Doorgaan naar hoofdcontent

Derde zondag door het jaar; Zondag van het Woord


Woorden doen ertoe. Met een mooi compliment kan je iemand opbouwen, soms zelfs boven zichzelf laten uitstijgen. Een nare opmerking kan het tegenovergestelde bewerkstelligen. Ook kunnen we soms iets te snel of onduidelijk zeggen en misverstanden liggen dan op de loer. Woorden hebben impact, soms meer dan waar we zelf aandacht voor hebben. We hebben allemaal wel woorden die we met ons mee dragen. Die een onuitwisbare indruk hebben gemaakt, ten positieve en soms ten kwade. Soms is het ingewikkeld om de juiste woorden te vinden, een passende toon aan te slaan. Je bereikt nooit bij iedereen hetzelfde resultaat. Met bewondering keek ik deze week naar de Amerikaanse bisschop van de Episcopaalse Kerk; Mariann Budde. Zij mocht spreken bij gelegenheid van het aantreden van president Trump. Hierbij verwees zij naar eerdere de aanslag op Trump – waarover hij later aangaf Gods hand gevoeld te hebben – toen zij zei: “U heeft de voorzienende hand van een liefdevolle God gevoeld’, ‘In de naam van onze God vraag ik u om genade te hebben voor de mensen in ons land die nu in angst leven.”

Ze deed een oproep tot naastenliefde. Of de ervaren angst nu terecht is of niet, daar zegt ze niets over. Er zijn mensen bang, daar mag – los van politieke voorkeuren – aandacht voor zijn. Er klonk een evangelische boodschap. Als leerlingen van de Heer zullen we oog voor onze naasten moeten hebben. De politiek heeft een eigen dynamiek, soms moeten er ingewikkelde keuzes gemaakt worden. Dat is een andere discussie en niet voor hier en nu. Alles begint ermee dat we onze ogen, oren en harten open houden voor Gods boodschap en voor de mensen om ons heen. Zelf was ik erg onder de indruk, maar dat gold niet voor de nieuwe president. Toen Trump er naar gevraagd werd zei hij in eerste instantie: “Vond je het leuk?” Het was een saaie bijeenkomst en een slechte preek, aldus de president. Van de viering heb ik verder niets gezien. Waarschijnlijk ontbrak er veel show en gedoe, maar dat heeft God ook helemaal niet nodig om tot ons te spreken. Het leidt eerder af. Gods Woord kan van alles in ons doen. Het kan ons raken, enthousiasmeren, bemoedigen en soms zelfs door elkaar schudden. Ook kan het ons ontroeren, irriteren en misschien zelfs wel boos maken. Het Woord van God doet iets; Het brengt beweging. Dat is misschien niet altijd op “de spannende manier” die volle zalen trekt, maar het is wel de weg die tot Leven leidt.

Zo kunnen we de Heer herkennen. Jezus noemt het in het Evangelie als Hij voorleest uit de profeet Jesaja. De Messias zal het Goede Nieuws brengen, wonderen doen. Dit doet Hij juist op de plaatsen waar je het niet zal verwachten, bij armen, gevangenen en blinden. Dat Woord komt in Jezus tot vervulling. Hij is de Messias die ons naar het Leven brengt. Dat Woord van God mag ons in beweging brengen en gaande houden.

Hoe het mensen raakt en zo in beweging brengt zien we in de eerste lezing. Een gedeelte van het joodse volk was weggevoerd in de ballingschap. Toen ze na vele jaren terugkwamen, bleek de tempel in Jeruzalem verwoest en zaten hun volksgenoten eigenlijk niet meer echt op hen te wachten. Nehemia, aangesteld als landvoogd over Juda, hoort dit en rouwt. Dit is namelijk niet hoe het zou moeten gaan. Ook hij vraagt toestemming om naar Jeruzalem te gaan en de tempel te herbouwen. Dit mag en hij gaat voortvarend aan het werk. Hij zal ook in Jeruzalem blijven als landvoogd. Nadat hij een periode weg is geweest, merkt hij het morele verval onder zijn volksgenoten op. Er is meer nodig dan alleen de tempel herbouwen, ook het verbond met God moet opnieuw bekrachtigd worden. Dit maakt dat de priester Ezra de Wet; de Joodse Bijbel, voorleest. Het raakt de toehoorders tot in de vezels van hun lijf. Ze barsten in tranen uit als ze Gods Woord horen. Daar willen zij zich opnieuw aan verbinden en dan klinkt die prachtige laatste zin: “De vreugde die de Heer u schenkt, zij uw kracht.”

Dat mag een richtsnoer zijn. Ondanks alles wat er in onze levens gebeurt. Hoe moeilijk het soms ook kan zijn. De Heer geeft vreugde. Het is geen oppervlakkig warm gevoel en ook geen mooie show. Het is een vreugde die rust geeft en troost. Een vreugde die ons opheft. Een vreugde die ons God laat ervaren.

Die vreugde kunnen we op verschillende manieren op het spoor komen. Door het gebed; in de natuur, daar waar we anderen ontmoeten. We kunnen het ook op het spoor komen in Gods Woord. Dit kunnen we doen door de Bijbel te lezen en zo Gods Woord tot ons te nemen. Dit kan via de stappen van Lectio Divina: lezen, overwegen, bidden en beschouwen.

Eerst vraag je aan God om je hierin te leiden. Vervolgens start stap 1: het lezen: Je leest hem eerst eens rustig helemaal door. Daarna ga je er nog een keer doorheen. Probeer dan eens op te letten waar je blijft hangen. Iets dat verwondert, vragen oproept of wellicht stoort? Alle gevoelens mogen er zijn. Hiermee zet je de volgende stap naar het overwegen, oftewel mediteren. Je overweegt wat deze tekst jou wil zeggen. Bij de volgende fase, het bidden, leg deze gedachten voor aan God. Je gaat als het ware in gesprek met de Heer. Je deelt wat er in jou speelt. Dan breekt de laatste stap aan. Het beschouwen. Hierbij sta je stil bij Gods aanwezigheid. Je laat alles nog eens door je heen gaan en zit je in stilte bij de Heer. Door ons hierin te oefenen kunnen we Gods Woord steeds meer op het spoor komen. Het mag ons raken en in beweging brengen, want Gods Woord doet ertoe. Amen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

21ste zondag door het jaar B

  Soms kunnen we in de Bijbel teksten tegenkomen die wat ongemakkelijk aanvoelen. Het is dan gemakkelijk om ze over te slaan en het er vooral niet over te hebben. Op die manier houden we het leuk en gezellig. Tegelijkertijd doen we die teksten daarmee tekort en sluiten we ons af voor de boodschap die ze ons te brengen hebben. Ooit kreeg ik een Bijbeltje, een klein boekje waar alle ingewikkelde teksten uit waren geknipt. Als je het doorbladerde, waren er soms woorden weg, maar ook hele zinnen en hoofdstukken. Je hield een gatenkaas over waar niets van te breien was. De kern ontbrak. Ook dat zal niet de bedoeling zijn. Moeilijke teksten, en hetzelfde geldt voor ingewikkelde situaties en nare omstandigheden, zullen we onder ogen moeten komen. Daarmee wordt het niet per se leuker, maar hopelijk zien we dan wel dat het dragelijker is dan we in eerste instantie dachten. Vaak ligt er namelijk onbegrip aan ten grondslag. Onbegrip is niet alleen iets van onze tijd; we zien het ook dui...

20ste zondag door het jaar B

  Proficiat! Zalige Communie! Het zijn woorden die ik waarschijnlijk aan het einde van elke Mis wel uitspreek. Zelf hoor ik het al het grootste gedeelte van mijn leven, sinds ik misdienaartje werd. Als kind vond ik het al een mooie opmerking, het klinkt een beetje als gefeliciteerd! In de Mis ontvangen we een prachtig geschenk en daar mogen we elkaar wel mee feliciteren… Alleen doe ik de groet daarmee tekort. Proficiat stamt af van het Latijnse woord: proficere, dat kan je vertalen als: ‘voortgang maken’, oftewel: Ga zo door! We ontvangen de Communie, prachtig! Daar houdt het niet bij op: het mag ook vrucht dragen in ons leven als we de wereld weer instappen: Proficiat! Doe er iets goeds mee en ga voort op de ingeslagen weg.  Dat klinkt prachtig, maar het is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Dat merken we in ieder geval in deze afgelopen weken. We lezen nu al voor de 5e week uit de Broodrede, zoals Johannes deze in zijn Evangelie heeft opgeschreven. Dit begon met de Br...

23ste zondag door het jaar B

  Alweer enige tijd geleden zag ik een straatinterview op tv waarin aan een voorbijganger werd gevraagd of we tegenwoordig nog wel alles mogen zeggen. Die bewuste persoon maakte van zijn hart geen moordkuil en zei dat het niet meer kan. Alles is gevoelig, zo zei hij, en je kunt inderdaad niets meer zeggen. De interviewer ging hierop door en vroeg wat er dan niet meer gezegd zou mogen worden. Hierop volgde een hele lijst met hete hangijzers; één voor één werden ze opgenoemd. De interviewer ging nog wat verder: “Dat mag je dus allemaal niet meer zeggen?” “Nee”, bevestigde de ander, waarop de geslepen interviewer zei: “Maar u heeft het net wel gezegd.” Het is een wat flauw voorbeeld, want we leven in een wereld waar men soms meer tegenover elkaar dan naast elkaar lijkt te staan, en de polarisatie overal aanwezig lijkt. De gevoeligheden liggen aan de oppervlakte en, hoe goed je ook je best doet, op tenen gaan staan is bijna niet te vermijden. Het is natuurlijk de vraag of het daadw...