Doorgaan naar hoofdcontent

Vierde zondag van de Advent (A)

Als je in religieuze winkeltjes komt, bijvoorbeeld in Rome, Lourdes of Banneux, dan komen de heiligenbeeldjes je als het ware tegemoet. Ze zijn er in alle soorten en maten. Statige Maria’s, obscure heiligen met wonderlijke attributen. Beeldjes die licht geven in het donker. Je kan het zo gek niet verzinnen of het is te koop. De vroomheid of de kitsch en soms een combinatie daarvan spat er vanaf. Tussen al die beelden staat vaak ook een beeldje van de slapende Jozef. Hij ligt op zijn zij, de arm onder zijn hoofd, de ogen gesloten. Paus Franciscus heeft vaker verteld hoe dit beeldje hem rust gaf. Hij had het naast zijn bed staan. Wanneer de zorgen hem wakker hielden, schreef hij zijn gedachten op een briefje en legde dat als gebed onder het beeldje van Jozef. Daarna kon hij zelf weer slapen.

Heiligen roepen vaak vragen op. Soms ook weerstand. Als katholieken krijgen we wel eens het verwijt dat we hen te belangrijk maken of zelfs aanbidden. Zo zit het niet. Heiligen zijn geen alternatieven voor God en geen snelle oplossingen voor onze problemen. Het zijn mensen van vlees en bloed geweest, met twijfels, angst en keuzes die pijn deden. Juist daarin zijn zij ons nabij. Door alles heen probeerden zij hun blik gericht te houden op God. Die weg mogen wij volgen. En zoals je aan een vriend kunt vragen om voor je te bidden, zo mogen wij ook hun steun vragen. Heiligen zijn onze vrienden in de hemel en ze wijzen ons steeds op de Levende Heer. Zoals paus Franciscus deed met het beeldje van de heilige Jozef, zo mogen ook wij onze zorgen delen met God. Dat vraagt soms geduld, maar het mag gebeuren in vertrouwen. 

De heilige Jozef is een toonbeeld van vertrouwen. In het Evangelie lezen we dat hij rechtvaardig is. Hij probeert te leven volgens zijn geloof en met de blik gericht op God. Dat spaart hem niet voor moeilijkheden. Verloofd met Maria ontdekt hij dat zij zwanger is en hij weet daar niets van. Jozef staat voor een pijnlijke keuze. Hij wil trouw blijven aan zijn geloof, maar Maria ook niet beschadigen. In stilte afscheid nemen lijkt de meest menselijke en zorgvuldige weg. Het is zijn recht om er een zaak van te maken, maar dat zou Maria treffen. In die spanning zoekt Jozef naar wat goed is. Wanneer hij in een droom wordt aangesproken, durft hij zijn vertrouwen in God te stellen. Hij laat zijn eigen zekerheden los en kiest voor gehoorzaamheid. Daarmee richt hij zich op God, die hem nabij wil zijn.

Dat is wie Jezus ten diepste is: Immanuel, God-met-ons. Zoals Jozef mogen wij leren leven vanuit dat vertrouwen. Dat vraagt geduld om Gods nabijheid en zijn tekenen te leren herkennen.

Dat is een wereld van verschil met koning Achaz die wij in de eerste lezing ontmoeten. Hij leeft in een tijd van dreiging en onzekerheid. Machtige buren willen binnenvallen en de koning is bang. Hij zoekt zijn veiligheid niet bij God, maar in politieke trucjes en eigen controle. De profeet Jesaja roept hem op zijn vertrouwen te stellen in de Heer. God biedt hem zelfs een teken aan. Daar zit Achaz niet op te wachten. Vroom klinkt het wanneer hij zegt God niet op de proef te willen stellen, maar in werkelijkheid wil hij zijn eigen plan niet loslaten. Schijnvroomheid als dekmantel voor ongeloof. God laat zich niet wegduwen. Het teken komt alsnog. Een kind zal geboren worden en zijn naam zal Immanuel zijn, God-met-ons. Hij is nabij, ook wanneer wij Hem liever op afstand houden.

Daar zitten wij niet altijd op te wachten. Soms lijken we meer op Achaz dan op Jozef en vullen we het liever zelf in. We willen weten waar we aan toe zijn, voordat we vertrouwen. Zekerheid gaat voor geloven uit. Gods nabijheid voelt dan ongemakkelijk. Want als God echt dichtbij komt, raakt dat aan onze keuzes, aan de manier waarop we ons leven invullen. Dan verandert er iets en dat houden we soms liever op veilige afstand.

We mogen ons spiegelen aan Jozef. Hij is geen man van grote woorden, maar van vertrouwen. Door alle moeilijkheden heen richt hij zich op God. Hij is niet berekend, handelt niet uit eigenbelang, maar is zoekend naar wat juist is. De heilige Jozef heeft oog voor Gods tekenen. Hij durft te vertrouwen op wat de droom hem aanreikt. Niet uit blinde volgzaamheid, maar geworteld in zijn geloof. Want wat van God komt, staat nooit los van liefde en vraagt nooit het onmogelijke. Dat helpt ook ons bij het onderscheiden. Wat van God komt, kan ons door elkaar schudden en onze plannen in de war sturen, maar het brengt ten diepste rust en vrede. Zo mogen wij leren bidden met open handen, in het vertrouwen dat God nabij is en blijft. Het voorbeeld van Jozef is het navolgen waard. Ook wij mogen leren ons vertrouwen te stellen in de Heer. Wanneer de vragen van het leven ons uit de slaap houden, mogen we ze toevertrouwen. Schrijf ze op een briefje en leg ze bij Jozef neer. Hij is onze voorspreker en doet zeker wel een goed woordje bij Onze Lieve Heer. Amen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

14e zondag door het jaar C

Een tijd je terug ging in de avond de deurbel bij de pastorie. Ik verwachtte niemand en besloot de bel gewoon te negeren. Er werd nogmaals gebeld, stiekem keek ik even uit het raam en ik zag iemand met een rugzak staan. Het gebeurt vaker dat er aangebeld wordt en men om hulp vraagt, vaak in de vorm van geld voor een treinkaartje, eten of een plek om te slapen. In alle eerlijkheid, ik had er geen zin in. Mooier maken kan ik het niet en ik negeerde de bel. Toen kreeg ik een smsje, doorgestuurd vanaf de Noodtelefoon. De deurbeller had het nummer gevonden en zijn vraag verzonden. Hij bleek een missionaris te zijn die een slaapplek zocht. Mijn motivatie en zeker de gastvrijheid en naastenliefde was nog steeds niet erg hoog, maar ik besloot dat ik hem minstens aan kon spreken; alvorens af te poeieren. De missionaris vertelde dat hij, indachtig het Evangelie van vandaag, zonder spullen door Nederland trok om het Evangelie te leven en te verkondigen. Hij noemde bij een nieuwe orde te horen e...

Pinksteren

Van harte gefeliciteerd! Vandaag vieren we de verjaardag van de Kerk. Hiermee bedoel ik dit niet gebouw of de parochie die wij samen vormen, maar de Kerk met een hoofdletter. Na Pasen belooft Jezus aan zijn leerlingen een Helper, de H. Geest en vandaag vieren we dat Hij daadwerkelijk aan ons gegeven is. Het brengt de leerlingen letterlijk in beweging en zij trekken de wereld over om dat Goede Nieuws verder te verspreiden. De Kerk is geboren. Proficiat! De heilige Geest is in het beeld toch vaak de wat grote onbekende als we naar God kijken. Bij God de Vader hebben we wel een beeld, God de Zoon voelt benaderbaar, maar die God de Heilige Geest blijft wat ingewikkeld. Terwijl Hij er al vanaf het begin bij is. In het scheppingsverhaal komen we de Geest al tegen: “In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren” [cf. Gen. 1, 1.2] Door heel de Bijbel ontmoeten we de Geest. In de oorspronke...

19e zondag door het jaar C

  In mijn jonge jaren verzamelde ik van alles en nog wat. Een periode waren het steentjes. Als ik dan ging wandelen en een mooi exemplaar vond, sjouwde ik deze met mij mee. Het was dan een bijzondere schat die later in mijn kamertje een plek vond. De kleine verzameling is op een gegeven moment verdwenen. Het was dan ook geen echte schat voor mij, maar gewoon iets dat tijdelijk leuk was. Allemaal hebben we iets wat voor ons belangrijk is. Iets dat je als een schat, als rijkdom beschouwt. Dit kan een object zijn, maar misschien ook wel familie, gezondheid, mooie reizen maken. Iets waar je niet zonder zou kunnen, wat blijvende vreugde schenkt.   Jezus vraagt ons er ook naar: wat is jouw schat? Waar gaat je hart het meest naar uit? Hij zegt: “Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.” En dan gaat Hij nog een stap verder: Hij nodigt ons uit om onze schat niet hier op aarde te verzamelen, maar in de hemel. Want zo leiden we een leven met God. Zo’n leven vraagt ook iets van ons. O...