Doorgaan naar hoofdcontent

Tweede zondag door het jaar C

De bruiloft te Kana van Paolo Veronese

Waarschijnlijk zijn we allemaal weleens verliefd geweest. Het is een wonderlijk iets. Je hebt het gevoel dat je de wereld aankan en bergen kan verzetten. Tegelijkertijd sluimert er ook een lichtje onzekerheid; “Zij zou mij toch ook wel leuk vinden?” In mijn puberteit had Guus Meeuwis een hitje wat ik dan vrolijk meezong en daarmee ook mijn ontluikende gevoelens onder woorden bracht: “Verliefd zijn is veel leuker en makkelijker dan. We waren veel te jong toen en wisten niets van houden van.” Wat daar nou precies mee bedoelt werd, wist ik natuurlijk ook niet. De vrolijke muziek deed zijn werk en de tekst verdween wat naar de achtergrond. Dat is ontzettend jammer, wat Meeuwis bezingt gezellig het verschil tussen de eerste fase van verliefdheid en de verdieping die je mag ervaren als je van iemand houdt. Het is natuurlijk een wereld van verschil. In de eerste fase vindt je alles van de ander geweldig en kijk je door een roze bril. Die fase gaat gelukkig voorbij en het blijkt niet hetzelfde te zijn als echte liefde. Die groeit en verdiept zich naarmate je samen verdergaat. Je mag dan samen verder groeien. Om daar te komen, zal je moeite moeten doen. Zoals ik bij huwelijksvoorbereidingen altijd afgezaagd zeg: in een relatie moet je werken.

Bij huwelijken wordt ook vaak als evangelietekst voor de Bruiloft te Kana gekozen. Het is natuurlijk een prachtig verhaal. Jezus is op het huwelijk aanwezig. De wijn blijkt op en Jezus weet de boel te redden. Zo’n gast wil je wel op je feestje erbij hebben. Tegelijkertijd zit er nog zoveel meer in. Wijn is natuurlijk een prachtige drank, maar in de Bijbel heeft alles betekenis. Wijn staat voor overvloed. Het verwijst naar Gods goedheid en overvloedige liefde. Dit wordt concreet in de persoon Jezus. Hiermee laat Jezus alvast zijn ware Zelf zien. Johannes noemt het ook geen wonder, maar juist een teken. Het geeft ‘be-teken-is’. Het laat zien wie de Heer ten diepste is, namelijk: Gods overlopende Liefde. Het is geen toeval dat dit eerste teken plaatsvindt bij een huwelijk. Als twee mensen het ja-woord uitwisselen is het daarmee ook een beeld van het verbond tussen God en de mensen. Hij laat ons niet los en blijft trouw. Daar mogen we onze hoop in stellen.

Voor alle relaties waarin wij staan geldt hetzelfde: ze vragen om inzet en toewijding. God, de mensen om jou heen en ook jij zelf verdienen dat. Liefde is de moeite waard.

Daarin mogen we ons namelijk verheugen. Zoals we Jesaja ook in de eerste lezing horen vertellen. Het is geschreven in een moeilijke tijd. Het joodse volk houdt zich niet altijd aan de afspraken met God. Ze zijn niet trouw aan hun verbintenis met de Heer. God heeft gelukkig een andere houding; Zijn Liefde houdt niet op. Hij noemt Israël Zijn bruid. Jesaja spreekt woorden van hoop: God laat ons niet los. Hij blijft in ons investeren, zelfs als wij Hem vergeten of afdwalen. Wij mogen steeds weer bij Hem terugkeren en inzet tonen. Gelovig zijn lijkt soms misschien eerst op een verliefdheid, maar het mag doorgroeien naar een diepe, trouwe verbondenheid.

Al lijkt dat soms makkelijk gezegd, zoals het afgezaagde: “liefde is een werkwoord”. Soms ben je er even klaar mee. Ben je uitgewerkt. In ons gelovig leven kan het soms voelen dat wij misschien wel aan het werk zijn, maar het stil is aan de andere kant van de lijn. Om dan te zeggen: stroop je mouwen op en ga ervoor… Dat is wel erg makkelijk.

Tegelijkertijd neem ik vandaag wel die makkelijke weg. Daarvoor mogen we stilstaan bij de symboliek van de wijn. Zoals ik eerder al noemde staat dit voor Gods overvloeiende liefde. De kruiken met water zitten overvol. Het klotst al over de rand. Gods liefde kent namelijk geen maat, het is onuitputtelijk. Het is een kwestie van ontvangen, beantwoorden en delen.

Die liefde mogen we in eerste instantie steeds ontvangen. Het enige dat wij kunnen doen is onze handen openen voor de Heer, zodat Hij ze kan vullen. Gods liefde kunnen we ontvangen door voor Hem open te staan. Heeft God ruimte in ons leven of krijgt Hij de restjes van onze tijd? Als wij iets van Hem willen ontvangen, dan zullen we ook ruimte moeten maken. Dit kunnen we door ons af te vragen wat er in de weg staat? Welke afleidingen liggen er op de loer? Waar kunnen we iets doen en/of laten om God de ruimte te geven Zijn Liefde in ons hart te storten?

Als we die Liefde ontvangen, mogen we het ook beantwoorden. Dit kunnen we doen door tijd te investeren in onze relatie met de Heer. Door tijd te maken voor gebed, bijvoorbeeld door te bidden met de psalmen. Deze prachtige liedteksten herbergen alle emoties die we in ons leven tegenkomen. Vreugde en pijn, teleurstelling en hoop. Alles wat er in ons leven speelt mogen we delen met de Heer. Zo beantwoorden we Zijn Liefde.

Vervolgens zullen we er ook iets mee moeten doen. Om nog maar eens een cliché te gebruiken: Liefde groeit als we delen. Deze week kunnen we ons wellicht daar op richten: Wat kan jij binnen jouw mogelijkheden doen om Gods liefde verder uit te delen, te verspreiden?  Juist in een tijd waarin we vaak op onszelf of onze eigen omgeving gericht zijn, kan dit een uitdaging zijn. Een kans om Gods liefde verder te verspreiden. Om te ervaren dat ons geloof geen beginnende verliefdheid is, maar het groeien in een relatie met de Heer. Verliefdheid lijkt dan misschien wel leuker en makkelijker dan, maar het houden van brengt ons in beweging. Het is die liefde die God in ons hart legt en ons in beweging brengt en gaande houdt. Amen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

21ste zondag door het jaar B

  Soms kunnen we in de Bijbel teksten tegenkomen die wat ongemakkelijk aanvoelen. Het is dan gemakkelijk om ze over te slaan en het er vooral niet over te hebben. Op die manier houden we het leuk en gezellig. Tegelijkertijd doen we die teksten daarmee tekort en sluiten we ons af voor de boodschap die ze ons te brengen hebben. Ooit kreeg ik een Bijbeltje, een klein boekje waar alle ingewikkelde teksten uit waren geknipt. Als je het doorbladerde, waren er soms woorden weg, maar ook hele zinnen en hoofdstukken. Je hield een gatenkaas over waar niets van te breien was. De kern ontbrak. Ook dat zal niet de bedoeling zijn. Moeilijke teksten, en hetzelfde geldt voor ingewikkelde situaties en nare omstandigheden, zullen we onder ogen moeten komen. Daarmee wordt het niet per se leuker, maar hopelijk zien we dan wel dat het dragelijker is dan we in eerste instantie dachten. Vaak ligt er namelijk onbegrip aan ten grondslag. Onbegrip is niet alleen iets van onze tijd; we zien het ook dui...

20ste zondag door het jaar B

  Proficiat! Zalige Communie! Het zijn woorden die ik waarschijnlijk aan het einde van elke Mis wel uitspreek. Zelf hoor ik het al het grootste gedeelte van mijn leven, sinds ik misdienaartje werd. Als kind vond ik het al een mooie opmerking, het klinkt een beetje als gefeliciteerd! In de Mis ontvangen we een prachtig geschenk en daar mogen we elkaar wel mee feliciteren… Alleen doe ik de groet daarmee tekort. Proficiat stamt af van het Latijnse woord: proficere, dat kan je vertalen als: ‘voortgang maken’, oftewel: Ga zo door! We ontvangen de Communie, prachtig! Daar houdt het niet bij op: het mag ook vrucht dragen in ons leven als we de wereld weer instappen: Proficiat! Doe er iets goeds mee en ga voort op de ingeslagen weg.  Dat klinkt prachtig, maar het is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Dat merken we in ieder geval in deze afgelopen weken. We lezen nu al voor de 5e week uit de Broodrede, zoals Johannes deze in zijn Evangelie heeft opgeschreven. Dit begon met de Br...

23ste zondag door het jaar B

  Alweer enige tijd geleden zag ik een straatinterview op tv waarin aan een voorbijganger werd gevraagd of we tegenwoordig nog wel alles mogen zeggen. Die bewuste persoon maakte van zijn hart geen moordkuil en zei dat het niet meer kan. Alles is gevoelig, zo zei hij, en je kunt inderdaad niets meer zeggen. De interviewer ging hierop door en vroeg wat er dan niet meer gezegd zou mogen worden. Hierop volgde een hele lijst met hete hangijzers; één voor één werden ze opgenoemd. De interviewer ging nog wat verder: “Dat mag je dus allemaal niet meer zeggen?” “Nee”, bevestigde de ander, waarop de geslepen interviewer zei: “Maar u heeft het net wel gezegd.” Het is een wat flauw voorbeeld, want we leven in een wereld waar men soms meer tegenover elkaar dan naast elkaar lijkt te staan, en de polarisatie overal aanwezig lijkt. De gevoeligheden liggen aan de oppervlakte en, hoe goed je ook je best doet, op tenen gaan staan is bijna niet te vermijden. Het is natuurlijk de vraag of het daadw...