Aan het begin van de viering hoorden we al dat vasten op verschillende manieren ingevuld kan worden. Het is vooral een persoonlijk keuze om iets te doen of te laten om zo meer ruimte te maken voor onze relatie met de Heer. In mijn jeugd “hielpen” mijn ouders mij daarmee. Snoepjes verdwenen in het bekende vastentrommeltje. Op zondag mocht ik dan één snoepje pakken, maar tellen was nooit mijn beste eigenschap. Vaak was het trommeltje dan alweer leeg. Ooit hoorde ik een collega priester zijn ervaring delen. Hij kreeg een boterham met kaas en daarna nog een “boterham met tevredenheid”. Toen hij mijn vragende blik zag ondertitelde hij: een kale boterham.
Tevredenheid
is natuurlijk een prachtige eigenschap. Je hebt genoeg aan wat er is, daar heb
je vrede mee. Als je dat mag ervaren heb je goed voor elkaar. Vaak loopt het
toch anders en willen we meer of iets anders. We zien dan dat het gras bij de
buren groener is. Kleine en grotere verleidingen liggen dan op de loer en zorgen
ervoor dat de tevredenheid als zand tussen de vingers doorslipt. Door oog te
hebben voor het kleine en gewone, voor de zegeningen in ons leven, kunnen we stappen
zetten om dankbaar te leven.
Jezus laat in het Evangelie zien dat Hij zo leeft. Door de duivel wordt Hij op de proef gesteld. In het Grieks wordt de duivel “de uiteenwerper” (διάβολος; Diábolos) genoemd. Hij zorgt voor verdeeldheid en wil zich tussen God en de mensen wringen. Dit doet hij onder meer door te duwen op de ontevredenheid. We zouden het kinderlijk kunnen vergelijken met die tekenfilms waarbij je een engeltje en een duiveltje op je schouder hebt zitten. De engel probeert je te behoeden en te laten inzien dat je Gods geliefde kind bent. Het duiveltje speelt zijn eigen spel en benoemt jouw twijfels en onzekerheden; hij onderstreept wat wij zelf tussen ons en God plaatsen. Dit is precies wat de duivel bij Christus probeert. Jezus is al 40 dagen in de woestijn. De honger neemt toe, misschien voel jij je ook wel eenzaam en verlaten? Juist dan waagt de duivel zijn kans. Hij stelt Jezus voor om stenen in brood te veranderen, dat hij Hem alle macht kan geven en zelfs God uit kan dagen door zich op te laten vangen door engelen. Het klinkt misschien als ver van je bed, maar ze zijn eigenlijk herkenbaar. De eerste beproeving: steen in brood veranderen, is meer dan even je honger stillen. Het is borstklopperij. Je laat even zien wat je in je mars hebt. Niet om anderen te helpen, of er iets goeds mee te doen. Je plaatst jezelf even in het middelpunt en wil erkenning. Als de duivel Christus alle koninkrijken aanbiedt, wordt de macht boven de liefde geplaatst. In de politiek zien we nog weleens dat het behouden van macht meer aandacht krijgt dan de verantwoordelijkheid nemen voor alle mensen. Of hoe carrièrekansen geplaatst worden boven relaties. Bij de laatste beproeving probeert de duivel Jezus zo ver te krijgen dat Hij de relatie met God misbruikt. Dit herkennen we misschien ook in ons eigen gebedsleven. Stellen we vol vertrouwen vragen aan God, of dienen we een wensenlijstje in? Kunnen we samen met Jezus oprecht bidden: “niet mijn wil, maar Uw wil geschiede?” Jezus beantwoord al deze verzoekingen met Bijbelcitaten. Hij spreekt zijn vertrouwen in de Vader uit en telkens laat Hij Gods Woord klinken. God die ons bevrijdt.
In deze hele Veertigdagentijd tonen de lezingen ons aan dat we door de beproeving heen moeten gaan. De eerste lezing schetst de geschiedenis van de bevrijding van het Joodse volk. Ze waren als een zwervende Arameeër, zoekend en onderweg. Dat kleine clubje werd een groot volk. Ze ging door de beproeving van de woestijn heen. Ze plaatsen hun vertrouwen in God en beseffen dat alles een geschenk van Hem is. Daarom worden aan de eerste vruchten aan God aangeboden. Het is een dankjewel voor de redding die Hij biedt. Het zijn de kleine zegeningen die een teken zijn van het verbond tussen God en zijn mensen, een liefdesverbond.
Vandaag
mogen we stilstaan bij onze eigen woestijnervaringen. In het groot zien we hoe
wereldleiders elkaar de maat nemen en macht soms belangrijker lijkt dan rechtvaardigheid.
Maar ook in ons eigen leven kunnen we dit herkennen. Wanneer verdween onze
tevredenheid naar de achtergrond? Op welke momenten was eigenwaan, het zoeken
naar erkenning of de drang naar controle sterker aanwezig dan de liefde?
De eerste periode van de Veertigdagentijd is een uitnodiging om hier met aandacht naar te kijken. Even een moment in de spiegel kijken. Niet om jezelf neer te halen, maar juist om te beseffen: ik ben ten diepste een geliefd kind van God. Tegelijkertijd mogen we erkennen dat we allemaal Gods barmhartigheid nodig hebben. Welke verbeterpunten zie je? Waar kun je groeien in liefde en vertrouwen? Leg dit alles voor aan de Heer. Breng het in gebed. God wil je helpen en het samen dragen. Bid ervoor, leg het in Zijn handen, en laat Hem wegen wijzen tot groei. Dat brengt ons bij de laatste stap: pak de uitdaging aan. Stel haalbare doelen. Je hoeft niet in één dag je hele leven te veranderen. Begin klein, zet een eerste stap en ervaar wat dat doet. Zo gaan we samen op weg met de Heer, leven we steeds meer vanuit dankbaarheid en groeien we in vertrouwen. Een prachtige weg om met de Heer te gaan. Amen.
Reacties
Een reactie posten