en pretparken. Als we Disney alleen zouden omschrijven als een jongen die van treinen houdt, zeggen we niets verkeerd, maar wel te weinig. Het raakt een gedeelte van hem aan, maar doet hem ook tekort. Walt Disney is veel meer dan dat ene beeld. Dat geldt voor ons allemaal. Er is altijd meer te vertellen dan we in eerste instantie zien.

Dat herkennen we ook bij Johannes de Doper. Ook hij laat zich gemakkelijk vangen in een paar woorden. Een zonderling in de woestijn, gekleed in kamelenhaar en eet sprinkhanen. Het zijn genoeg ingrediënten om er een karikatuur van te maken. Maar wie hem zo beschrijft, ziet alleen de buitenkant. Want door heel zijn leven loopt een andere beweging. Al in de moederschoot wijst hij naar Christus. Hij springt op bij het geluid van Maria’s stem. Hij wijst Jezus aan als het Lam van God. Hij maakt ruimte voor de Heer. Dat is zijn leven, dat is zijn roeping. Wie Johannes alleen omschrijft als een Roepende in de woestijn, doet hem tekort. Zijn kern is dat Hij de weg bereidt voor de Messias.

Als Walt Disney en Johannes de Doper meer zijn dan hun oppervlakkige omschrijving, mogen wij ook in de spiegel kijken; klopt dan wat zichtbaar is met wie wij ten diepste zijn en met wat God van ons vraagt.

Die weg hoeven we niet alleen te gaan. Paulus schrijft daarover aan de christenen in Rome. Die gemeenschap bestond uit mensen met verschillende achtergronden, Joden en heidenen, die soms moeite hadden elkaar te begrijpen. Hij herinnert hen eraan dat de Schrift bedoeld is om ons geloof te sterken en onze hoop te voeden. Paulus gaat verder. Hij bidt dat God zelf hen één maakt, omdat echte eenheid nooit een eigen prestatie is. Ze komt voort uit de geest van Christus Jezus, die ieder van ons heeft aanvaard. Daarom kunnen we elkaar tot steun zijn.  Zo laat Paulus zien dat geloven nooit een solo project is. Ook Advent is een weg die wij samen gaan, als mensen die elkaar nodig hebben om te volharden in hoop en liefde.

Die eenheid lijkt soms ver te zoeken. Men neemt elkaar al snel de maat en vaak genoeg worden losse Bijbelteksten gebruikt om eigen punten te maken. Daarmee slaan we een verkeerde route in. Ons geloof vraagt niet dat wij elkaar klemzetten met beelden en oneliners, maar dat wij ons bekeren en ons richten op de Heer die leven geeft. Vanuit die beweging kunnen we elkaar opbouwen en samen groeien op de weg van het geloof.

Advent houdt een opdracht in. De oproep tot bekering klinkt namelijk ook voor ons. Advent is de tijd waarin we vol verwachting uitzien naar de Heer en ruimte voor Hem maken. We bereiden ons voor op de drievoudige komst van Christus. We kijken terug naar zijn geboorte, naar het wonder dat God mens werd en ons leven deelde. Hij kwam in onze kwetsbaarheid, uit liefde, opdat we thuis kunnen komen bij Hem.

We kijken ook vooruit. Op een dag zal Hij terugkomen en dan wordt zichtbaar wat wij met ons leven hebben gedaan. Hebben we Hem werkelijk centraal gezet in wat we denken en doen? Is door ons leven heen zijn licht herkenbaar? Advent stelt die vragen niet om ons angstig te maken, maar om ons te helpen echt te leven vanuit zijn liefde.

Advent is meer dan terugkijken en vooruitzien. De Heer komt ook nu, telkens weer. Hij is daar waar wij bidden en luisteren. Hij is waar mensen elkaar in zijn Naam ontmoeten. Hij is aanwezig in de stilte van ons hart. Hij komt heel concreet in de sacramenten die wij vieren, vooral waar we vergeving ontvangen in de biecht en bij het breken van het Brood. Daar laat Hij zich zien zoals Hij is, de levende Heer die zich geeft en ons uitnodigt om Hem te ontvangen en te worden wat wij zijn, Lichaam van Christus.

Daarom vraagt Advent van ons dat wij Christus volgen, niet alleen met woorden maar ook met daden en uiteindelijk met heel ons leven. Als iemand ons zou omschrijven, klinkt daar dan iets van Hem in door? Ervaart men in onze keuzes, in onze manier van omgaan met anderen, in onze trouw en steun die wij bieden, dat wij leerlingen van Jezus willen zijn? Ook wij zijn wegbereiders voor de Heer. Iedere keer dat wij Hem ontvangen, worden wij uitgenodigd om ruimte voor Hem te maken. Dat begint bij onszelf, bij een hart dat openstaat en straalt vervolgens uit naar de mensen om ons heen. Zo mogen wij verlangend uitzien naar de komst van de Heer en leven vanuit Hem die leven geeft. We zijn namelijk meer dan wat in eerste instantie zichtbaar is. Of we nu van treintjes houden of sprinkhanen eten, onze identiteit ligt dieper: we zijn Gods geliefde kinderen. Vanuit die liefde mogen wij naar Christus uitzien en op Hem wijzen. Amen.

Afbeelding is gecreëerd middels AI.

Reacties

Populaire posts van deze blog

14e zondag door het jaar C

Een tijd je terug ging in de avond de deurbel bij de pastorie. Ik verwachtte niemand en besloot de bel gewoon te negeren. Er werd nogmaals gebeld, stiekem keek ik even uit het raam en ik zag iemand met een rugzak staan. Het gebeurt vaker dat er aangebeld wordt en men om hulp vraagt, vaak in de vorm van geld voor een treinkaartje, eten of een plek om te slapen. In alle eerlijkheid, ik had er geen zin in. Mooier maken kan ik het niet en ik negeerde de bel. Toen kreeg ik een smsje, doorgestuurd vanaf de Noodtelefoon. De deurbeller had het nummer gevonden en zijn vraag verzonden. Hij bleek een missionaris te zijn die een slaapplek zocht. Mijn motivatie en zeker de gastvrijheid en naastenliefde was nog steeds niet erg hoog, maar ik besloot dat ik hem minstens aan kon spreken; alvorens af te poeieren. De missionaris vertelde dat hij, indachtig het Evangelie van vandaag, zonder spullen door Nederland trok om het Evangelie te leven en te verkondigen. Hij noemde bij een nieuwe orde te horen e...

19e zondag door het jaar C

  In mijn jonge jaren verzamelde ik van alles en nog wat. Een periode waren het steentjes. Als ik dan ging wandelen en een mooi exemplaar vond, sjouwde ik deze met mij mee. Het was dan een bijzondere schat die later in mijn kamertje een plek vond. De kleine verzameling is op een gegeven moment verdwenen. Het was dan ook geen echte schat voor mij, maar gewoon iets dat tijdelijk leuk was. Allemaal hebben we iets wat voor ons belangrijk is. Iets dat je als een schat, als rijkdom beschouwt. Dit kan een object zijn, maar misschien ook wel familie, gezondheid, mooie reizen maken. Iets waar je niet zonder zou kunnen, wat blijvende vreugde schenkt.   Jezus vraagt ons er ook naar: wat is jouw schat? Waar gaat je hart het meest naar uit? Hij zegt: “Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.” En dan gaat Hij nog een stap verder: Hij nodigt ons uit om onze schat niet hier op aarde te verzamelen, maar in de hemel. Want zo leiden we een leven met God. Zo’n leven vraagt ook iets van ons. O...

Pinksteren

Van harte gefeliciteerd! Vandaag vieren we de verjaardag van de Kerk. Hiermee bedoel ik dit niet gebouw of de parochie die wij samen vormen, maar de Kerk met een hoofdletter. Na Pasen belooft Jezus aan zijn leerlingen een Helper, de H. Geest en vandaag vieren we dat Hij daadwerkelijk aan ons gegeven is. Het brengt de leerlingen letterlijk in beweging en zij trekken de wereld over om dat Goede Nieuws verder te verspreiden. De Kerk is geboren. Proficiat! De heilige Geest is in het beeld toch vaak de wat grote onbekende als we naar God kijken. Bij God de Vader hebben we wel een beeld, God de Zoon voelt benaderbaar, maar die God de Heilige Geest blijft wat ingewikkeld. Terwijl Hij er al vanaf het begin bij is. In het scheppingsverhaal komen we de Geest al tegen: “In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren” [cf. Gen. 1, 1.2] Door heel de Bijbel ontmoeten we de Geest. In de oorspronke...